24 345
Regels met betrekking tot de oprichting van de naamloze vennootschap N.V. RBB (Wet privatisering RBB)

nr. 11
BRIEF VAN DE MINISTER VAN BINNENLANDSE ZAKEN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

's-Gravenhage, 14 maart 1996

Bij de openbare behandeling in uw Kamer van de «Wet Privatisering RBB» (Kamerstuk 24 345) op 6 februari jl. heb ik u toegezegd de Kamer te informeren over de voortgang en de uitkomsten van de onderhandelingen over het zgn. sociaal statuut en de nieuwe cao voor de geprivatiseerde RBB. Deze toezegging heb ik herhaald in mijn brief van 8 februari jl. (24 345, nr. 10). Overeenkomstig deze toezeggingen kan ik u thans meedelen dat in de onderhandelingen over het sociaal statuut en de nieuwe cao voor de RBB een onderhandelingsresultaat is bereikt.

Het bereikte resultaat wordt nu aan de respectievelijke achterbannen voorgelegd. Aan de zijde van centrales van overheidspersoneel zullen twee centrales van overheidspersoneel dit onderhandelingsresultaat met een positief advies voorleggen en twee centrales van overheidspersoneel met een neutraal advies.

Ik ga er vanuit dat het achterbanberaad zal leiden tot het bekrachtigen van zowel sociaal statuut als cao. Hiermede meen ik uw Kamer voldoende te hebben ingelicht.

De Minister van Binnenlandse Zaken,

H. F. Dijkstal

Naar boven