24 233
Wijziging van de Vreemdelingenwet en enige andere wetten teneinde de aanspraak van vreemdelingen jegens bestuursorganen op verstrekkingen, voorzieningen, uitkeringen, ontheffeningen en vergunningen te koppelen aan rechtmatig verblijf van de vreemdeling in Nederland

nr. 5
BRIEF VAN DE STAATSSECRETARISSEN VAN JUSTITIE EN VAN BINNENLANDSE ZAKEN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

's-Gravenhage, 30 januari 1996

Voor het projekt ter voorziening in een geautomatiseerde koppeling tussen het Vreemdelingen Administratie Systeem (VAS) en de Gemeentelijke Basis Administratie (GBA) was 1 januari 1996 een markante datum. Overeenkomstig onze voornemens diende op dat moment voorzien te zijn in de voorwaarden die de levering van verblijfstitels van vreemdelingen uit het VAS aan de GBA mogelijk zouden maken.

Wij hebben er daarom behoefte aan uw Kamer te informeren over de stand van zaken per die datum en over de aanvullende activiteiten die voor het jaar 1996 nog zijn voorgenomen. Daarbij wordt aangesloten op de informatie die eerder aan uw Kamer is verstrekt in het kader van de begrotingen voor de jaren 1994 en 1995 en op de informatie die de Minister-President heeft verstrekt tijdens de algemene beschouwingen voor het begrotingsjaar 1996.

1. Gevolgde werkwijze

De invoering van de GBA heeft in oktober 1994 haar beslag gekregen onder gelijktijdige inwerkingtreding van de GBA-wet. Voor wat betreft de GBA waren daarmee de technische en logistieke voorwaarden in beginsel vervuld om de stap te zetten naar een feitelijke realisering van de koppeling met de vreemdelingenadministratie waartoe het toenmalige kabinet in 1993 had besloten.

De uitgangspositie van het vreemdelingenadministratiesysteem week daarvan op dat moment af.

Een definitieve versie van het VAS was bij de aanvang van het koppelingsproject nog niet integraal beschikbaar en het merendeel van de korpsen moest de stap nog zetten naar de invoering van het systeem als zodanig.

Op bestuurlijk niveau is op dit punt een wezenlijke vooruitgang geboekt in het kader van de afspraken die de Minister van Binnenlandse Zaken en de Staatssecretaris van Justitie in augustus 1994 hebben gemaakt met de beheerders van de regionale politiekorpsen over de intensivering van het binnenlands vreemdelingentoezicht en de daaraan verbonden uitbreiding van de vreemdelingendiensten. Tot de voorwaarden waaronder de extra sterkte beschikbaar werd gesteld behoorde de invoering van het VAS en de koppeling VAS-GBA. Door aanvaarding van deze convenantsvoorwaarde hebben de korpsbeheerders zich daartoe verplicht.

Mede met het oog op de gewenste doorloopsnelheid van het project en ter voorkoming van een in tijd gezien onevenredige belasting van de vreemdelingendiensten is er vervolgens mee ingestemd dat de implementatie van VAS en de implementatie van de koppeling synchroon zouden verlopen.

Op landelijk niveau is in het voorjaar van 1995 overeenstemming bereikt met de Vereniging van Nederlandse Gemeenten en het Korpsbeheerdersberaad over de te volgen aanpak van de implementatie en de onderscheiden verantwoordelijkheden daarbij. Deze bestuurlijke afspraken zijn vervolgens op regionaal en lokaal niveau met respectievelijk de individuele korpsbeheerders en gemeentebestuurders nader uitgewerkt en toegesneden naar de afzonderlijke situaties. Deze afspraken zijn in akkoorden vastgelegd.

2. Streefdatum 1 januari 1996

Zowel in het landelijk gesloten akkoord als in de akkoorden op regionaal niveau is het streven opgenomen dat de verblijftitels van vreemdelingen per 1 januari 1996 door de politiekorpsen worden aangeleverd aan de GBA. Daarbij werd tevens uitgesproken dat dit in beginsel op geautomatiseerde wijze zou geschieden via het VAS en voor zover dat systeem bij enig korps niet zou zijn geïmplementeerd vóór de streefdatum, dit langs andere weg zou plaatsvinden.

3. Stand van zaken per 1 januari 1996

In de achter ons liggende maanden is met grote voortvarendheid gewerkt aan de implementatie van VAS en de koppeling. Tot ons genoegen kunnen wij constateren dat thans 24 van de 25 korpsen op het nieuwe VAS zijn overgegaan. Eén regiokorps volgt in de eerste maanden van 1996. Dat betekent dat 24 korpsen thans in technische zin gereed zijn verblijfstitels aan te leveren aan de GBA. Op dit moment voert het landelijk projektbureau ten behoeve van elk afzonderlijk regiokorps nog een eenmalige actuele bestandsanalyse uit teneinde eventuele knelpunten op te lossen en in het algemeen de kwaliteit te toetsen. In de afgelopen maand is op basis van een advies van Het Expertise Centrum nog een extra toets uitgevoerd op de overbrenging van de oude bestanden van de vreemdelingendiensten naar het VAS (conversie) en is voorts de techniek en de procedure van de levering van verblijfstitels van het VAS aan de GBA aan een afzonderlijke proef onderworpen. Aan Het Expertise Centrum is opdracht gegeven om als onafhankelijke instantie te adviseren over de uitkomsten daarvan. Dat advies is inmiddels uitgebracht op 28 december 1995.

