24 446
Ruimtevaartbeleid

nr. 13
BRIEF VAN DE MINISTER VAN ECONOMISCHE ZAKEN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

's-Gravenhage, 17 december 2001

Als eerst verantwoordelijke minister voor ruimtevaart bied ik u het verslag aan van de Ministerconferentie van het Europese Ruimtevaart Agentschap (ESA), die op 14 en 15 november jl. werd gehouden in Edinburgh, Schotland. Dit verslag sluit aan op mijn brief van 5 oktober jl. (Kamerstukken II, 2000/2001, 24 446, nr. 12) over de concretisering van het ruimtevaartbeleid en de Nederlandse inzet voor de ESA Ministerconferentie en het Algemeen Overleg hierover op 7 november jl. (Kamerstukken II, 2000/2001, 24 446, nr. 13).

De Minister van Economische Zaken,

A. Jorritsma-Lebbink

Verslag ESA Ministerconferentie dd. 14 en 15 november 2001 te Edinburgh

Samenvatting

De ESA Ministerconferentie kan redelijk succesvol worden genoemd, van een onverdeeld succes is echter geen sprake. De inschrijving op met name een aantal wetenschappelijke programma's (sterrenkundig, aardobservatie en microgewichtonderzoek) is achtergebleven bij de verwachtingen. Veel landen kampen met budgettaire problemen, waaronder de vier grote landen (F, D, I, UK). De Italiaanse inschrijvingen weken sterk naar beneden af van wat eerder was geïndiceerd, waarschijnlijk doordat een week voor de conferentie een nieuwe directeur bij het Italiaanse Ruimteagentschap was aangetreden. Ook speelt een rol dat in Duitsland de prioriteiten zijn verschoven van wetenschap en aardobservatie naar lanceerders.

De Nederlandse inzet om de ESA Ministerconferentie is geweest conform de uitkomst van het Algemeen Overleg op 7 november 2001 (24 446, nr. 13). In dit Algemeen Overleg werd het Kabinetsstandpunt zoals beschreven in de brief «Concretisering ruimtevaartbeleid en Nederlandse inzet ESA Ministerconferentie» d.d. 5 oktober 2001 behandeld (24 446, nr. 12).

Na af en toe moeizame discussies zijn besluiten genomen over programma's die een financieel pakket van ruim NLG 17 miljard (ruim 7,8 miljard Euro) vertegenwoordigen. De Nederlandse bijdrage komt uit op een bedrag van NLG 559,59 miljoen (253,93 miljoen Euro) voor de periode 2002–2006. Voor een flink deel van dit bedrag dient rekening te worden gehouden met prijspeilbijstellingen op basis van actuele inflatiecijfers. Het bedrag is als volgt over de departementen verdeeld:

• EZ NLG 262,92 miljoen (119,31 miljoen Euro);

• OCenW NLG 250,35 miljoen (113,60 miljoen Euro);

• VenW NLG 46,32 miljoen (21,02 miljoen Euro).

Op een flink aantal programma's is conform de verwachtingen ingetekend. Dit geldt o.a. voor de programma's die samen met de EU zullen worden uitgevoerd: Galileo en Global Monitoring for Environment and Security (GMES). Ook de programma's rondom de Ariane-lanceerder en de exploitatie van het Internationale Ruimtestation zijn voldoende of helemaal ingetekend.

Een drietal programma's is tijdens de conferentie teruggetrokken waarvan er twee in 2002 opnieuw aan de orde zullen komen. Dit geldt ook voor het programma waarmee extra vluchtmogelijkheden voor astronauten zouden worden gefinancierd.

De volgende ESA Ministerconferentie zal in 2004 in Duitsland worden gehouden.

Verloop ESA Ministerconferentie

De conferentie werd voorgezeten door mevrouw Bulmahn, de Duitse minister voor Opleiding en Onderzoek. Aanwezig waren de vijftien lidstaten van ESA en Canada, dat een zogenoemde «co-operating state» van ESA is. De meeste landen waren op het niveau van minister of staatssecretaris vertegenwoordigd. Nederland was vertegenwoordigd op het niveau van plaatsvervangende DG omdat de Minister van Economische Zaken op het laatste moment werd weggeroepen voor het debat met de Kamer over bouwfraude op 14 november. Portugal nam voor het eerst als lid deel aan een ESA Ministerconferentie. Een deel van de conferentie werd bijgewoond door de Voorzitter van de Europese Commissie, de heer Prodi.

