Kamerstuk
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Dossier- en ondernummer | Datum brief |
---|---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 1995-1996 | 24400-V nr. 10 |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Dossier- en ondernummer | Datum brief |
---|---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 1995-1996 | 24400-V nr. 10 |
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
's-Gravenhage, 23 oktober 1995
Ten behoeve van het Algemeen Overleg, voorzien voor 1 november a.s., in de vaste commissie voor Buitenlands Zaken Uwer Kamer, moge het volgende dienen met betrekking tot het recente Staatsbezoek van Hare Majesteit de Koningin aan Indonesië.
Chronologie van de uitnodiging en vaststelling van de datum
Het Indonesische initiatief tot een Staatsbezoek van Hare Majesteit de Koningin dateert van enkele jaren geleden. En marge van de Milieuconferentie in Rio de Janeiro, mei 1992, heeft President Soeharto dit onderwerp ter sprake gebracht tegenover de toenmalige Minister-President. Tijdens het bezoek van Minister van Buitenlandse Zaken Van den Broek aan Jakarta in juli 1992 kwam de President hierop terug, waarbij toen de suggestie werd gedaan een Staatsbezoek te doen plaatsvinden in 1993. Bij gelegenheid van diens bezoek aan Nederland, in juni 1993, bracht de Indonesische Minister van Staat voor Onderzoek en Technologie Habibie een persoonlijke boodschap van President Soeharto over waarin deze wederom de uitnodiging voor een Staatsbezoek aanroerde. Zonder nadere specificatie werd thans gedacht aan 1995. Het laat zich veronderstellen dat de Indonesische autoriteiten een verband met het 50-jarig bestaan van de onafhankelijkheid voor ogen heeft gestaan.
Een Staatsbezoek is tijdens het verblijf van Minister-President Lubbers en Minister Kooijmans in Indonesië (begin april 1994) onderwerp geweest van een nadere gedachtenwisseling, nadat kort tevoren door tussenkomst van de Ambassadeur te Jakarta sondage was verricht over een aanvangsdatum (mogelijk 17 augustus). Hoewel aan Nederlandse zijde de besluitvorming dienaangaande nog niet was afgerond, werd namelijk de eventuele aanwezigheid van de Koningin in Jakarta op 17 augustus niet ten principale uitgesloten geacht (zie ook het antwoord op vragen van de leden Rosenmöller en Sipkes, Aanhangsel van de Handelingen, no. 1194, vergaderjaar 1994–1995, sub 4). Bij genoemde sondage is evenwel gebleken, dat voor de betrokken herdenking geen Staatshoofden zouden worden uitgenodigd en voorts dat vanwege de eigenlijke feestelijkheden de aandacht voor de Nederlandse Vorstin in het gedrang zou kunnen komen. Nader overleg met de Indonesische autoriteiten heeft geleid tot overeenstemming over een aanvangsdatum kort na de specifieke festiviteiten, te weten 21 augustus. Met instemming van Indonesische zijde is, in afwijking van het internationale gebruik dat aan staatsbezoeken eerst betrekkelijk kort tevoren officiële bekendheid pleegt te worden gegeven, vanwege speculaties in de Nederlandse media hiervan reeds op 30 januari 1995 door de RVD mededeling gedaan.
In algemene zin kunnen staatsbezoeken worden gezien als uiting en bevestiging van de uitstekende relaties tussen Nederland met het betrokken andere land, relaties die derhalve niet mogen worden ervaren als enigermate problematisch. Een staatsbezoek biedt voorts de gelegenheid, (nader) kennis te maken met het te bezoeken land.
Daarnaast heeft het vaak nuttige functies in het vlak van de verbreding en verdieping van de samenwerking op verschillende terreinen.
Deze uitgangspunten zijn alle betrokken in de afweging van de Indonesische uitnodiging in kwestie. Voor wat betreft de stand der betrekkingen kon worden vastgesteld dat in het bijzonder met het bezoek aan Indonesië van de toenmalige Minister-President en Minister van Buitenlandse Zaken, in 1994, het bilaterale klimaat dat na de Indonesische beslissing van maart 1992 onder druk was komen te staan, wederom zodanig was verbeterd dat daarmee de weg voor een Staatsbezoek van de Koningin als geëffend kon worden beschouwd.
Doelstelling was dan ook in de eerste plaats bevestiging van de huidige staat der betrekkingen, uitmondend in een verbreding en verdieping daarvan op politiek, cultureel/wetenschappelijk alsmede economisch terrein. Dit laatste met name door gelijktijdig optreden van een parallelle Economische Missie in de zin zoals door de Minister-President aangeduid tijdens de behandeling op 4 oktober jl. van de begroting van Algemene Zaken (Handelingen TK 8, pag. 8–490). Voorts zou een Staatsbezoek de Vorstin in de gelegenheid stellen, kennis te maken met het eigentijdse Indonesië. Een additionele dimensie van het Staatsbezoek was gelegen in de mogelijkheid om door de aanwezigheid van de Koningin aan de viering van 50 jaar Indonesische onafhankelijkheid reliëf te verlenen van Nederlandse zijde en aldus niet alleen de goede betrekkingen tussen beide landen te bekronen maar ook aan het bezoek historische betekenis te verbinden.
Aan het in gemeenschappelijk overleg tot stand gekomen programma van het Staatsbezoek kunnen de volgende elementen worden ontleend. Daarbij kan nog worden opgemerkt dat, zoals niet ongebruikelijk, tijdens het verblijf in Indonesië in het oorspronkelijke programma nog enkele wijzigingen werden aangebracht en zich enige kleine oneffenheden hebben voorgedaan, doch deze hebben in geen enkel opzicht afbreuk gedaan aan het welslagen van het bezoek.
