nr. 1
KONINKLIJKE BOODSCHAP
Aan de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Wij bieden U hiernevens ter overweging aan een voorstel van wet inzake
de goedkeuring van de op 17 januari 1995 te Antwerpen tot stand gekomen Verdragen
tussen het Koninkrijk der Nederlanden en het Vlaams Gewest inzake de verruiming
van de vaarweg in de Westerschelde en, respectievelijk, de afvoer van het
water van de Maas (Trb. 1995, 51 en 50).
De toelichtende memorie (en bijlagen), die het Wetsvoorstel vergezelt,
bevat de gronden waarop het rust.
En hiermede bevelen Wij U in Godes heilige bescherming.
's-Gravenhage
13 oktober 1995
Beatrix
nr. 2
VOORSTEL VAN WET
Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van
Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat de op 17 januari 1995 te Antwerpen
tot stand gekomen Verdragen tussen het Koninkrijk der Nederlanden en het Vlaams
Gewest inzake de verruiming van de vaarweg in de Westerschelde en, respectievelijk,
de afvoer van het water van de Maas ingevolge artikel 91, eerste lid, van
de Grondwet de goedkeuring van de Staten-Generaal behoeven, alvorens het Koninkrijk
eraan kan worden gebonden;
Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der
Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en
verstaan bij deze:
Artikel 1
Het op 17 januari 1995 te Antwerpen tot stand gekomen Verdrag tussen het
Koninkrijk der Nederlanden en het Vlaams Gewest inzake de verruiming van de
vaarweg in de Westerschelde, waarvan de tekst is geplaatst in Tractatenblad
1995, 51, wordt goedgekeurd voor Nederland.
Artikel 2
Het op 17 januari 1995 te Antwerpen tot stand gekomen Verdrag tussen het
Koninkrijk der Nederlanden en het Vlaams Gewest inzake de afvoer van het water
van de Maas, waarvan de tekst is geplaatst in Tractatenblad 1995, 50, wordt
goedgekeurd voor Nederland.
Artikel 3
Deze wet treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte
van het Staatsblad waarin zij wordt geplaatst.
Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat
alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren wie zulks aangaat,
aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.
Gegeven
De Minister van Verkeer en Waterstaat,
De Minister van Buitenlandse Zaken,