24 417
Regeling van tijdelijke bijdragen aan havenbedrijven voor herstructurering van de arbeidsvoorziening in havens ter vervanging van hoofdstuk V van de Werkloosheidswet (Wet tijdelijke bijdrage herstructurering arbeidsvoorziening havens)

nr. 1
KONINKLIJKE BOODSCHAP

Aan de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Wij bieden U hiernevens ter overweging aan een voorstel van wet tot regeling van tijdelijke bijdragen aan havenbedrijven voor herstructurering van de arbeidsvoorziening in havens ter vervanging van hoofdstuk V van de Werkloosheidswet (Wet tijdelijke bijdrage herstructurering arbeidsvoorziening havens).

De toelichtende memorie (en bijlagen), die het Wetsvoorstel vergezelt, bevat de gronden waarop het rust.

En hiermede bevelen Wij U in Godes heilige bescherming.

's-Gravenhage

20 september 1995

Beatrix

nr. 2
Voorstel van wet

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:

Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is de regeling bijdragen aan havenbedrijven in kosten die voortvloeien uit een loongarantieregeling in hoofdstuk V van de Werkloosheidswet in te trekken en ter vervanging daarvan tijdelijk een bijdrage te verlenen in de kosten van herstructurering van de arbeidsvoorziening in havengebieden in verband met de omvorming van die havenbedrijven in havenpools;

Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

HOOFDSTUK 1

BEGRIPSBEPALINGEN

Artikel 1

In deze wet en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder:

a. Onze Minister: Onze Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid;

b. Tijdelijk instituut voor coördinatie en afstemming: het Tijdelijk instituut voor coördinatie en afstemming, bedoeld in hoofdstuk IV van de Organisatiewet sociale verzekeringen;

c. College van toezicht sociale verzekeringen: het College van toezicht sociale verzekeringen, bedoeld in hoofdstuk II van de Organisatiewet sociale verzekeringen;

d. Algemeen Werkloosheidsfonds: het fonds, genoemd in artikel 103 van de Werkloosheidswet;

e. havenpool: de rechtspersoonlijkheid bezittende, en in een havengebied gevestigde onderneming die zich uitsluitend of nagenoeg uitsluitend bezighoudt met het doen verrichten van havenwerkzaamheden door bij hem in dienst zijnde werknemers bij andere ondernemingen in dat havengebied.

f. partijen: verenigingen van werknemers en verenigingen van werkgevers dan wel een werkgever, die overeenkomsten sluiten over arbeidsvoorwaarden, die gelden voor werkzaamheden in havens.

HOOFDSTUK 2

TIJDELIJKE BIJDRAGE

Artikel 2

1. Het Tijdelijk instituut voor coördinatie en afstemming verleent aan door Onze Minister aan te wijzen rechtspersonen ten laste van het Algemeen Werkloosheidsfonds bijdragen in de kosten van de herstructurering van de arbeidsvoorziening in havens met het oog op om- her- en bijscholing van werknemers en reorganisatie.

2. Voor aanwijzing komt in aanmerking de rechtspersoon, die is opgericht met als doel de bijdragen bedoeld in het eerste lid te beheren ten behoeve van de havenpool, die is opgericht in verband met de reorganisatie bij de werkgever, die op 1 januari 1995 in aanmerking kwam voor een bijdrage op grond van hoofdstuk V van de Werkloosheidswet, zoals dat hoofdstuk luidde op de dag voorafgaande aan de datum van inwerkingtreding van deze wet.

3. In het bestuur van de aangewezen rechtspersoon is het aantal leden, dat afkomstig is van organisaties van werknemers gelijk aan het aantal dat afkomstig is van organisaties van werkgevers, terwijl de voorzitter niet afkomstig is van één van deze organisaties.

Artikel 3

Het Tijdelijk instituut voor coördinatie en afstemming verleent de bijdrage aan de rechtspersoon, bedoeld in artikel 2, indien:

a. voor 1 januari 1996 in een overeenkomst tussen partijen, die ten minste geldig is tot 1 januari 2000, is bepaald, dat voor de inhuur van personeel gebruik wordt gemaakt van de havenpool; en

b. bij die rechtspersoon op basis van die overeenkomst een reservefonds wordt gevormd om tegenvallers in de havenpool op te vangen.

Artikel 4

De bijdrage in de kosten van de herstructurering wordt in ieder geval verleend voor de kosten die gemaakt zijn:

a. voor om-, her- en bijscholing van de werknemers, die op 1 januari 1995 in dienst waren van een werkgever als bedoeld in het tweede lid van artikel 2, wegens het oprichten van de havenpool;

b. voor organisatie-advies of anderszins in verband met de omvorming van de organisatie van een onder a bedoelde werkgever;

c. voor outplacement van de onder a bedoelde werknemers;

d. in verband met tijdelijke improduktiviteit.

Artikel 5

1. Bij ministeriële regeling wordt bepaald welk bedrag over de periode tot en met 1999 voor de op grond van artikel 2 aangewezen rechtspersonen ten hoogste beschikbaar is voor de bijdrage in de kosten van de herstructurering, bedoeld in deze wet, en hoe dit bedrag over die rechtspersonen wordt verdeeld.

