
Kamerstuk
24 263
Vaststelling van een Penitentiaire beginselenwet en daarmee verband
houdende intrekking van de Beginselenwet gevangeniswezen met uitzondering
van de artikelen 2 tot en met 5 en wijzigingen van het Wetboek van Strafrecht
en het Wetboek van Strafvordering alsmede enige andere wetten (Penitentiaire
beginselenwet)
nr. 12
AMENDEMENT VAN HET LID O. P. G. VOS
Ontvangen 11 februari 1997
De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:
In artikel 4 wordt na het tweede lid een nieuw lid ingevoegd, luidende:
3. De voordracht voor een algemene maatregel van bestuur krachtens het tweede lid wordt niet gedaan dan nadat het ontwerp aan de beide kamers der Staten-Generaal is overgelegd en sedert die overlegging 4 weken zijn verstreken.
Het penitentiaire programma ligt op de grens tussen vrijheid en onvrijheid. Het is van belang dat de Kamer zich uitlaat over de selectiecriteria en de verantwoordelijkheden van de functionarissen die bij de toepassing ervan een besluitvormende rol vervullen.
O. P. G. Vos