Als waarnemers waren vertegenwoordigers aanwezig van de regeringen van Luxemburg en van Griekenland, de Europese Commissie, Eumetsat en de European Science Foundation. Griekenland overweegt een verzoek tot lidmaatschap van ESA in te dienen.

Space serving European citizens

Het voorstel van de directeur generaal (DG) van ESA met als centraal thema «Ruimtevaart ten dienste van de Europese samenleving» is overgenomen door de lidstaten. Aangaande het voorstel zijn twee resoluties aangenomen. De eerste resolutie betreft vooral politieke aspecten, de tweede resolutie betreft de implementatie middels diverse programma's.

De eerste resolutie:

– beschrijft het politiek, economisch-, wetenschappelijk-, milieu- en maatschappelijk belang van ruimtevaartactiviteiten;

– benadrukt belang van Europese samenwerking met alle spelers, publiek en privaat, en met name tussen ESA en de EU;

– roept op om technische en management bekwaamheden van ESA te versterken;

– benadrukt dat het belangrijk is het grote publiek te informeren over het maatschappelijk belang van ruimtevaartactiviteiten;

– steunt de voorstellen om gelijke (carrière)kansen voor mannen en vrouwen binnen ESA zeker te stellen;

– beschrijft de «industrial policy» met speciale aandacht voor positie toeleveranciers en het MKB;

– benadrukt dat een herstructurering van de Europese lanceerders sector nodig is om te zorgen dat Europa blijft beschikken over «independent and affordable access to space based on competitive Europe's launchers and launch base» en beschrijft aan welke randvoorwaarden de herstructurering moet voldoen.

Tijdens de Ministerconferentie gaf deze resolutie nog aanleiding tot discussie over een aantal onderwerpen. Duitsland en Frankrijk hadden een week voor de Ministerconferentie een akkoord bereikt over de herstructurering van de Europese lanceerders sector. Duitsland ziet dit als een noodzakelijke stap om de kosten te verlagen en daarmee de concurrentiepositie van de Europese lanceerders sector te verbeteren. De betreffende tekst is ter plekke aangescherpt, onder andere om de positie van de toeleveranciers te beschermen.

Spanje ging zeer ver in het afdwingen van een rapport op basis van een onderzoek naar de huidige en toekomstige activiteiten van de diverse ESA vestigingen en faciliteiten. Het is een publiek geheim dat Spanje op deze wijze probeert uitbreiding af te dwingen van het ESA grondstation in Villafranca tot een volwaardige ESA vestiging. Dit onderwerp zal op een volgende ESA Ministerconferentie zeker terugkeren.

De programma's

In de bijgevoegde tabel is een overzicht te vinden van de financiële omvang van de programma's en de Nederlandse inschrijving.

• Verplichte programma's

General Budget: Door de ESA DG was 919,7 miljoen Euro voor de periode 2002–2006 voorgesteld. Goedgekeurd is een budget van 825 miljoen Euro plus inflatiecorrectie.

Het Nederlandse aandeel komt daarmee op NLG 87 miljoen plus inflatiecorrectie.

Gevolgen: ESA zal nog meer moeten besparen door efficiëntie verhogende maatregelen. ESA zal o.a. minder gaan investeren in basis technologieontwikkeling.

Science programma: Na jaren van daling van het budget door het achterblijven van inflatiecorrectie was het voorstel van de ESA DG gericht op koopkrachtherstel en een kleine nominale stijging (1945 miljoen Euro + inflatiecorrectie). Dit voorstel werd sterk gesteund door Nederland en enkele andere kleine lidstaten. Echter D, F en UK vonden dit voorstel onacceptabel en stelden een budget van 1761 miljoen Euro zonder inflatiecorrectie voor. Uiteindelijk is onder druk van de voorzitter een budget van 1851 miljoen Euro zonder inflatiecorrectie geaccepteerd, zij het onder protest van enkele kleine lidstaten waaronder Nederland. De Nederlandse bijdrage komt uit op NLG 195 miljoen.

Gevolgen: Op de korte termijn (2002–2007) heeft dit lagere budget weinig gevolgen. Echter de langetermijnplanning van het Science programma zal drastisch herzien moeten worden door ESA, de advieslichamen en de lidstaten. Het schrappen van een van de hoofdmissies (GAIA) en een reservemissie (Edington) behoort hierbij tot de mogelijkheden. Voor het realiseren van toekomstige hoofdmissies zal vaker samenwerking met internationale partners gezocht moeten worden. Voor Nederlandse wetenschappers betekent dit minder mogelijkheden om deel te nemen in wetenschappelijke missies bij ESA. Wellicht dat voor Nederlandse wetenschappers ook gekeken moet worden naar de mogelijkheid om aan bilaterale missies deel te nemen, zoals in het verleden succesvol is gedaan met bijvoorbeeld Italië en de VS.

