24 236
Een regeling voor vrijstelling van en verstrekking bijdrage voor premies werknemersverzekeringen bij arbeid van zeer korte duur van uitkeringsgerechtigden en aangewezen categorieën werknemers (Wet premieregime bij marginale arbeid)

nr. 7
BRIEF VAN DE MINISTER VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

's-Gravenhage, 7 mei 1996

Bij meerdere gelegenheden is met u van gedachten gewisseld over de personeelsvoorziening van seizoensgebonden arbeid in de agrarische sector en de noodzaak om te komen tot een wettelijke regeling die helderheid biedt met betrekking tot het regime van verzekerings- en premieplicht bij marginale arbeid.

Daarbij is ook een aantal keren de huidige onwenselijke uitvoeringspraktijk aan de orde gekomen, die in afwachting van het inwerkingtreden van een structurele regeling terzake van verzekeringsplicht en premieplicht, contra-legem wordt voortgezet. In dit verband vraag ik, mede namens de Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, uw aandacht voor het volgende.

De Algemene Rekenkamer heeft in haar recente rapportage «Aspergesteken, Seizoenarbeid in de tuinbouw» nadrukkelijk gewezen op deze problematiek. In haar conclusies geeft de Rekenkamer in dit rapport aan dat zij het ongewenst vindt dat de onduidelijke status van de betreffende regelingen nog langer blijft voortbestaan.

De bedoelde situatie, die nu het nieuwe seizoen voor de deur staat, nog steeds voortduurt, dreigt ook dit jaar een vervolg te krijgen nu het op 27 juni 1995 bij uw Kamer ingediende wetsvoorstel «Premieregime bij marginale arbeid» (24 236) nog op afhandeling wacht.

In de thans ontstane situatie voel ik mij genoopt om mij op korte termijn met het Ctsv te verstaan. Tegelijkertijd doe ik op u een dringend beroep om het wetsvoorstel «Premieregime bij marginale arbeid» met voortvarendheid in behandeling te nemen, teneinde op de kortst mogelijke termijn alsnog, voor alle betrokkenen, de gewenste duidelijkheid te scheppen.

De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,

A. P. W. Melkert

Naar boven