nr. 47
BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN BINNENLANDSE ZAKEN
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
's-Gravenhage, 12 juli 1996
Bij brief van 17 april 1996 heb ik u mijn antwoorden op de kamervragen
van 26 maart 1996 gesteld door de leden Remkes, Kamp en Cornielje (allen VVD)
toegezonden. (Zie Aanhangsel 1995–1996, nr. 986)
In aanvulling daarop deel ik u – mede namens de staatssecretaris
van Financiën – mee dat ingaande 1996, vooruitlopend op het kabinetsstandpunt
inzake het rapport «Baggeren of doormodderen», binnen artikel
12 de volgende gedragslijn gevolgd zal worden met betrekking tot (achterstallig)
onderhoud aan waterbodems:
a. de jaarlijkse onderhoudslasten (regulier) zullen worden betrokken bij
de berekening van het relevante begrotingstekort. Daarbij wordt uitgegaan
van 75% van wat – door externe rapporten ondersteund – optimaal
wordt geacht;
b. indien – op basis van externe rapporten – sprake is van
achterstallig onderhoud aan waterbodems, kunnen de lasten die hieruit voortvloeien
(op basis van een maximale afschrijvingstermijn van 10 jaar) binnen een meerjarensaneringstraject
betrokken worden bij de berekening van het relevante begrotingstekort.
Voor de volledigheid merk ik op dat het eerdergenoemde kabinetsstandpunt
mogelijk nog van invloed kan zijn op de hiervoor geschetste gedragslijn.
Het vorenstaande heeft overigens uitsluitend betrekking op de waterkwantiteit.
Voorzover sprake is van milieubaggeren wordt een en ander niet betrokken
in het relevante begrotingstekort. Hiervoor bestaat immers de mogelijkheid
dat de gemeente een aanvraag voor een bijdrage kan indienen bij het ministerie
van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer.
Voor de goede orde merk ik hierbij op dat het betrekken van deze kosten
bij de berekening van het relevante begrotingstekort nog geen enkele uitspraak
doet omtrent de hoogte van de eventueel te verlenen artikel 12-steun. Daartoe
vindt een aparte afweging plaats waarbij tevens bezien wordt in hoeverre sprake
is van eigen beleid en welke mogelijkheden de gemeente nog heeft om de problematiek
zelf op te lossen. Het is evenwel staand artikel 12-beleid dat de omvang van
de eventuele steun niet uit kan gaan boven de omvang van het relevante begrotingstekort.
Ik vertrouw erop u met deze aanvullende informatie vooralsnog voldoende
te hebben geïnformeerd.
De Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken,
A. G. M. van de Vondervoort