• Navigatie en plaatsbepaling

Galileo: Het ESA-deel van Galileo betreft de ontwikkeling en bouw van een prototype van de voor Galileo benodigde satellieten. Dit programma gaf aanleiding tot flinke discussie. Met name UK en NL wilden een sterke link leggen tussen de besluitvorming in ESA- en EU-verband en in beide fora hetzelfde standpunt uitdragen, d.w.z. zorgen uiten over de haalbaarheid van het business plan voor Galileo. Bij vrijwel alle andere landen stuitte dat op onbegrip, men zag het als onafhankelijke beslissingstrajecten. Uiteindelijk is een voor alle landen acceptabele oplossing gevonden.

De inschrijving voor het ESA-deel van Galileo is geopend met daarin opgenomen dat de inschrijving op 31.12.2001 sluit indien de EU Transportraad in december 2001 een positief besluit over Galileo neemt. Zo niet, dan blijft de inschrijving open tot en met 31 maart 2002, na de volgende Transportraad. Het werk kan pas beginnen nadat de Transportraad een positief besluit heeft genomen en de inschrijving is gesloten. Verder moet de organisatie van de samenwerking tussen ESA en EU in de ESA Council unaniem worden goedgekeurd door alle lidstaten, ook door de lidstaten die (nog) niet deelnemen in Galileo.

Onder deze voorwaarden heeft Nederland ad ref een inschrijving van NLG 38,3 miljoen aangegeven, inclusief een VenW-bijdrage van NLG 10,95 miljoen ten behoeve van validatie. De inschrijving dient voor sluiting van de inschrijvingstermijn definitief bevestigd te worden.

Ter plekke is door de lidstaten ingetekend voor een bedrag van 528 miljoen Euro (97%) op het voorgestelde budget van 547 miljoen Euro. D heeft aangekondigd nog aan een ophoging te denken en UK heeft aangekondigd na een positief besluit in de EU Transportraad een flinke inschrijving te zullen doen.

• Aardobservatie

Earth Observation Enveloppe Programme (EOEP): Door de ESA DG was 1699 miljoen Euro voor de periode 2003–2007 voorgesteld, gehoopt werd op ongeveer 1200 miljoen Euro. Resultaat is echter slechts 926 miljoen Euro. D, F en met name I bleven sterk achter bij de verwachtingen. Er is hoop dat er nog 100–150 miljoen Euro bij zal komen.

Omdat er activiteiten geschrapt zullen moeten worden, heeft NL net als Swe en UK het voorbehoud gemaakt dat dit aanleiding zou kunnen zijn de bijdrage te herzien omdat wellicht niet meer aan de beoogde doelen ten behoeve van gebruikers wordt voldaan. Hierover moet een besluit worden genomen voor de schriftelijke bevestiging van de Nederlandse inschrijving in januari 2002.

Gevolgen: De lidstaten zullen begin 2002 de planning voor activiteiten binnen dit wetenschappelijke aardobservatie programma herzien. Naar verwachting zal de tijd tussen de verschillende nieuwe missies verlengd worden en zal getracht worden om nieuwe missies goedkoper uit te voeren bijvoorbeeld middels internationale samenwerking.

Earth Watch: Programma gericht op operationele aardobservatie en in samenwerking met EU monitoren t.b.v. milieu en civiele veiligheid. Programma bestond uit vijf onderdelen. Drie hiervan zijn voldoende ingeschreven en kunnen van start gaan (GMES, Infoterra/Terrasar, Fuegosat). De NL-bijdrage is conform beoogd.

Gevolgen: De programma's Radarsat en Cosmo-Skymed werden slechts voor 15% resp. 7% ingeschreven en zullen derhalve niet als ESA programma uitgevoerd gaan worden. Voor deze twee programma's had Nederland geen bijdrage voorzien.

De lage inschrijving op Radarsat was een grote teleurstelling voor Canada. Middels dit programma bood Canada de Europese landen de gelegenheid gezamenlijk deel te nemen aan het vervolg op het succesvolle Radarsat-programma. Canada zal nog een laatste poging ondernemen om dit programma via ESA uit te voeren en zal anders met enkele landen bilaterale overeenkomsten aangaan. Naar verwachting zal ook Cosmo-Skymed alsnog als nationaal of multinationaal project van de grond komen.

