nr. 7
NOTA VAN WIJZIGING
Het voorstel van wet wordt als volgt gewijzigd:
Artikel I wordt als volgt gewijzigd:
1. In onderdeel A vervallen in het derde lid van artikel 48 de woorden:
met volledige rechtsbevoegdheid.
2. In onderdeel B komt de tweede zin van artikel 49 lid 4 te luiden:
Artikel 48 lid 2 is hierop van toepassing met dien verstande dat onder
stukken wordt verstaan de stukken die ingevolge lid 1 worden overgelegd.
3. In onderdeel E vervallen in het derde lid van artikel 360 de woorden:
met volledige rechtsbevoegdheid. De zinsnede «indien de netto-omzet
van deze ondernemingen op twee opeenvolgende balansdata, zonder onderbreking
nadien op twee opeenvolgende balansdata» wordt vervangen door: indien
de netto-omzet van deze ondernemingen gedurende twee opeenvolgende boekjaren
zonder onderbreking nadien gedurende twee opeenvolgende boekjaren.
4. Een onderdeel K wordt toegevoegd, dat luidt:
K
In het vijfde lid van artikel 406 wordt «De rechtspersoon die geen
verzekeringsmaatschappij als bedoeld in artikel 399 is» vervangen door:
De rechtspersoon die geen verzekeringsmaatschappij als bedoeld in artikel
427 lid 1 is.
Toelichting
De onderdelen 1 en 2, alsmede het vervallen van de woorden «met
volledige rechtsbevoegdheid» in onderdeel 3 zijn toegelicht in de nota
naar aanleiding van het verslag. Onderdeel 4 is een technische wijziging.
In het desbetreffende artikellid wordt verwezen naar artikel 399 van boek
2 BW.
Dat artikel is vervallen bij de Wet van 16 september 1993, Stb. 517 (jaarrekening verzekeringsmaatschappijen). In plaats daarvan moet verwezen
worden naar artikel 427 lid 1, waarin verzekeringsmaatschappijen thans omschreven
zijn.
De tweede wijziging van artikel 360 lid 3 (onderdeel 3 van de nota van
wijziging) is eveneens van technische aard. Aangezien een netto-omzet tijdens
een boekjaar wordt behaald, moet niet worden gesproken van «op twee
opeenvolgende balansdata», maar van «gedurende twee opeenvolgende
boekjaren». Hierop is gewezen door H. Beckman in: Wetsvoorstel jaarrekening
van commerciële verenigingen en stichtingen, TVVS nr. 95/12, p. 318.
In dit verband is het van belang op te merken dat, indien dit wetsvoorstel
nog in 1996 tot wet wordt verheven, een commerciële stichting of vereniging
die in 1996 al een netto-omzet van meer dan 6 miljoen heeft (ook als dat bedrag
niet bekend gemaakt is) over het jaar 1997 in 1998 zal moeten rapporteren
overeenkomstig titel 9 boek 2 BW. Dit stemt overeen met de gedachte die ten
grondslag ligt aan artikel 398 lid 1 boek 2 BW.
De Minister van Justitie,
W. Sorgdrager