24 449
Aanvulling van titel 7.1 (Koop en ruil) van het Burgerlijk Wetboek met bepalingen inzake de koop van rechten van gebruik in deeltijd van onroerende zaken

nr. 9
DERDE NOTA VAN WIJZIGING

Ontvangen 17 februari 1997

Het voorstel van wet wordt als volgt gewijzigd:

In artikel I wordt de volgende wijziging aangebracht:

Artikel 7.1.10A.7 lid 2 komt te luiden:

2. Aan de koper kan, indien de in de koop bedoelde onroerende zaak is gelegen op het grondgebied van een lid-staat van de Europese Unie of van een andere staat die partij is bij de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, de hem krachtens de richtlijn door het recht van die staat toegekende bescherming niet worden onthouden, ongeacht het recht dat de koop beheerst.

Toelichting

De hier voorgestelde wijziging is noodzakelijk als gevolg van besluit nr. 18/95 van het Gemengd Comité van de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte (EER) van 24 februari 1995, PbEG L 83. Dit besluit strekt ertoe, richtlijn 94/47/EG, ter uitvoering waarvan het onderhavige wetsvoorstel dient, toe te voegen aan Bijlage XIX (Consumentenbescherming) bij de EER-Overeenkomst. Als gevolg hiervan moeten de bepalingen van de richtlijn ook worden geïmplementeerd door staten die geen lid zijn van de EU maar die wel partij zijn bij de EER-Overeenkomst. Thans zijn dit Liechtenstein, IJsland en Noorwegen. De voorgestelde wijziging beoogt de door artikel 7.1.10A.7 lid 2 gegarandeerde bescherming uit te breiden tot gevallen waarin de in de koop van een timeshare bedoelde onroerende zaak is gelegen op het grondgebied van een staat die geen lid is van de EU maar die wel partij is bij de EER-Overeenkomst.

De Minister van Justitie,

W. Sorgdrager

Naar boven