• Telecommunicatieprogramma's

Op het totale pakket van 1500 miljoen Euro is voor ongeveer 950 miljoen Euro ingeschreven. Diverse landen hebben voor 350 miljoen Euro ingeschreven op het totaal van ARTES zonder de verdeling over de diverse onderdelen aan te geven.

Artes-1: Basistechnologie voor telecommunicatie. Iets meer dan 50% van totale budget van 50 miljoen Euro is ingeschreven. De NL-bijdrage is conform beoogd.

Gevolgen: Het programma kan van start maar diverse studies zullen geschrapt moeten worden.

Artes-3: Geen NL-bijdrage voorzien. Iets meer dan 45% van totale budget van 465 miljoen Euro is ingeschreven.

Gevolgen: Het programma kan van start maar diverse studies zullen geschrapt moeten worden.

Artes-4: Geen NL-bijdrage voorzien. Betreft Publiek-Private samenwerkings projecten. Flinke overinschrijving met 142% op het totale budget van 115 miljoen Euro.

Artes-5: Technologie-ontwikkeling, ook voor kleine ruimtevaartspelers. Minder dan 15% op totale budget van 370 miljoen Euro ingeschreven. De NL-bijdrage is conform beoogd.

Gevolgen: Waarschijnlijk kunnen alleen diverse kleine studies, waaronder studies die van belang zijn voor Nederlandse bedrijven en instituten, van start.

Artes-8: Ontwikkeling prototype grote telecom-satelliet. Ruim 25% ingeschreven op totale budget van 500 miljoen Euro. De NL-bijdrage is conform beoogd.

Gevolgen: Nu te weinig om van start te gaan maar zal waarschijnlijk wel van start kunnen nadat de algemene bijdragen à 350 miljoen Euro zijn toebedeeld.

• Internationale Ruimtestation

ISS Exploitatie: Op dit programma is geheel volgens verwachting ingeschreven (fixed cost 95%, variable cost 68%). Tegelijkertijd is 60% van het budget voor exploitatie van het internationale Ruimtestation geblokkeerd in afwachting van de positie van NASA aangaande bezuinigingen op het Internationale Ruimtestation. Een beslissing over deblokkering zal worden genomen in september 2002. De NL-bijdrage is conform beoogd. De bijdrage voor de variabele kosten is voor NL een in-kind bijdrage. Deze kosten worden uitgeruild met de NL-bijdrage aan de reddingssloep voor het Internationale Ruimtestation, de Crew Rescue Vehicle.

Commercial utilisation: Vanwege te lage inschrijvingen is besluitvorming over dit programma uitgesteld tot september 2002. Dit is pijnlijk omdat voor deze Publiek Private Samenwerking-constructie reeds 30 miljoen Euro door de industrie was toegezegd.

STEP: Studies voor technologie-ontwikkeling. Er is slechts met 12,4 miljoen Euro ingeschreven op dit «pay-as-you-go» programma. De NL-bijdrage is conform beoogd.

Gevolgen: Het programma kan van start maar diverse studies zullen geschrapt moeten worden. Studies die van belang zijn voor Nederlandse bedrijven en instituten kunnen naar verwachting wel worden opgestart.

Additional flight opportunities: Slechts 19% ingeschreven op een budget van 60 miljoen Euro (enkele kleine landen waaronder NL met een beoogde bijdrage van 3,5 miljoen Euro), echter op voorwaarde dat de grote landen ook meedoen. Aan deze voorwaarde zal waarschijnlijk niet worden voldaan omdat deze landen hun eigen astronauten liever zelf, in samenwerking met de Russen, de ruimte in sturen. De besluitvorming over dit programma is uitgesteld tot na ESA Council in maart 2002. Voor Nederland is dit teleurstellend omdat veel moeite is gestoken in pogingen om tot een meer gezamenlijke Europese aanpak te komen.

ELIPS: Microgewichtonderzoek. Op dit programma is voor 55% van het door de ESA DG voorgestelde budget van 320 miljoen Euro ingeschreven. Vooraf werd gehoopt op een kleine 70%. Vooral I en D bleven sterk achter bij de verwachtingen. Er is nog wel hoop op verdere inschrijvingen van 20–40 miljoen Euro tijdens de komende maanden. De NL-bijdrage is conform beoogd.

