24 457 (R 1552)
Aanpassing van de Rijksoctrooiwet 1995 in verband met het op 15 april 1994 te Marrakech tot stand gekomen verdrag tot oprichting van de Wereld Handelsorganisatie, met bijlagen 1, 2 en 3, alsmede wijziging van de Rijksoctrooiwet

nr. 9
VERSLAG VAN DE STATEN VAN DE NEDERLANDSE ANTILLEN

Ontvangen 21 november 1995

De bespreking van het onderhavige voorstel van Rijkswet heeft dezerzijds aanleiding gegeven tot het maken van de navolgende opmerkingen.

Gelet op artikel I van het onderhavige voorstel, brengen de Staten van de Nederlandse Antillen de vraag naar voren of artikel 104, derde lid van de Rijksoctrooiwet 1995 niet dient te vervallen.

Verder wordt door de Staten opgemerkt dat er thans geen gemachtigd op de Nederlandse Antillen zijn gevestigd. Artikel 26 van de Rijksoctrooiwet 1995 bepaalt dat een aanvrager die niet in het Koninkrijk woont, domicilie moet kiezen bij een gemachtigde in Nederland; zulk een bepaling maakt het voor een gemachtigde onaantrekkelijk om zich in een ander deel van het Koninkrijk te vestigen, omdat er weinig aanvragen overblijven die dan via gemachtigden in andere delen van het Koninkrijk zullen lopen.

De Staten zouden het op prijs stellen indien de Rijksoctrooiwet 1995 zodanig wordt aangepast dat vestiging van een gemachtigde, in elk deel van het Koninkrijk aantrekkelijk wordt.

Aldus vastgesteld in de vergadering van de Centrale Commissie van de 20ste november 1995.

De Rapporteur,

L. A. George-Wout

Naar boven