24 234
Uitbreiding van de Wet bodembescherming met bijzondere regels inzake sanering van de waterbodem

nr. 4
NOTA VAN WIJZIGING

Ontvangen 24 augustus 1995

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

In het voorstel van wet worden de volgende wijzigingen aangebracht.

A

In artikel I, onder B, vervalt in artikel 63i, eerste lid, de zinsnede «in het kader van de overheidszorg voor de bevaarbaarheid of het waterkwantiteitsbeheer van dat oppervlaktewater,».

B

In artikel I, onder B, wordt in artikel 63j, eerste lid, «een plotselinge ontstane verondieping» vervangen door: een onvoorziene lokale verondieping.

Toelichting

A

In het voorstel van wet is, abusievelijk, in artikel 63i, eerste lid, een beperkende zinsnede opgenomen. Dit wordt thans rechtgezet.

B

Een verbeterde redactie die aangeeft dat het moet gaan om een verondieping, die niet te voorzien was, is ten onrechte niet in het voorstel van wet opgenomen. Deze misstelling wordt thans hersteld. De nieuwe redactie brengt in het woord «lokale» (verondieping) tevens beter tot uitdrukking dat de in het artikel geboden ontheffingsmogelijkheid niet bestemd is voor achterstallig onderhoudsbaggerwerk van substantiële omvang.

De Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer,

M. de Boer

De Minister van Verkeer en Waterstaat,

A. Jorritsma-Lebbink

Naar boven