B
ADVIES RAAD VAN STATE EN NADER RAPPORT
Hieronder zijn opgenomen het advies van de Raad van State d.d. 15 december
1995 en het nader rapport d.d. 24 januari 1996, aangeboden aan de Koningin
door de minister van Justitie. Het advies van de Raad van State is cursief
afgedrukt.
Bij Kabinetsmissive van 11 oktober 1995, no.95.007334, heeft Uwe Majesteit,
op voordracht van de Minister van Justitie, bij de Raad van State ter overweging
aanhangig gemaakt de concept-nota van wijziging op het voorstel van een Aanpassingswet
in het kader van de Privatisering ABP (Aanpassingswet WPA) (Wijziging van
de Wet op de rechterlijke organisatie en van de Wet rechtspositie rechterlijke
ambtenaren), met toelichting.
Blijkens de mededeling van de Directeur van uw kabinet van 11 oktober
1995, nr. 95.007334, machtigde Uwe Majesteit de Raad van State zijn advies
inzake de bovenvermelde nota van wijziging rechtstreeks aan mij te doen toekomen.
Dit advies, gedateerd 15 december 1995, no. WO3.95.0539, bied ik u hierbij
aan.
1. Op grond van het voorgestelde nieuwe artikel 11c, derde lid, van de
Wet op de rechterlijke organisatie is de betrokkene, gedurende het tweede
jaar dat hij ongeschikt is tot het verrichten van zijn taak wegens ziekte,
verplicht een hem opgedragen taak te aanvaarden indien sprake is van gangbare
arbeid als bedoeld in artikel 18, vijfde lid, van de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering.
De termijn van herplaatsing gedurende het (eerste en) tweede jaar hangt samen
met artikel 11a, waarin is bepaald dat de voor het leven benoemde leden van
de rechterlijke macht gedurende twee jaar niet ontslagen mogen worden op grond
van ongeschiktheid tot het verrichten van hun taak wegens ziekte. De Raad
van State wijst erop dat de situatie zich kan voordoen dat een lid van de
rechterlijke macht ondanks zijn ongeschiktheid tot het verrichten van zijn
taak niet precies na twee jaar wordt ontslagen. Na deze periode is op grond
van de formulering van artikel 11c, derde lid, betrokkene niet meer verplicht
om gangbare arbeid te aanvaarden. Naar de Raad aanneemt is dat niet beoogd.
Hij adviseert deze leemte in artikel 11c, derde lid, van de Wet op de rechterlijke
organisatie te ondervangen.
1. De Raad van State heeft in de regeling van artikel 11c van de Wet op
de rechterlijke organisatie een leemte gesignaleerd die inderdaad ondervangen
dient te worden. De tekst van het artikel was ontleend aan artikel 57a, derde
lid, van het Algemeen Rijksambtenarenreglement (ARAR), zoals opgenomen in
het ontwerp-besluit houdende wijziging van het ARAR en enige andere rechtspositionele
regelingen in verband met de invoering van een WAO-conforme uitkering. In
zijn advies van 14 november 1995, no. WO4.95.0427, over dat ontwerp-besluit
had de Raad dan ook dezelfde leemte gesignaleerd. Artikel 11c is, gelet op
het advies van de Raad, in overeenstemming gebracht met het gewijzigde artikel
57a, derde lid, van het ARAR (Stb. 1996, 2).
2. Voor enkele redactionele kanttekeningen verwijst het college naar de
bij het advies behorende bijlage.
2. De redactionele kanttekeningen zijn in de nota van wijziging en de
toelichting daarop verwerkt.
De Raad van State geeft in overweging de concept-nota van wijziging aan
de Tweede Kamer der Staten-Generaal te zenden, nadat aan het vorenstaande
aandacht zal zijn geschonken.
De Vice-President van de Raad van State,
W. Scholten
Ik moge U verzoeken in te stemmen met toezending van de gewijzigde nota
van wijziging en de gewijzigde toelichting aan de Tweede Kamer der Staten-Generaal.
De Minister van Justitie,
W. Sorgdrager
Bijlage bij het advies van de Raad van State van 15 december
1995, no.W03.95.0539, met redactionele kanttekeningen die de Raad in overweging
geeft.
– In het opschrift «Privatisering Abp» wijzigen in:
Privatisering ABP.
– Met betrekking tot de vorm van de nota van wijziging aanwijzing
248 van de Aanwijzingen voor de regelgeving (Ar) in acht nemen.
– Gelet op de in de Wet op de rechterlijke organisatie gehanteerde
begrippen, in het voorgestelde artikel 11c, tweede, derde, vierde en vijfde
lid, «betrokkene» vervangen door: de ambtenaar, bedoeld in het
eerste lid.
– In artikel X, onderdeel A, het eerste lid van artikel 11b laten
vervallen.
– In artikel X, onderdeel A, in artikel 11c, vierde lid, mede gelet
op aanwijzing 52 Ar «Het bepaalde in dit artikel» vervangen door:
Dit artikel.
– In artikel X, onderdeel C, «artikel 12, eerste lid, aanhef
en onder a» wijzigen in: artikel 12, aanhef en onder a.
– In de toelichting op artikel X, onderdeel A, eerste alinea, «wordt
ontslagen» vervangen door: kan worden ontslagen.