24 446
Ruimtevaartbeleid

nr. 28
BRIEF VAN DE MINISTER VAN VERKEER EN WATERSTAAT

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 22 november 2004

Hierbij bied ik u aan de nota «Nederlands standpunt met betrekking tot Global Monitoring for Environment and Security (GMES)»1.

Global Monitoring for Environment and Security, GMES, is een gezamenlijk initiatief van de Europese Commissie en het Europees Ruimtevaart Agentschap ESA om te komen tot een Europese capaciteit voor wereldwijde monitoring van klimaat en milieu. Het primaire doel van GMES in het belang van de Europese burgers behelst het in 2008 tot stand brengen van een duurzame operationele Europese autonome capaciteit voor het produceren en aanbieden van geo-informatie ten behoeve van de verdere ontwikkeling en uitvoering van het Europese beleid op de terreinen van milieu en (civiele) veiligheid. GMES gaat uit van wat de gebruiker aan informatie nodig heeft. Het daarvoor op te zetten systeem zal zoveel mogelijk gebruik maken van bestaande kennis, capaciteit en infrastructuur en zal bestaande lokale gegevensbestanden en modellen op geharmoniseerde wijze toegankelijk maken. Waar nodig zal dit aangevuld worden met nieuwe infrastructuur. Informatie via GMES verkregen zal onder meer gebruikt worden door bestuurders om de Europese burger te beschermen tegen natuurlijke en antropogene (door de mens veroorzaakte) rampen.

Het medio november 2003 verschenen Witboek over Europees ruimtevaartbeleid2 besteedt ruime aandacht aan GMES. Een eerste Nederlandse reactie op het witboek is eerder verwoord in een brief van de Minister van EZ aan de Tweede Kamer3. Begin februari 2004, na de initiële periode 2001–2003 van GMES, heeft de Commissie in een mededeling4 het actieplan 2004–2008 voor GMES gepubliceerd.

GMES bevindt zich momenteel aan het begin van de invoeringsfase die, afhankelijk van toekomstig beschikbare middelen, in 2008 moet leiden tot de operationele en continue beschikbaarheid van klimaaten milieugerelateerde informatie ten behoeve van de uitvoering van het Europese beleid op de terreinen van milieu en (civiele) veiligheid.

Het Kabinet heeft een standpunt ingenomen ten aanzien van de mededeling van de Commissie over GMES, alsook ten aanzien van de belangen van GMES voor Nederland en de bijdragen die de Nederlandse wetenschap en het bedrijfsleven aan GMES kunnen leveren. Dit standpunt is verwoord in de bijgevoegde nota «Nederlands standpunt met betrekking tot Global Monitoring for Environment and Security (GMES)». De nota is tot stand gekomen in nauwe samenwerking tussen de ministeries van Verkeer en Waterstaat, Economische Zaken en Buitenlandse Zaken, bijgestaan door het Nederlands Instituut voor Vliegtuigontwikkeling en Ruimtevaart in zijn rol van adviseur. De Nederlandse inspanning in GMES is onderdeel van het Nederlandse Aardobservatiebeleid voor de jaren 2002–20101.

Het standpunt van de Nederlandse regering houdt in dat Nederland het belang van een autonome Europese capaciteit voor het verkrijgen van klimaat- en milieugerelateerde informatie onderkent en daarmee eveneens het belang van GMES onderkent. De internationaal erkende expertise in Nederland met betrekking tot water en atmosfeer zijn thema's waarop Nederland bij uitstek haar bijdrage aan GMES kan realiseren. Het thema water omvat zowel waterkwantiteit als waterkwaliteit. Het thema atmosfeer betreft niet alleen – de oorzaken van de – klimaatverandering (zoals broeikasgassen) maar ook de kwaliteit van de lucht (mate van luchtvervuiling). Deze twee thema's zijn van groot belang voor de Nederlandse maatschappij, daar water en atmosfeer in toenemende mate een risico vormen voor de Nederlandse burger. De expertise die is opgebouwd bij de kennisinstituten en het MKB ten aanzien van water en atmosfeer zal ingezet worden ten behoeve van GMES om zo succesvolle invoering ervan te bevorderen en te komen tot een optimale toepassingsmogelijkheid voor Nederland. Het Nederlandse standpunt zal in Europees verband dan ook worden uitgedragen, in het bijzonder om de kans van het Nederlandse bedrijfsleven op deelname aan Europese projecten in het kader van bouw en gebruik van GMES te vergroten.

De Nederlandse betrokkenheid bij GMES is in lijn met het Actieplan Ruimtevaart, dat u afzonderlijk door de Minister van Economische Zaken, mede namens de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap en de Minister van Verkeer en Waterstaat, zal worden aangeboden.

De Minister van Verkeer en Waterstaat,

K. M. H. Peijs


XNoot
1

Ter inzage gelegd bij het Centraal Informatiepunt Tweede Kamer.

XNoot
2

COM(2003)673, 11-11-2003, «Space: a new European frontier for an expanding Union – An action plan form implementing the European Space Policy»

XNoot
3

Kamerstuk 2003–2004, 24 446 en 21 501-30, nr. 25.

XNoot
4

COM(2004)65 final, 03-02-2004, «Global Monitoring for Environment and Security (GMES)»: Establishing A GMES capacity by 2008 – (Action Plan ((2004–2008)).

XNoot
1

Kamerstuk 2001–2002, 24 446, nr. 15.

Naar boven