nr. 10
BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
's-Gravenhage, 22 november 1995
Tijdens de plenaire behandeling van bovengenoemd wetsvoorstel heb ik toegezegd
dat ik nog voor de stemmingen op donderdag 23 november a.s. informatie zou
verstrekken over mogelijke weglekeffecten naar de bijzondere bijstand, zoals door mevrouw Noorman-den Uyl aan mij is gevraagd. Door het verkorten
van de overlijdensuitkering zouden er problemen kunnen ontstaan bij het betalen
van de begrafenis of het doorbetalen van de huur of de bijdrage voor het bejaardenoord.
Wat betreft de begrafeniskosten mag ervan worden uitgegaan dat hiervoor
in het algemeen een verzekering is afgesloten. In 1994 werd slechts 600 000
gulden uit de bijzondere bijstand betaald voor het dekken van de kosten van
begrafenissen van 65-plussers.
Wat betreft de doorbetaling van de huur zullen bij gehuwden/ongehuwd samenwonenden
naar verwachting geen problemen ontstaan. Het huis blijft bewoond en kan door
de overblijvende partner worden doorbetaald. De uitkering van de overblijvende
partner wordt aan het begin van de maand van overlijden verhoogd naar het
70%-niveau, terwijl voor de overleden partner een overlijdensuitkering wordt
verstrekt ter grootte van een maand 50%-uitkering.
Bij alleenstaanden ligt dit anders. Na het overlijden van een alleenstaande
AOW-ontvanger wordt momenteel de AOW-uitkering over de maand van overlijden
en de vakantieuitkering tot en met de maand van overlijden uitbetaald. In
de nieuwe situatie wordt de uitkering en de vakantieuitkering tot en met de
dag van overlijden uitbetaald. De kosten van een bejaardenoord lopen door
tot het eind van de maand van overlijden. Ook de kosten van een huurhuis zullen
doorlopen tot het eind van de maand van overlijden en mogelijk nog de maand
daarna. Over het algemeen zullen de kosten gedekt kunnen worden uit het vermogen
van de overledene.
Uit cijfers van het CBS blijkt dat in 1991 4,3% van de alleenstaande bejaarden
geen of een negatief vermogen had. Het CBS tekent daarbij aan dat vermogen
in de vorm van contant geld en duurzame consumptiegoederen niet als vermogen
is meegeteld. Daarnaast kan, afhankelijk van de maand van overlijden, de vakantieuitkering
gebruikt worden om de kosten te dekken.
Geconcludeerd mag worden dat de weglek naar de bijstand vermoedelijk gering
is.
De Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,
R. L. O. Linschoten