24 439
Wijziging van het Burgerlijk Wetboek, de Ziektewet en enkele andere wetten in verband met loondoorbetaling door de werkgever bij ziekte van de werknemer (Wet uitbreiding loondoorbetalingsplicht bij ziekte)

nr. 7
NOTA VAN WIJZIGING

Ontvangen 16 november 1995

Het voorstel van wet wordt als volgt gewijzigd:

A

In artikel I worden de volgende wijzigingen aangebracht:

a. In onderdeel A wordt onder vernummering van 2 en 3 tot 3 en 4 een nieuw onderdeel 2 opgenomen, luidende:

2. Aan artikel 1638dd, vijfde lid, wordt een nieuwe zin toegevoegd, luidende:

De in de eerste volzin bedoelde aanspraak bestaat evenmin indien de ziekte het gevolg is van een gebrek waarover de arbeider bij het aangaan van de arbeidsovereenkomst de werkgever opzettelijk valse inlichtingen heeft gegeven en voor de tijd gedurende welke de arbeider door zijn toedoen zijn genezing heeft belemmerd of vertraagd dan wel hij, hoewel hij daartoe in staat is, zonder deugdelijke grond passende arbeid voor de werkgever of voor een door de werkgever met toestemming van de bedrijfsvereniging waarbij deze is aangesloten aangewezen derde, waartoe de werkgever hem in de gelegenheid stelt, niet verricht.

b. In onderdeel B wordt onder vernummering van 2 en 3 tot 3 en 4 een nieuw onderdeel 2 opgenomen, luidende:

2. Aan artikel 635, lid 3, wordt een nieuwe zin toegevoegd, luidende:

De werknemer heeft evenmin aanspraak op vakantie voor de tijd gedurende welke hij door zijn toedoen zijn genezing belemmert of vertraagt dan wel hij, hoewel hij daartoe in staat is, zonder deugdelijke grond passende arbeid voor de werkgever of voor een door de werkgever met toestemming van de bedrijfsvereniging waarbij deze is aangesloten aangewezen derde, waartoe de werkgever hem in de gelegenheid stelt, niet verricht.

B

Artikel IV wordt als volgt gewijzigd:

a. In het in onderdeel D voorgestelde artikel 29, zesde lid, vervalt na «onderdelen a tot en met d» de zinsnede: en g.

b. In het in onderdeel F voorgestelde artikel 29b worden, onder vernummering van het tweede lid in vierde lid, twee nieuwe leden ingevoegd, luidende:

2. Het ziekengeld, bedoeld in het eerste lid, bedraagt 70% van het dagloon van de verzekerde.

3. In afwijking van het tweede lid wordt het ziekengeld op verzoek van de werkgever gesteld op het dagloon, met dien verstande dat het ziekengeld niet meer kan bedragen dan de aanspraak van de werknemer op het loon dat de werkgever verschuldigd zou zijn, indien daarop geen ziekengeld in mindering zou zijn gebracht.

c. Het in onderdeel J voorgestelde artikel 38 wordt gewijzigd als volgt:

1°. In het eerste lid, derde volzin, wordt «dertien werken» vervangen door: dertien weken.

2°. In het tweede lid, wordt «onderdeel d» vervangen door: onderdeel c.

3°. In het vijfde lid wordt «artikel 29a of 29b» vervangen door: artikel 29, tweede lid, onderdeel e, 29a of 29b.

d. Onderdeel M, onder 4°, vervalt.

e. In onderdeel O wordt de zinsnede «anders dan wegens zwangerschap of bevalling» vervangen door: anders dan zwangerschap en bevalling.

f. Onderdeel P, onder 3°, komt te luiden:

3°. Onder vervanging van de punt aan het einde van onderdeel i door een puntkomma, wordt een nieuw onderdeel toegevoegd, luidende:

j. indien de verzekerde door zijn doen of laten het Algemeen Werkloosheidsfonds dat deel uitmaakt van het Tijdelijk instituut voor coördinatie en afstemming of de bedrijfsvereniging benadeelt of zou kunnen benadelen. Onder benadeling in de zin van dit onderdeel is niet begrepen het niet nakomen van de verplichtingen, bedoeld in de artikelen 31, eerste lid, en 49.

g. Na onderdeel R wordt een nieuw onderdeel ingevoegd, luidende:

Rr

Voor de tekst van artikel 70 wordt het cijfer 1. geplaatst, waarna een tweede lid wordt toegevoegd, luidende:

2. Het ziekengeld bedraagt 70% van het dagloon van de verzekerde.

C

Artikel V wordt als volgt gewijzigd:

a. Onderdeel D, onder 2°, komt te luiden:

2°. Onder vervanging van de punt aan het einde van onderdeel e door een puntkomma wordt een nieuw onderdeel f toegevoegd, luidende:

f. de bedragen die de bedrijfsvereniging ontvangt door toepassing van artikel 38, vierde lid, van de Ziektewet en artikel 71a, tweede en derde lid, van de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering.

b. De onderdelen F en G worden geletterd G en H, waarna een nieuw onderdeel F wordt ingevoegd, luidende:

F

In artikel 92 wordt, onder verlettering van de onderdelen c en d in d en e, een nieuw onderdeel c ingevoegd, luidende:

c. de premies op grond van artikel 68 van de Ziektewet;.