Het Expertise Centrum komt daarin tot het oordeel dat het thans verantwoord is tot levering van verblijfstitels vanuit het VAS aan de GBA over te gaan. Overigens wordt daar wel bij aangetekend dat het thans bereikte resultaat nog dient te worden gecomplementeerd met de inrichting van een Centraal Register Vreemdelingen en een structurele beheerorganisatie. Deze zaken hebben overigens reeds de nadrukkelijke aandacht van de Staatssecretaris van Justitie.

De hiervoor genoemde aanvullende toetsen hebben tot gevolg gehad dat de aanvankelijk voorziene aanlevering van verblijfstitels door het VAS aan de GBA per 1 januari 1996 in tijd enigszins opschuift (zie hierna onder 5), maar zulks wordt naar ons oordeel gerechtvaardigd door een sterkere waarborg van de kwaliteit. Overigens staat daar ook geen aanwijsbaar nadeel tegenover, waarbij in het bijzonder kan worden gewezen op het feit dat de Koppelingswet nog niet in werking is getreden.

De omvangrijke inspanningen, die gericht waren op de inbedding van de koppeling in de bedrijfsprocessen van de betrokken diensten en de noodzakelijke scholing van medewerkers, zijn thans geheel voltooid. Wij beschouwen het als van groot belang dat in dat kader ook een bijzonder gewicht is toegekend aan het ontwikkelen en nader vorm geven aan de samenwerking tussen medewerkers van de afdelingen burgerzaken en de vreemdelingendiensten.

4. Bestandsvergelijkingen

Het hoofddoel van de koppeling VAS-GBA is het 1 op 1 brengen en houden van de onderscheiden bestanden, uiteraard voor zover het gaat om vreemdelingen die ook in beide bestanden dienen voor te komen. Blijkens opgaven van de CBS is het aantal geregistreerde vreemdelingen in de GBA plm. 800 000. Daarvan verblijft ongeveer 40% in de vier grote steden. Thans wordt hoge prioriteit gegeven aan het onderzoeken van die zogeheten GBA-vreemdelingenrecords die niet voorkomen in het VAS. Het landelijke beeld is thans dat ruim 50 000 vreemdelingen wèl voorkomen in de GBA en niet in het VAS. Van dat aantal zijn 36 000 geregistreerd in de vier grote steden (waarvan in de regio Amsterdam-Amstelland 26 000) en 15 000 in de overige regio's. Van geval tot geval dient te worden onderzocht welke reden ten grondslag ligt aan de administratieve discrepantie, hetgeen bijzonder arbeidsintensief is. Deze werkzaamheden zullen ook nog in 1996 moeten worden voortgezet maar dit staat de inwerkingtreding van de koppeling niet in de weg. Deze categorie vreemdelingen is namelijk in administratieve zin zodanig gemarkeerd dat voor hen een afzonderlijke procedure kan worden gevolgd.

5. Levering verblijfstitels

Nu het resultaat van de toets op de conversie, de techniek en de procedure van levering van verblijfstitels, positief is gebleken en dit oordeel is bevestigd door Het Expertise Centrum, heeft de Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken de procedure tot inwerkingtreding van o.a. art. 58 van de GBA-wet in werking gesteld. Dit is de juridische voorwaarde voor de initiële en structurele levering door het VAS van verblijfstitels aan de GBA. Op grond van de tot dusver behaalde resultaten is de verwachting gerechtvaardigd dat de initiële vulling van de GBA met 750 000 verblijfstitels per 1 mei 1996 zal zijn voltooid.

De doorlevering van de verblijfstitels aan de GBA-afnemers zal dan zo spoedig mogelijk daarna onder verantwoordelijkheid van de Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken geëffectueerd worden.

6. Ten slotte

In aanmerking nemend dat hier sprake is van een majeur project dat een hoge inzet vroeg van een groot aantal organisaties en personen zijn wij van oordeel dat de huidige stand van zaken een goed perspectief biedt voor een afronding op afzienbare termijn. De verwachting is gerechtvaardigd dat het project in het voorjaar van 1996 geheel zal zijn voltooid. Daarmee lijkt ook alleszins gewaarborgd dat met de realisatie van dit project, dat een op zichzeIf staand doel heeft, ook tijdig wordt voldaan aan het dienen als logistieke voorwaarde voor de uitvoering van het bij uw Kamer aanhangige wetsvoorstel voor de Koppelingswet.

De Staatssecretaris van Justitie,

E. M. A. Schmitz

De Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken,

J. Kohnstamm

Naar boven