24 233
Wijziging van de Vreemdelingenwet en enige andere wetten teneinde de aanspraak van vreemdelingen jegens bestuursorganen op verstrekkingen, voorzieningen, uitkeringen, ontheffingen en vergunningen te koppelen aan rechtmatig verblijf van de vreemdeling in Nederland

nr. 50
BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN JUSTITIE

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

's-Gravenhage, 28 november 1997

Bij de behandeling in uw Kamer van het wetsvoorstel tot Wijziging van de Vreemdelingenwet en enige andere wetten teneinde de aanspraak van vreemdelingen jegens bestuursorganen op verstrekkingen, voorzieningen, uitkeringen, ontheffingen en vergunningen te koppelen aan rechtmatig verblijf van de vreemdelingen in Nederland, hierna wetsvoorstel 24 233, heeft het Kabinet toegezegd uw Kamer vóór de inwerkingtreding nog nader te informeren over de stand van zaken met betrekking tot de voorbereidingen die noodzakelijk zijn voor de invoering van wetsvoorstel 24 233. In deze brief informeer ik u mede namens de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, van Volksgezondheid, Welzijn en Sport en de Staatssecretarissen van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen, van Volkshuisvesting, Ruimtelijke ordening en Milieubeheer, van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, over de stand van zaken. Heden is ook de Eerste Kamer der Staten-Generaal hierover geïnformeerd met het oog op de verdere behandeling van het wetsvoorstel 24 233.

In onze brief van 10 juli (24 233, nr. 49) zijn mijn ambtgenoot van Binnenlandse Zaken en ik nader ingegaan op de stand van zaken rond de koppeling tussen het VAS en de GBA die van bijzondere betekenis is voor de uitvoering van de koppelingswet.

1. De uitvoeringsregelingen

a. algemene maatregelen van bestuur

Ter uitvoering van het wetsvoorstel 23 233 dient een aantal algemene maatregelen van bestuur (amvb) te worden vastgesteld. De amvb's met betrekking tot werknemersverzekeringen, volksverzekeringen en de ABW, IOAW en IOAZ zijn op 20 mei jl. ter kennisgeving gezonden aan de voorzitters van de Eerste en Tweede Kamer. De Raad van State heeft over deze amvb's inmiddels advies uitgebracht.

Over de amvb's houdende wijziging van het Aanwijzingsbesluit verplicht verzekerden ingevolge de Ziekenfondswet en van het Besluit uitbreiding en beperking van de toegang tot particuliere ziektekostenverzekeringen heeft de Raad van State eveneens een advies uitgebracht.

Ingevolge het nieuwe artikel 8b van de Vreemdelingenwet zal bij amvb bepaald moeten worden op welke vergunningen en ontheffingen het principe van de koppeling van toepassing is. Binnenkort zal deze amvb voor advies aan de Raad van State worden gezonden. De invoering van de wet is evenwel niet afhankelijk van het al dan niet van kracht zijn van deze amvb.

Ter uitvoering van artikel 8a, derde lid, Vw dienen bij ministeriële regeling de documenten of de schriftelijke verklaring te worden aangewezen waaruit het rechtmatig verblijf blijkt. Deze ministeriële regeling is inmiddels in concept gereed en zal voor inwerkingtreding van het wetsvoorstel in de Staatscourant worden gepubliceerd.

b. Circulaires en interne instructies

De noodzakelijke wijzigingen van de Vreemdelingencirculaire, die in concept nagenoeg gereed zijn, zullen met het oog op een integraal overzicht gebundeld worden gepresenteerd in een verzamel-TBV (Tussentijds Bericht Vreemdelingencirculaire) die ook in de Staatscourant zal worden gepubliceerd. In het eerste daarop volgende supplement van de Vreemdelingencirculaire 1994 zullen de wijzigingen in de desbetreffende hoofdstukken worden verwerkt.

In zijn brief van 21 april jl. aan de korpschefs heeft het Hoofd van de IND, bij wijze van vooraankondiging, reeds de aandacht gevraagd voor de positie van vreemdelingen in het kader van gezinshereniging. Er is aan de korpschefs gevraagd de (lopende) aanvragen in het kader van gezinshereniging met voorrang af te doen. Ook de IND zal deze zaken met voorrang behandelen.

Het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid zal voor inwerkingtreding van het wetsvoorstel de uitvoerders van de Abw voorzien van een informatieve circulaire.