D

Aan het einde van artikel VI, onderdeel B, wordt «de artikelen» vervangen door: de artikelen 29,.

E

Aan het einde van artikel VII, onderdeel B, wordt «de artikelen» vervangen door: de artikelen 29,.

F

Onder vernummering van de artikelen XXXVII en XXXVIII in XLII en XLIII worden vijf nieuwe artikelen ingevoegd, luidende:

ARTIKEL XXXVII

Indien het bij koninklijke boodschap van 21 september 1994 ingediende voorstel van wet tot wijziging van de sociale zekerheidswetten in verband met de nadere vaststelling van een stelsel van administratieve sancties, alsook tot wijziging van de daarin vervatte regels tot terugvordering van ten onrechte betaalde uitkeringen en de invordering daarvan (wet boeten, maatregelen en terug- en invordering sociale zekerheid; Kamerstukken II 1994/95, 23 909) op een later tijdstip tot wet wordt verheven en in werking treedt dan deze wet, wordt deze wet als volgt gewijzigd:

A

Het in artikel IV, onderdeel J, voorgestelde vierde lid van artikel 38 van de Ziektewet vervalt, waarna het vijfde lid wordt vernummerd tot vierde lid.

B

Artikel IV, onderdeel O, komt te luiden:

O

In artikel 44, eerste lid, worden de volgende wijzigingen aangebracht:

1°. In onderdeel a vervalt de zinsnede «, anders dan zwangerschap en bevalling».

2°. In onderdeel f wordt «artikel 38, tweede lid» vervangen door: artikel 38a, eerste en derde lid.

3°. In onderdeel g wordt de zinsnede «artikel 30, vierde lid, opgelegde verplichting,» vervangen door: artikel 30, eerste en derde lid, opgelegde verplichtingen.

4°. Onder vervanging van de punt aan het einde van onderdeel i door een puntkomma, wordt een nieuw onderdeel toegevoegd, luidende:

j. indien de verzekerde door zijn doen of laten het Algemeen Werkloosheidsfonds dat deel uitmaakt van het Tijdelijk instituut voor coördinatie en afstemming of de bedrijfsvereniging benadeelt of zou kunnen benadelen. Onder benadeling in de zin van dit onderdeel is niet begrepen het niet nakomen van de verplichtingen, bedoeld in de artikelen 31 en 49.

C

Artikel IV, onderdeel P, vervalt.

D

Artikel V, onderdeel D, onder 2°, vervalt.

E

Het in artikel VI, onderdeel E, voorgestelde tweede, derde en vijfde lid van artikel 71a van de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering vervallen, waarna het vierde lid wordt vernummerd tot tweede lid.

ARTIKEL XXXVIII

Indien het bij koninklijke boodschap van 21 september 1994 ingediende voorstel van wet tot wijziging van de sociale zekerheidswetten in verband met de nadere vaststelling van een stelsel van administratieve sancties, alsook tot wijziging van de daarin vervatte regels tot terugvordering van ten onrechte betaalde uitkeringen en de invordering daarvan (wet boeten, maatregelen en terug- en invordering sociale zekerheid; Kamerstukken II 1994/95, 23 909) op een later tijdstip tot wet wordt verheven en in werking treedt dan deze wet, wordt eerstgenoemde wet als volgt gewijzigd:

A

Artikel I, onderdeel K, onder 2., komt te luiden:

2. Aan het slot worden, onder vervanging van de punt in een puntkomma, twee nieuwe onderdelen toegevoegd, luidende:

e. de bedragen die de bedrijfsvereniging ontvangt door toepassing van artikel 27a;

f. de bedragen die de bedrijfsvereniging ontvangt door toepassing van artikel 38, vierde lid, van de Ziektewet en artikel 71a, tweede en derde lid, van de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering.

B

In artikel II wordt na onderdeel E een nieuw onderdeel Ee ingevoegd, luidende:

Ee

In artikel 38 wordt, onder vernummering van het vierde lid in vijfde lid, een nieuw vierde lid ingevoegd, luidende:

4. Indien de werkgever de verplichting, bedoeld in het derde lid niet of niet behoorlijk is nagekomen legt de bedrijfsvereniging hem een boete op van f 1000,–. De artikelen 45a, derde, vierde en zesde lid, 45b, 45c, 45e, eerste lid, eerste volzin, en tweede lid, en 45g, eerste, vijfde, zevende, negende en tiende lid, zijn van overeenkomstige toepassing.