Gevolgen: Een aanzienlijk deel van de geplande activiteiten zal geen doorgang kunnen vinden. ESA en de lidstaten hebben begin december gezamenlijk een eerste opzet gemaakt voor een gewijzigd programma. Nederland heeft hierbij duidelijk aangegeven dat de wetenschappelijke activiteiten zoveel mogelijk gehandhaafd dienen te worden. Naar verwachting zal een gewijzigd activiteitenplan in maart 2002 vastgesteld kunnen worden.

• Lanceerders

Een week voor de ESA Ministerconferentie is door D en F een akkoord gesloten over de herstructurering van de Europese lanceerders sector waardoor voldoende inschrijvingen voor alle Ariane-onderdelen zijn ontvangen.

Ariane-5 Plus: Programma om de concurrentiepositie van Ariane-5 te verbeteren. Er is voor meer dan 100% ingetekend op een budget van 671,2 miljoen Euro. De NL-bijdrage is conform beoogd.

Ariane-5 ARTA: Basistechnologie voor Ariane-5. Er is voor 90% ingetekend op een budget van 340 miljoen Euro.

Ariane-5 Infrastructure: Bijdrage vaste kosten lanceerbasis. Er is voor een kleine 60% ingetekend op een budget van 234 miljoen Euro. De NL-bijdrage is conform beoogd. Het programma kan zeer waarschijnlijk wel van start gaan.

Lanceerbasis Kourou: Bijdrage operationele kosten lanceerbasis. 100% ingetekend op een budget van 423,2 miljoen Euro.De NL-bijdrage is conform beoogd.

• Exploratie van de ruimte

Aurora: Lange termijn plan voor verkenning van ons zonnestelsel. Op aandringen van Italië was het programma uitgebreid van 20 naar 40 miljoen Euro. Italië wenste namelijk 16 miljoen Euro in te zetten. Op de Ministerconferentie heeft Italië echter slechts voor 2 miljoen Euro ingetekend. Hierdoor is slechts voor 35% ingetekend op het voorgestelde budget van 40 miljoen Euro. Naar verwachting zullen I, en wellicht ook D, de komende maanden alsnog inschrijven. De NL-bijdrage is conform beoogd.

Gevolgen: Een aantal studies zullen geschrapt moeten worden.

Intekening door de lidstaten op de ESA programma's

ProgrammaVoorgesteld budget in miljoen EuroOmvang inschrijvingen in miljoen EuroLooptijdNederlandse bijdrage in miljoen Euro
General Budget919,78252002–200639,35
Science programma1945,1lopende e.c. *18692002–200688,33
Planetaire exploratie Aurora40lopende e.c. 14,12002–20040,93
Aardobservatie    
Earth Observ. Envelope Pr.1699926,442003–200734,64
Earth Watch – GMES83lopende e.c. 82,92002–20061,05
Earth W. – Infoterra/Terrasar3025 0,36
Earth Watch – Fuegosat109 0
Telecommunicatie    
ARTES 1 – 4e periode5027,222002–20060,5
ARTES 3465213,32002–20060
ARTES 4115163,52002–20060
ARTES 537053,852002–20062,75
ARTES 8 Large Platform500133,852002–20069
ARTES algemeen 3502002–20060
Satellietnavigatie    
Galileo547527,872002–200617,4
Internationale Ruimtestation    
Exploitatie vaste kosten705,1670,552002–200614,1
Exploitatie variabele kosten260,8176,142002–2006in-kind (5,22)
Crew Rescue Vehicleal eerderuitgesteld  
Additional Flight Opportunities uitgesteld  
Commercial utilisation uitgesteld  
Studies & Technology pro. 12,42002–20052,5
ELIPS320lopende e.c. 1742002–20066,4
Lanceerders    
Ariane ARTA340302,972003–20062,47
Future Technologiesal eerderuitgesteld  
Ariane 5 Plus, step 3671699,142002–200713,75
Ariane 5 Infrastructuur234131,452002–20045,12
CSG Kourou423,2423,22002–200615,28

NB: De cijfers dienen nog door de lidstaten bevestigd te worden en kunnen nog veranderen.

* Waarvan 17,7 miljoen Euro in 1999 is vastgelegd en 1851,3 miljoen Euro nieuw is.

lopende e.c.: Alles in economische condities 2001 tenzij aangegeven dat het om lopende Euro's gaat.

Naar boven