nr. 1
KONINKLIJKE BOODSCHAP
Aan de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Wij bieden U hiernevens ter overweging aan een voorstel van wet tot wijziging
van de Wet aansprakelijkheidsverzekering motorrijtuigen met de registratie
van de dekking van motorrijtuigen in bedrijfsvoorraad.
De toelichtende memorie (en bijlagen), die het Wetsvoorstel vergezelt,
bevat de gronden waarop het rust.
En hiermede bevelen Wij U in Godes heilige bescherming.
's-Gravenhage
7 september 1995
Beatrix
nr. 2
Voorstel van wet
Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van
Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben dat het wenselijk is de Wet aansprakelijkheidsverzekering
motorrijtuigen te wijzigen, in verband met de registratie van de dekking van
motorrijtuigen in bedrijfsvoorraad;
Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der
Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en
verstaan bij deze:
ARTIKEL I
De Wet aansprakelijkheidsverzekering motorrijtuigen wordt als volgt gewijzigd:
A
Artikel 2, vierde lid, laatste volzin, komt te luiden:
De verplichting tot verzekering is echter niet geschorst gedurende de
in artikel 13, vierde lid, en de in artikel 13a, zevende lid, tweede volzin, bedoelde periode. Hetzelfde geldt voor de periode die voortvloeit uit
artikel 13a, zesde lid, tweede volzin.
B
Artikel 13 wordt als volgt gewijzigd:
1. Het tweede lid komt te luiden:
2. Het in het eerste lid bedoelde overheidsorgaan houdt een register aan
waarin de in dat lid genoemde kennisgevingen worden aangetekend, alsmede de
door de verzekeraars gedane kennisgevingen, bedoeld in artikel 13a, tweede
lid en zesde lid.
2. Het zesde lid komt te luiden:
6. Een kennisgeving overeenkomstig het eerste lid wordt mede gedaan ten
aanzien van verzekeringen tot het dekken van de burgerrechtelijke aansprakelijkheid
waartoe in het verkeer aanleiding wordt gegeven door motorrijtuigen die voor
herstel of bewerking ter beschikking zijn gesteld van een natuurlijke persoon
of een rechtspersoon en die zijn voorzien van een kenteken dat niet voor een
bepaald voertuig is opgegeven, overeenkomstig het bepaalde bij of krachtens
artikel 37, derde lid van de Wegenverkeerswet 1994.
3. Het achtste lid komt te luiden:
8. Voor de uitvoering van dit artikel en van artikel 13a worden bij of
krachtens algemene maatregel van bestuur nadere regels gesteld.
C
Na artikel 13 wordt een artikel ingevoegd, luidende:
Artikel 13a
1. Een kennisgeving als bedoeld in artikel 13, eerste lid, wordt mede
gedaan ten aanzien van verzekeringen tot het dekken van de burgerrechtelijke
aansprakelijkheid waartoe in het verkeer aanleiding wordt gegeven door motorrijtuigen
die behoren tot de bedrijfsvoorraad van een overeenkomstig artikel 62 van
de Wegenverkeerswet 1994 erkende natuurlijke persoon of rechtspersoon.
2. De verzekeraar is verplicht aan het door Onze Minister van Verkeer
en Waterstaat aangewezen overheidsorgaan kennis te geven van het sluiten van
een verzekering als bedoeld in het eerste lid door een natuurlijke persoon
of een rechtspersoon als bedoeld in artikel 62 van de Wegenverkeerswet 1994.
3. De natuurlijke persoon of rechtspersoon, bedoeld in artikel 62 van
de Wegenverkeerswet 1994, is verplicht aan het overheidsorgaan kennis te geven
van het opnemen van het motorrijtuig in de bedrijfsvoorraad. Het overheidsorgaan
bevestigt deze kennisgeving voor ontvangst.
4. De kennisgeving, bedoeld in het tweede lid, geldt tezamen met de voor
ontvangst bevestigde kennisgeving, bedoeld in het derde lid, als de kennisgeving,
bedoeld in artikel 13, eerste lid, onder a.
5. De voor ontvangst door het overheidsorgaan bevestigde mededeling waaruit
blijkt dat het motorrijtuig de bedrijfsvoorraad verlaat, geldt als de kennisgeving
door de verzekeraar van het einde van de dekking met betrekking tot het motorrijtuig.
6. De verzekeraar is verplicht aan het overheidsorgaan kennis te geven
van de beëindiging, de vernietiging, de ontbinding en de schorsing van
de verzekering. Artikel 13, vierde lid, is van overeenkomstige toepassing.
7. De dekking met betrekking tot het motorrijtuig eindigt van rechtswege
doordat de mededeling aan het overheidsorgaan waaruit blijkt dat
het motorrijtuig de bedrijfsvoorraad verlaat door dat overheidsorgaan voor
ontvangst wordt bevestigd. De verplichtingen van de verzekeraar jegens de
benadeelde blijven echter bestaan voor ongevallen welke plaatsvinden binnen
16 dagen na de aanvang van de dag, volgende op die waarop de mededeling aan
het overheidsorgaan waaruit blijkt dat het motorrijtuig de bedrijfsvoorraad
verlaat, door dat overheidsorgaan voor ontvangst is bevestigd.
D
In artikel 34, eerste lid, wordt de zinsnede «het in artikel 13,
tweede lid, bedoelde register» vervangen door: het door het overheidsorgaan
aangehouden register.
ARTIKEL II
Met ingang van het tijdstip dat zowel deze wet in werking zal zijn getreden
als het bij koninklijke boodschap van 17 december 1992 ingediende voorstel
van wet tot wijziging van de Wegenverkeerswet 1994, houdende regeling van
de verzelfstandiging van de Rijksdienst voor het Wegverkeer, nadat het tot
wet is verheven, in werking is getreden, worden in artikel I de volgende wijzigingen
aangebracht:
a. In onderdeel B, artikel 13, tweede lid, wordt «Het in het eerste
lid bedoelde overheidsorgaan» vervangen door: De Dienst Wegverkeer.
b. In onderdeel C, artikel 13a, tweede lid, wordt «het door Onze
Minister van Verkeer en Waterstaat aangewezen overheidsorgaan» vervangen
door: de Dienst Wegverkeer.
In het derde lid, eerste zin, en in het vijfde, zesde en zevende lid wordt
«het overheidsorgaan» telkens vervangen door: de Dienst Wegverkeer.
In het derde lid, tweede zin, wordt «Het overheidsorgaan»
vervangen door: De Dienst Wegverkeer.
c. In onderdeel D, artikel 34, eerste lid, wordt «het overheidsorgaan»
vervangen door: de Dienst Wegverkeer.
ARTIKEL III
Deze wet treedt in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip.
Lasten en bevelen dat deze wet in het Staatsblad zal worden geplaatst
en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren wie zulks aangaat,
aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.
Gegeven
De Minister van Justitie,
De Minister van Verkeer en Waterstaat,