C

In het in artikel II, onderdeel G, voorgestelde artikel 45, eerste lid, worden de volgende wijzigingen aangebracht:

1°. In onderdeel d wordt «artikel 38, eerste lid» vervangen door: artikel 38a, eerste en derde lid.

2°. In onderdeel e wordt de zinsnede «artikel 30, vierde lid, opgelegde verplichting,» vervangen door: artikel 30, eerste en derde lid, opgelegde verplichtingen.

3°. Aan het einde van onderdeel i wordt de punt vervangen door een puntkomma en wordt een nieuw onderdeel toegevoegd, luidende:

j. indien de verzekerde door zijn doen of laten het Algemeen Werkloosheidsfonds dat deel uitmaakt van het Tijdelijk instituut voor coördinatie en afstemming of de bedrijfsvereniging benadeelt of zou kunnen benadelen. Onder benadeling in de zin van dit onderdeel is niet begrepen het niet nakomen van de verplichtingen, bedoeld in de artikelen 31, eerste lid, en 49.

D

Artikel III, onderdeel L, komt te luiden:

L

In artikel 71a worden, onder vernummering van het tweede lid in vierde lid, een nieuw tweede en derde lid ingevoegd, alsmede een vijfde lid toegevoegd, luidende:

2. Indien de werkgever de verplichting, bedoeld in het eerste lid, zonder deugdelijke grond niet of niet behoorlijk is nagekomen, legt de bedrijfsvereniging hem een boete op van f 1000,–.

3. Indien de werkgever zonder deugdelijke gronden weigert mee te werken aan het opstellen of uitvoeren van het reïntegratieplan, legt de bedrijfsvereniging hem een boete op van f 10 000,–.

5. De artikelen 29a, derde, vierde en zesde lid, 29b, 29c, 29e, eerste lid, eerste volzin, en tweede lid en 29g, eerste, vijfde, zevende, negende en tiende lid, zijn van overeenkomstige toepassing.

ARTIKEL XXXIX

Indien het bij koninklijke boodschap van 24 mei 1995 ingediende voorstel van wet tot regeling van een verzekering voor nabestaanden (Algemene nabestaandenwet; Kamerstukken II 1994/95, 24 169) tot wet wordt verheven en in werking treedt, vervalt in artikel 2, eerste lid, onderdelen b en d van die wet, de zinsnede «de Ziektewet,».

ARTIKEL XL

Indien het bij koninklijke boodschap van 4 september 1995 ingediende voorstel van wet tot nadere wijziging van een aantal sociale zekerheidswetten (technische verbeteringen in verband met de wetten TAV, TBA en TZ, alsmede enige andere wijzigingen; Kamerstukken II 1994/95, 24 326) op een later tijdstip tot wet wordt verheven en in werking treedt dan deze wet, wordt deze wet als volgt gewijzigd:

A

Het in artikel IV, onderdeel D, voorgestelde artikel 29, tweede lid, onderdeel d, wordt vervangen door:

d. de verzekerde die op grond van artikel 7 als werknemer wordt beschouwd, vanaf de eerste dag van de ongeschiktheid tot werken, alsmede aan de vrijwillig verzekerde die bij ongeschiktheid tot werken wegens ziekte geen aanspraak kan maken op betaling van loon als bedoeld in artikel 1638c van Boek 7A van het Burgerlijk Wetboek, vanaf de derde dag van de ongeschiktheid tot werken;.

B

Artikel IV, onderdeel E, onder 2°, komt te luiden:

2°. In het negende lid wordt «artikel 29, vierde en tiende lid» vervangen door: artikel 29, vijfde lid.

ARTIKEL XLI

Indien het bij koninklijke boodschap van 4 september 1995 ingediende voorstel van wet tot nadere wijziging van een aantal sociale zekerheidswetten (technische verbeteringen in verband met de wetten TAV, TBA en TZ, alsmede enige andere wijzigingen; Kamerstukken II 1994/95, 24 326) op een later tijdstip tot wet wordt verheven en in werking treedt dan deze wet, wordt eerstgenoemde wet als volgt gewijzigd:

A

Artikel I, onderdeel C, komt te luiden:

C

Artikel 29, tweede lid, onderdeel d, wordt vervangen door:

d. de verzekerde die op grond van artikel 7 als werknemer wordt beschouwd, vanaf de eerste dag van de ongeschiktheid tot werken;.