Een breed samengestelde werkgroep van Divosa, waar ook de IND in participeert, bereidt thans een handreiking voor ten behoeve van de uitvoering van de Algemene bijstandswet door de gemeentelijke sociale diensten. Naar het zich laat aanzien zal die handleiding tijdig voor de inwerkingtreding van het wetsvoorstel 24 233 verspreid zijn. Op dit moment worden door het Landelijk Instituut sociale verzekeringen (Lisv) en de Sociale Verzekeringsbank (svb) voorbereiding getroffen voor de invoering van het wetsvoorstel, zoals het opstellen van eigen instructiemateriaal en het verzorgen van interne opleidingen. Ook zal het Lisv voor inwerkingtreding een richtlijn opstellen ten behoeve van de Uitvoeringsinstelllingen sociale verzekering (UVI's) over de wijze waarop het lopende bestand dient te worden doorgelicht.

Het Ministerie van VROM zal voor inwerkingtreding van het wetsvoorstel 24 233 de werkinstructies voor de ambtenaren belast met de uitvoering van de Huursubsidiewet aanpassen. Tevens zal een circulaire verzonden worden aan gemeenten en verhuurders over de gevolgen op het gebied van volkshuisvesting.

Het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen zal voor de inwerkingtreding van het wetsvoorstel 24 233 de besturen van scholen en instellingen informeren over de consequenties van de invoering van deze wet voor wat betreft de toelating/inschrijving van vreemdelingen van 18 jaar en ouder. In het officiële publicatieblad «Uitleg» zal daartoe een voorlichtingspublicatie worden opgenomen.

2. Het illegalenfonds

De Stichting Koppeling, die het zogeheten illegalenfonds zal beheren, is opgericht en heeft inmiddels voor het verkrijgen van de nodige financiële middelen een subsidieverzoek ingediend.

3. De voorlichting

Bij de behandeling van het wetsvoorstel 24 233 heeft uw Kamer groot gewicht toegekend aan een adequate en tijdige voorlichting over de gevolgen van de Koppelingswet. Ik heb toegezegd daar zo goed mogelijk uitvoering aan te geven.

De voorbereidingen zijn getroffen om, zodra het wetsvoorstel door de Eerste Kamer is aanvaard, de voorlichting te starten. Wel is reeds gezorgd voor de verspreiding van een informatieve fact-sheet binnen de betrokken departementen en bij de Vreemdelingendiensten van de regionale politiekorpsen. De directies voorlichting van de verschillende departementen zijn voorzien van de fact sheets ter verspreiding. Daarnaast wordt zoals hiervoor aangegeven door middel van circulaires en interne werkinstructies er voor zorg gedragen dat uitvoeringsorganen worden geïnformeerd.

Elk departement draagt zorg voor voorlichting en instructie aan het eigen departement en aan de daaronder ressorterende uitvoeringsorganen. Het Ministerie van Justitie vervult daarin een algemene coördinerende en faciliterende rol.

Ten behoeve van de medewerkers van de Vreemdelingendiensten en de IND is voorzien in een aantal voorlichtingsbijeenkomsten.

Op het vlak van de sociale verzekeringen vindt zowel voorlichting plaats door het ministerie van SZW, richting uitvoering en richting mogelijke doelgroepen, als door de uitvoerder zelf, richting hun cliënten.

Er wordt afgezien van een algemene publieksvoorlichting. Volstaan wordt met een algemene folder over het wetsvoorstel. Deze wordt opgenomen in het reguliere voorlichtingspakket van Justitie. De voorlichting zal vooral zijn toegesneden op de specifieke categorieën vreemdelingen. Zo zullen vreemdelingen bij de uitreiking van een vergunning tot verblijf geïnformeerd worden over het belang van tijdige aanvraag van de verlenging van de geldigheidsduur van de vergunning. Tevens zullen belangenorganisaties en media voor inwerkingtreding van het wetsvoorstel in een bijeenkomst worden geïnformeerd over de gevolgen van de wet.

4. Gebruikswaarde GBA-codes en uitvoeringstoetsen

Zowel in de schriftelijke voorbereiding als tijdens het plenaire debat heeft uw Kamer uitdrukkelijk stilgestaan bij het belang van een goede informatievoorziening over de verblijfsrechtelijke positie van de vreemdeling. De GBA-codes zouden voldoende onderscheidend dienen te zijn zodat op eenvoudige wijze daaruit de aktuele verblijfspositie zou kunnen worden afgelezen als het bepalende gegeven voor het al dan niet kunnen toekennen van een materiële voorziening.

Reeds in een vroege fase van de interdepartementale voorbereidingen van de invoering van het wetsvoorstel 24 233 is opdracht gegeven aan een tweetal onderzoeksbureaus (Sociaal Geografisch en Bestuurskundig Onderzoek van de Vereniging van Nederlandse Gemeenten en Het Expertise Centrum) om gezamenlijk een onderzoek in te stellen naar de gebruikswaarde van de GBA-codes. Kort na de start van het onderzoek bleek echter dat de bekendheid van de uitvoeringsorganen met de uitvoeringsaspecten nog dusdanig gering was dat het nog te vroeg was voor een gericht onderzoek.

