24 341
Wijziging van de Algemene wet inzake rijksbelastingen en van enige andere wetten in verband met de invoering van de mogelijkheid tot het doen van aangifte op elektronische wijze (elektronische aangifte)

A
OORSPRONKELIJKE TEKST VAN HET VOORSTEL VAN WET EN VAN DE MEMORIE VAN TOELICHTING ZOALS VOORGELEGD AAN DE RAAD VAN STATE EN VOOR ZOVER NADIEN GEWIJZIGD

I. VOORSTEL VAN WET

1. In artikel II, onderdeel P, is «het tijdstip van de uitreiking van het aangiftebiljet» vervangen door: het tijdstip van uitreiking van het aangiftebiljet.

2. In artikel VII, onderdeel C.1., is na «wordt» ingevoegd: «aan de schenker» vervangen door «de schenker».

3. Het woord «electronische» is telkens vervangen door «elektronische».

II. MEMORIE VAN TOELICHTING

1. Het woord «floppy» is telkens vervangen door: diskette.

2. De woorden «electronisch» en «electronische» zijn telkens vervangen door «elektronisch» en «elektronische».

3. Aan paragraaf 3.1 is toegevoegd:

Naast de verschillende maatregelen die zullen worden getroffen om te voorkomen dat berichten (aangiften) geschonden of helemaal niet aankomen, zullen – aangezien nog niet veel ervaring met de elektronische aangifte bestaat – maatregelen in de sfeer van voorlichting e.d. worden getroffen die samenhangen met de bijzonderheden van de elektronische aangifte. In de handleiding op het gebruik van de diskette zal uitvoerig worden aangegeven welke apparatuur nodig is om elektronisch aangifte te doen en kan een speciaal daartoe opgerichte «help-desk» worden geraadpleegd. Indien de diskette of het bericht niet leesbeer blijkt te zijn (dit zal zich in uitzonderingsgevallen kunnen voordoen) zal contact worden opgenomen met de aangifteplichtige. Net als bij de schriftelijke aangifte – waar ook fouten bij de verzending kunnen voorkomen – geven het uitstelbeleid en het beleid met betrekking tot aanmaningen voldoende mogelijkheden te voorkomen dat dergelijke fouten nadelige gevolgen hebben voor de aangifteplichtige. In de praktijk zal dit beleid ook ten aanzien van de elektronische aangifte met de nodige souplesse worden toegepast.

Voorts zal de Belastingdienst de nodige maatregelen – van zowel technische als van organisatorische aard – treffen om de vertrouwelijkheid van de gegevens te waarborgen. Deze maatregelen liggen in lijn met hetgeen bij het elektronische betalingsverkeer in de bankwereld gebruikelijk is. Eén van die maatregelen is – voor zover mogelijk – het versleutelen van de berichten.

Overigens zij opgemerkt dat de gevaren voor onbedoelde kennisneming bij de elektronische aangifte niet groter zullen zijn dan bij de schriftelijke aangifte. Net als bij de schriftelijke zullen bij de elektronische aangifte maatregelen worden getroffen om onbedoelde kennisneming door derden te voorkomen.

4. In hoofdstuk 8, derde alinea, is de vindplaats van het daarin bedoelde begrotingshoofdstuk toegevoegd.

Naar boven