24 429
Wijziging van de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten en enige andere wetten in verband met afschaffing van verzekeraarsbudgettering ten aanzien van de kosten van AWBZ-verstrekkingen

A
OORSPRONKELIJKE TEKST VAN HET WETSVOORSTEL EN VAN DE MEMORIE VAN TOELICHTING ZOALS VOORGELEGD AAN DE RAAD VAN STATE EN VOOR ZOVER NADIEN GEWIJZIGD

I VOORSTEL VAN WET

De artikelen X tot en met XII waren oorspronkelijk genummerd XI tot en met XIV.

Het oorspronkelijke artikel X luidde:

Artikel X

Artikel 2 van de Wet aanpassing uitkeringsregelingen overheveling opslagpremies wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste lid, onderdeel a, wordt «Onze Minister van Welzijn, Volksgezondheid en Cultuur» vervangen door: Onze Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport.

2. De tweede tot en met vijfde volzin van het tweede lid worden vervangen door:

Bij de vaststelling van het in het eerste lid, onderdeel a, bedoelde premiepercentage, kan, met inachtneming van de eerste volzin, rekening worden gehouden met:

a. een door Onze Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, en Onze Minister vast te stellen gedeelte van de premie voor de AWBZ, gebaseerd op de wijziging van de premie voor de AWBZ, gebaseerd op de wijziging van de premie voor de AWBZ die voortvloeit uit een uitbreiding of beperking van de verzekeringsaanspraken ingevolge de AWBZ, onder gelijktijdige beperking, respectievelijk uitbreiding van de verzekeringsaanspraken ingevolge de Zfw;

b. het bedrag ter grootte van het deel van de rijksbijdrage dat in verband met de wijziging van het stelsel van ziektekostenverzekeringen wordt overgeheveld van het Algemeen Fonds Bijzondere Ziektekosten, bedoeld in artikel 38 van de Wet financiering volksverzekeringen naar de Algemene Kas, bedoeld in artikel 71 Zfw;

c. een bedrag ter grootte van 185 miljoen gulden, dat in verband met wijzigingen in het stelsel van ziektekostenverzekeringen uit het Algemeen Fonds Bijzondere Ziektekosten wordt teruggetrokken;

d. de verhoging van lasten, die het gevolg is van de in de Wet voorzieningen gehandicapten geregelde overheveling van voorzieningen voor gehandicapten van de AAW naar de AWBZ en gemeenten.

II MEMORIE VAN TOELICHTING

Algemeen

In het zesde tekstblok – dat aanvangt met de woorden «De op grond van het voorgestelde artikel XII» – luidde de passage, die begint met de woorden «De argumentatie die» en eindigt met de woorden «wettelijke solvabiliteitseisen», oorspronkelijk als volgt:

De argumentatie die ten grondslag ligt aan het meerderheidsadvies van de Ziekenfondsraad heeft de leidraad gevormd bij het maken van bovenstaande keuze. Tevens is in de afweging betrokken dat er ten aanzien van twee van de drie verzekeringssectoren ook andere redenen bestaan om de AWBZ-reserves niet te laten meegaan met de vanuit de AWBZ over te hevelen zorgaanspraken. Dit geldt in de eerste plaats voor de particuliere verzekeringen. Toen destijds de thans per 1-1-1996 uit de AWBZ te verwijderen zorgaanspraken naar diezelfde AWBZ werden overgeheveld, is de daarmee gepaard gaande vrijval van verplichte solvabiliteitsreserves door particuliere verzekeraars niet op zodanige wijze ten gunste van de AWBZ ingezet dat daardoor het vormen van een afzonderlijke AWBZ-reserve via de nominale AWBZ-premie achterwege is gebleven. Waar de reserves toen de zorgaanspraken in deze zin niet volgden, zou het onlogisch zijn dit nu wel te laten geschieden.

In de tweede plaats moet worden gekeken naar de publiekrechtelijke ziektekostenregelingen voor ambtenaren. Ten aanzien van deze verzekeringssector ontbreekt een inhoudelijke reden om de AWBZ-reserves de over te hevelen zorgaanspraken te laten volgen. Voor de publiekrechtelijke ziektekostenregelingen als zodanig gelden immers geen wettelijke solvabiliteitseisen.

De eerste volzin van het zevende tekstblok luidde oorspronkelijk:

Wat betreft de ziekenfondsverzekering kan als aanvullende overweging worden genoemd dat er geen financiële noodzaak bestaat om de AWBZ-reserves de over te hevelen zorgaanspraken te laten volgen.

Artikelsgewijs

De toelichting op de artikelen X tot en met XII was oorspronkelijk de toelichting op de artikelen XI tot en met XIV.

De toelichting op het oorspronkelijke artikel X luidde:

Artikel X (overhevelingstoeslag)

De terugheveling van zorgaanspraken uit de AWBZ naar de ziekenfondsverzekering en de particuliere en publiekrechtelijke ziektekostenverzekeringen zal niet alleen tot het vervallen van de nominale AWBZ-premie leiden, maar ook tot een daling van de procentuele AWBZ-premie. Zoals in 1992 bij gelegenheid van de pakketuitbreiding van de AWBZ het nadeel van een AWBZ-premiestijging ten laste van werknemers werd gebracht, zal bij de voorgenomen pakketbeperking van de AWBZ het daaruit voortvloeiende premievoordeel ten gunste van de werknemers dienen te worden gebracht.

De aan de terugheveling van AWBZ-zorgaanspraken verbonden premiemutatie zal daarom bij de vaststelling van het percentage van de zogenoemde fictieve AWBZ-premie, die de grondslag vormt voor de bepaling van de hoogte van de overhevelingstoeslag, buiten beschouwing dienen te blijven.

De huidige tekst van artikel 2, tweede lid, van de Wet aanpassing uitkeringsregelingen overheveling opslagpremies (WAUOO), die de bijzonderheden van de fictieve AWBZ-premie regelt, voorziet op dit punt slechts in het buiten beschouwing laten van AWBZ-premiestijging die het gevolg is van uitbreiding van het AWBZ-aansprakenpakket. Artikel X van het onderhavige wetsvoorstel stelt een aangepaste tekst van vorenbedoeld artikel voor, waarin de mogelijkheid is opgenomen om niet alleen met premiestijging als gevolg van pakketuitbreiding, maar tevens met premiedaling, voortvloeiend uit pakketbeperking, rekening te houden. Het artikel zal er toe leiden dat de werkgeverslasten als gevolg van de voorgenomen terugheveling van pakketonderdelen geen wijziging zullen ondergaan.

Ten slotte is de vormgeving van het tweede lid van artikel 2 van de WAUOO herzien.

Naar boven