B

De onderdelen E, F, onder 1, H, I, M en N van artikel I vervallen.

C

Het in artikel I, onderdeel P, voorgestelde artikel 70 wordt gewijzigd als volgt:

1°. De zinsnede «geen aanspraak op betaling van loon kan maken» wordt vervangen door: geen aanspraak kan maken op betaling van loon als bedoeld in artikel 1638c van Boek 7A van het Burgerlijk Wetboek.

2°. Voor de tekst wordt het cijfer 1. geplaatst, waarna een nieuw lid wordt toegevoegd, luidende:

2. Het ziekengeld bedraagt 70% van het dagloon van de verzekerde.

TOELICHTING

In deze Nota van wijziging wordt een aantal – hoofdzakelijk technische – wijzigingen in het wetsontwerp aangebracht. Deze wijzigingen betreffen technische verbeteringen, die het wetsvoorstel inhoudelijk niet wijzigen. Waar dit wel het geval is, wordt dit toegelicht. Tevens bevat deze nota een reeds in de Nota naar aanleiding van het verslag aangekondigde aanpassing van het eerder voorgestelde artikel 29b Ziektewet.

Onderdeel A

Ingevolge artikel 1638dd, vijfde lid, eerste zin, heeft de arbeider die de bedongen arbeid niet verricht wegens ziekte aanspraak op vakantie, tenzij de ziekte door zijn opzet is veroorzaakt.

Wij zijn van mening dat ook in de andere in artikel 1638c, derde lid, genoemde gevallen, waarin geen recht bestaat op loondoorbetaling in geval van ziekte, de aanspraak op vakantie dient te ontbreken. Er is geen reden waarom in deze gevallen waarin de arbeider geen recht heeft op loon, wel recht op vakantie zou moeten bestaan.

Artikel 635, derde lid, NBW is in dezelfde zin aangepast.

Onderdeel B, onder a en b

Onderdeel B, onder a en b, bevat de in de Nota naar aanleiding van het verslag aangekondigde aanpassing van artikel 29b Ziektewet. De wijzigingen houden in dat het ziekengeld – dat in beginsel 70% van het dagloon bedraagt – op verzoek van de werkgever wordt opgehoogd tot diens civielrechtelijke verplichtingen, zoals dit thans ook het geval is.

Onderdeel C, onder b

De op grond van de vrijwillige verzekering te betalen uitkeringen komen ten laste van het Algemeen Werkloosheidsfonds (AWf). Met de voorgestelde aanpassing van artikel 92 Werkloosheidswet wordt bereikt dat de premies terzake van de vrijwillige verzekering ten gunste van het AWf komen.

Onderdeel F, Artikelen XXXVII en XXXVIII

In de tekst van het voorliggende wetsvoorstel is uitgegaan van de situatie dat het op 21 september 1994 ingediende wetsvoorstel boeten, maatregelen, en terug- en invordering sociale zekerheid reeds in werking zou zijn getreden. De voorgestelde artikelen XXXVII en XXXVIII regelen het tegenovergestelde geval, nl. dat het voorliggende wetsvoorstel eerder in werking treedt. Beide wetsvoorstellen zijn daartoe aangepast. Opgemerkt wordt dat tot het tijdstip waarop het wetsvoorstel boeten, maatregelen en terug- en invordering sociale zekerheid in werking is getreden, de werkgeversboeten, bedoeld in artikel 38 ZW en 71a WAO, niet kunnen worden opgelegd.

Onderdeel F, Artikel XXXIX

Dit betreft een aanpassing van de Algemene Nabestaandenwet aan het vervallen van de premieheffing Ziektewet.

Onderdeel F, Artikelen XL en XLI

Bij het opstellen van de tekst van het voorliggende wetsvoorstel was er eveneens vanuit gegaan dat het op 4 september 1995 ingediende wetsvoorstel Nadere wijziging van een aantal sociale zekerheidswetten (technische verbeteringen in verband met de wetten TAV, TBA en TZ, alsmede enige andere wijzigingen) reeds in werking zou zijn getreden. De artikelen XL en XLI regelen de situatie dat laatstgenoemd wetsvoorstel later in werking treedt dan het voorliggende voorstel van wet.

Daarnaast is in de bepaling die handelt over de vrijwillig verzekerde die bij ziekte geen aanspraak kan maken op betaling van loon, met zoveel woorden bepaald dat het gaat om het loon in de zin van het Burgerlijk Wetboek. Dit spoort beter met het voorgestelde artikel 29, eerste lid, ZW, dat eveneens naar dat loonbegrip verwijst.

De Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,

R. L. O. Linschoten

De Minister van Justitie,

W. Sorgdrager

De Minister van Binnenlandse Zaken,

H. F. Dijkstal

Naar boven