Inmiddels hebben interne voorlichting en instructie deze belemmering grotendeels weggenomen. In afzonderlijke bijeenkomsten met vertegenwoordigers van uitvoeringsinstanties van het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid en van het Ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieu hebben deskundigen (GBA en VD) nadere toelichting gegeven op de achtergronden en betekenis van de GBA-codes en daarbij zo goed mogelijk een vertaalslag gemaakt naar de mogelijke aanspraken op materiewetten. Het onderzoek is voortgezet en is eind 1997 gereed.

Het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid heeft een uitvoeringstoets laten uitvoeren om de consequenties van de Koppelingswet voor de uitvoering van de bijstandswetten (Abw, Ioaw en Ioaz) bij de gemeentelijke sociale diensten in beeld te brengen. De indicatie die uit deze toets bij een drietal (middel)grote gemeenten ten aanzien van de Abw naar voren komt is dan naar verwachting in de meeste gevallen gemeenten aan de hand van het verblijfsdocument en de GBA-verblijfstitelgegevens zelfstandig het recht op bijstand kunnen vaststellen.

Uit deze toets bleken voorts knelpunten in de uitvoering te bestaan. De knelpunten hebben betrekking op het feit dat er nog aanpassingen plaats moeten vinden van de administratieve organisatie, sofware en interne en externe procedures. Door de directe werking van het nieuwe wettelijke regime zullen deze knelpunt in de implementatie-fase moeten worden opgelost.

In samenwerking met het Landelijk instituut sociale verzekering en de Sociale verzekeringsbank zal in de maanden oktober en november een uitvoeringstoets gehouden worden ten aanzien van de sociale verzekeringen. Naar verwachting zal hieruit voorkomen dat ook bij deze instanties tijdens de implementatie-fase nog de nodige aanpassingen van de interne werkprocessen moeten plaatsvinden.

5. Relatie met wettelijke grondslag voor mvv-vereiste

Als gevolg van de invoering van het wetsvoorstel 24 233 zal het voor de vreemdeling van groot belang zijn dat tijdig op zijn aanvraag om toelating wordt beslist. De behandeling van een aanvraag om toelating (niet-asiel) wordt versneld indien de vreemdeling reeds beschikt over een geldige machtiging tot voorlopig verblijf (mvv). Met het oog daarop heeft het Kabinet aangegeven dat het de voorkeur zou verdienen indien bij de inwerkingtreding van het wetsvoorstel 24 233 in een wettelijke grondslag is voorzien van het mvv-vereiste. Het intitiatief-wetsvoorstel terzake is thans aanhangig bij de Eerste Kamer. Naar het zich thans laat aanzien zal het mogelijk zijn dat beide wetsvoorstellen gelijktijdig inwerkingtreden. Indien het niet mogelijk is dat beide wetsvoorstellen gelijktijdig inwerkingtreden beschouwen wij dat als een minder wenselijke situatie maar de gevolgen daarvan zijn niet zodanig dat met het oog daarop de invoering van het wetsvoorstel 24 233 moet worden opgehouden. In de regel wordt op de aanvraag om toelating (niet-asiel) binnen de wettelijke termijn beslist.

6. Voorstel met betrekking tot inwerkingtreding

Met het vorenstaande heeft het kabinet u een beeld gegeven van de relevante en aktuele ontwikkelingen die bepalend zijn voor de invoering van het wetsvoorstel 24 233. Daaruit blijkt dat de maatregelen die noodzakelijk zijn voor de invoering van de wet voor een belangrijk deel gereed zijn maar dat de gemeentelijke sociale diensten en de uitvoeringsinstanties van de sociale verzekeringen meer tijd nodig hebben voor het implementatie-proces omdat de interne bedrijfprocessen nog niet voldoende zijn toegesneden op de nieuwe situatie. De Vereniging van Nederlandse Gemeenten heeft voor dit laatste aspect eveneens aandacht gevraagd met het oog waarop zij op dit moment pleiten voor een langere implementatie-fase dan de drie maanden die op basis van het Bestuursakkoord Rijk-VNG als normale redelijke termijn wordt gehanteerd.

Het kabinet stelt derhalve vast dat een langere implementatie-periode noodzakelijk is en stelt voor de wet op 1 juli 1998 in werking te laten treden. Zulks teneinde uitvoeringsorganen in staat te stellen het benodigde voorwerk af te ronden. Teneinde de voortgang van dit proces te bewaken zal het Kabinet daarnaast een onafhankelijk projectleider aanstellen. Met deze twee maatregelen beoogt het kabinet te komen tot een zorgvuldige uitvoering van het wetsvoorstel.

Het kabinet zal uw kamer tijdig een eindrapportage over het invoeringstraject doen toekomen.

Ik hoop u, mede namens mijn ambtgenoten, voldoende te hebben geïnformeerd.

De Staatssecretaris van Justitie,

E. M. A. Schmitz

Naar boven