2. Bij de in het eerste lid bedoelde ministeriële regeling wordt tevens bepaald welk bedrag in de jaren tot en met 1999 ten hoogste in een bepaald jaar wordt verleend.

Artikel 6

1. Het Tijdelijk instituut voor coördinatie en afstemming verleent de bijdrage op aanvraag van de aangewezen rechtspersoon.

2. Het Tijdelijk instituut voor coördinatie en afstemming legt bij het verlenen van de bijdrage aan de rechtspersoon in ieder geval verplichtingen op met betrekking tot:

a. de administratie van de uitgaven;

b. het verstrekken van gegevens, inzage in bescheiden en medewerking aan boekenonderzoek;

c. het stellen van zekerheid voor verleende voorschotten;

d. het afleggen van rekening en verantwoording van de uitgaven;

3. Bij het verlenen van de bijdrage stelt het Tijdelijk instituut voor coördinatie en afstemming de eis, dat de rechtspersoon ervoor zorg draagt:

a. dat de havenpool de winst in de periode tot en met 1998 slechts bestemt voor de toename van het eigen vermogen; en

b. dat het reservefonds, bedoeld in artikel 3, onderdeel b, tenminste in de jaren 1996 tot en met 1999 zal worden gevoed met substantiële geldelijke bijdragen van werkgevers en werknemers.

Artikel 7

1. Het College van toezicht sociale verzekeringen houdt toezicht op de rechtmatigheid en doelmatigheid van de uitvoering van deze wet door het Tijdelijk instituut voor coördinatie en afstemming.

2. Artikel 89, tweede lid, van de Organisatiewet sociale verzekeringen is van overeenkomstige toepassing.

HOOFDSTUK 3

FINANCIERING BIJDRAGEN

Artikel 8

Aan artikel 93 van de Werkloosheidswet wordt – onder vervanging van de punt aan het slot door een puntkomma – een nieuw onderdeel f toegevoegd, luidende:

f. de bijdragen op grond van de Wet tijdelijke bijdrage herstructurering arbeidsvoorziening havens.

HOOFDSTUK 4

BEËINDIGING HAVENBIJDRAGEREGELING EN OVERGANGSBEPALINGEN

Artikel 9

De Werkloosheidswet wordt als volgt gewijzigd:

A. Hoofdstuk V vervalt.

B. Artikel 130 vervalt.

Artikel 10

1. De bijdrage, die het Tijdelijk instituut voor coördinatie en afstemming voor de datum van inwerkingtreding van deze wet op grond van hoofdstuk V van de Werkloosheidswet, zoals dat hoofdstuk luidde op de dag voorafgaande aan die inwerkingtreding, aan een aangewezen werkgever verleent, voortvloeiend uit een loongarantieregeling, kan op verzoek van die werkgever voor het kalenderjaar 1995 vervangen worden door een bijdrage in de kosten van de herstructurering op grond van deze wet. De artikelen 4 en 5 zijn van overeenkomstige toepassing.

2. Hoofdstuk V van de Werkloosheidswet, zoals dat hoofdstuk luidde op de dag voorafgaande aan de datum van inwerkingtreding van deze wet, blijft van toepassing op de verplichtingen van het Tijdelijk instituut van coördinatie en afstemming over de tijdvakken gelegen voorafgaande aan de dag waarop deze wet in werking treedt, voor zover in deze wet niet anders is bepaald.

3. Indien het Tijdelijk instituut voor coördinatie en afstemming op of na de datum van inwerkingtreding van deze wet op grond van het eerste en tweede lid een bijdrage vaststelt voor een op grond van dat hoofdstuk V van de Werkloosheidswet aangewezen werkgever, kan deze bijdrage aan een rechtspersoon aangewezen op grond van deze wet worden uitbetaald.

Artikel 11

1. Het Tijdelijk instituut voor coördinatie en afstemming verstrekt op aanvraag aan de op grond van hoofdstuk V van de Werkloosheidswet, zoals dat hoofdstuk luidde op de dag voorafgaande aan de datum van inwerkingtreding van deze wet, aangewezen werkgever, een overgangsbijdrage, indien de arbeidsvoorziening in het havengebied, waarin die werkgever hoofdzakelijk werkzaam is, op 1 januari 1996 niet is gereorganiseerd als in deze wet wordt bedoeld.

2. Bij ministeriële regeling wordt bepaald welk bedrag over de periode tot en met 1999 ten hoogste beschikbaar is voor de overgangsbijdragen voor de in het eerste lid bedoelde werkgevers en hoe dit bedrag over die werkgevers wordt verdeeld.

3. Bij de in het tweede lid bedoelde ministeriële regeling wordt tevens bepaald welk bedrag in de jaren tot en met 1999 ten hoogste in een bepaald jaar wordt verleend.

4. Artikel 6, tweede lid, is van overeenkomstige toepassing.

HOOFDSTUK 5

SLOTBEPALINGEN

Artikel 12

Deze wet treedt in werking met ingang van 1 januari 1996 en vervalt met ingang van 1 januari 2000.

Artikel 13

Deze wet wordt aangehaald als: Wet tijdelijke bijdrage herstructurering arbeidsvoorziening havens.

Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren wie zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.

Gegeven

De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,

Naar boven