21 augustus
– Kransleggingen door de Koningin op de erevelden Kalibata en Menteng Pulo, in aanwezigheid van een delegatie van Nederlandse oud-Indië-veteranen. Op Kalibata zijn Indonesische burger- en militaire slachtoffers begraven uit de Japanse bezettingstijd alsmede uit de daarop gevolgde dekolonisatiefase. Op het Nederlandse ereveld Menteng Pulo zijn ruim 4 200 slachtoffers uit diezelfde perioden bijgezet. Bij de kransleggingen was een achttal oud-Indië-veteranen aanwezig. Hun reis was bekostigd uit Rijksmiddelen (ten laste van de begroting van het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport). Een en ander was een rechtstreeks gevolg van de gebleken belangstelling, zowel aan Indonesische als aan Nederlandse zijde, voor een uitwisseling van veteranen in dit speciale herdenkingsjaar. Indonesische veteranen waren, naar verluidt als gevolg van een probleem van administratieve aard, verhinderd om de beide kransleggingen bij te wonen. Wel hebben de twee delegaties gezamenlijk kransen gelegd op het ereveld te Ancol waar zowel Indonesische als Nederlandse door de Japanse bezetter geëxecuteerde verzetsstrijders zijn bijgezet.
– Tijdens een bezoek aan het Erasmushuis werd vertegenwoordigers van de Nederlandse en Indonesische culturele samenwerkingsverbanden gelegenheid geboden, de Vorstin te ontmoeten.
– Staatsbanket: de teksten respectievelijk van de door het Indonesische Staatssecretariaat verstrekte Engelse weergave van de toespraak van de President tijdens het van Indonesische zijde aangeboden banket, alsmede van de bij die gelegenheid door Hare Majesteit de Koningin uitgesproken rede gaan hierbij.1
22 augustus
– Bezoek aan de tentoonstelling «Pameran Produksi Indonesia 1995», die een beeld geeft van de technische ontplooiing van het hedendaagse Indonesië. In aanwezigheid van de Vorstin vond aldaar tevens een ontvangst plaats voor PEM-deelnemers en hun Indonesische zakencontacten.
23 augustus
– Bezichtiging in Surabaya van een «Kampung Improvement Project».
– Ontvangst, aangeboden door Hare Majesteit de Koningin, aan boord van de Nederlandse fregatten «Van Nes» en «Van Galen», waartoe Indonesische autoriteiten, leden van de PEM en hun Indonesische contacten, alsmede Nederlandse en Indonesische veteranen waren uitgenodigd.
24 augustus
– Bezoek, eveneens in Surabaya, aan de moderne scheepswerf «PT PAL».
– Vertrek naar Yogyakarta.
25 augustus
– Vertrek naar Menado op het eiland Sulawesi.
26 augustus
– Rustdag.
27 augustus
– Vertrek naar Balikpapan op het eiland Kalimantan.
28 augustus
– Bezoek aan een tropenbosproject.
29 augustus
– Vertrek naar Palembang op Sumatra.
– Bezoek aan een kunstmestfabriek, een palmolie-plantage alsmede aan een Rubber Research Station.
– Vertrek naar Padang.
30 augustus
– Bezoek aan de «Andalas» universiteit; gesprek met stafleden en studenten.
– Einde van het Staatsbezoek.
31 augustus
– Vertrek naar Nederland.
Van de zijde van de Indonesische regering is allerwegen instemmend gereageerd, zowel op de tafelrede van de Koningin, alsook op de wijze waarop het gehele bezoek is verlopen. In de media daarentegen, met name in de Jakartaanse pers, vielen kritische geluiden te beluisteren, toegespitst op een tweetal thema's: de erkenning door Nederland van «17 augustus 1945» en de kwestie van het al dan niet aanbieden van Nederlandse excuses voor het verleden. Wat dit laatste betreft verdient vermelding, dat van officiële Indonesische zijde meermalen kenbaar is gemaakt dat aan verontschuldigingen van Nederlandse kant generlei behoefte werd gevoeld.
Evaluatie en resultaten van het Staatsbezoek
In politiek, economisch en emotioneel opzicht is het Staatsbezoek alleszins bevredigend verlopen en biedt uitzicht op positieve gevolgen op tal van terreinen in de Nederlands-Indonesische relatie. In dat verband kunnen nog speciaal worden genoemd: de nuttige gesprekken, en marge van het programma voor Hare Majesteit, met de Indonesische Minister van Buitenlandse Zaken, over een aantal belangrijke onderwerpen waarover de Kamer is ingelicht bij brief van 13 september 1995 (23 900 V nr. 56), alsmede de bij die gelegenheid overeengekomen institutionalisering van politiek overleg op ministerieel en hoog ambtelijk niveau en een versterking van de cultureel/wetenschapelijke samenwerking. Voorts zijn uiteraard het herstel van het aandeel van het Nederlandse bedrijfsleven op de Indonesische markt (o.m. met behulp van de Parallelle Economische Missie en de door de Regering geschapen «Indonesiëfaciliteit», alsmede de gesprekken van de Minister van Economische Zaken met verantwoordelijke Indonesische bewindslieden, van wezenlijk belang.
Samenvattend kan derhalve worden gesteld, dat het Staatsbezoek aan Indonesië geheel en al heeft beantwoord aan de eerdergenoemde uitgangspunten.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-24400-V-10.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.