nr. 7
NOTA VAN WIJZIGING
Ontvangen 16 november 1995
Het voorstel van wet wordt als volgt gewijzigd:
A. Aan artikel I wordt een nieuw onderdeel F toegevoegd, dat luidt:
F
Artikel 406d vervalt.
B. Na artikel I wordt een nieuw artikel IA ingevoegd, dat luidt:
ARTIKEL IA
In Boek 3 van het Burgerlijk Wetboek vervalt het derde lid van artikel
183.
C. In artikel II wordt een nieuw onderdeel 2a ingevoegd, dat luidt:
2a. In artikel 41a, eerste lid, onder b, wordt «een raad voor de
kinderbescherming» vervangen door: de raad voor de kinderbescherming.
D. Na artikel V worden twee nieuwe artikelen VA en VB ingevoegd, die luiden:
ARTIKEL VA
In de artikelen 33, eerste en tweede lid, 34 en 38, eerste, derde en vierde
lid, van de Wet Landelijk Bureau Inning Onderhoudsbijdragen vervallen telkens
de woorden: te Den Haag.
ARTIKEL VB
Artikel 89, eerste lid, onder c, van de Wet gemeentelijke basisadministratie
persoonsgegevens komt te luiden:
c. de raad voor de kinderbescherming.
E. Artikel VIII komt als volgt te luiden:
ARTIKEL VIII
Deze wet treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte
van het Staatsblad, waarin zij wordt geplaatst.
Toelichting
Artikel 406d (onderdeel A) dient, gelet op de nieuwe regeling van de ondertoezichtstelling,
waarbij de kinderrechter niet meer met de uitvoering van de ondertoezichtstelling
is belast, te vervallen. Overigens werd in de praktijk van deze regeling dat
de kinderrechter aan de ouders een bijdrage in de kosten van een aanwijzing
kon opleggen vrijwel geen gebruik gemaakt.
De onderdelen C en D, voor zover het gaat om artikel VB, betreffen technische
wijzigingen die voortvloeien uit de omvorming van de negentien raden voor
de kinderbescherming tot één raad voor de kinderbescherming.
Er kan dan niet meer gesproken worden van «een raad voor de kinderbescherming»
of van «raden voor de kinderbescherming».
Onderdeel D (invoeging artikel VA) betreft het Landelijk Bureau Inning
Onderhoudsbijdragen. Krachtens de Wet Landelijk Bureau Inning Onderhoudsbijdragen
wordt deze organisatie per 1 januari 1997 verzelfstandigd. Op dit moment maakt
dit bureau juridisch deel uit van de raad voor de kinderbescherming te Den
Haag. Aangezien deze raad door het onderhavige wetsvoorstel zal komen te vervallen,
zal voor de periode tussen de inwerkingtreding van het onderhavige wetsvoorstel,
als dat wet is geworden, en de verzelfstandiging per 1 januari 1997, het LBIO
te Gouda onderdeel uitmaken van de landelijke raad voor de kinderbescherming.
In verband daarmee moeten in de overgangsbepalingen bij de Wet LBIO de woorden
«te Den Haag» vervallen.
Voorgesteld wordt (in onderdeel E) de inwerkingtredingsdatum te wijzigen,
omdat het niet reëel is te verwachten dat dit wetsvoorstel voor 1 januari
1996 kracht van wet zal hebben gekregen.
De Staatssecretaris van Justitie,
E. M. A. Schmitz