nr. 23
AMENDEMENT VAN HET LID SIPKES
Ontvangen 21 oktober 1996
De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:
Artikel I wordt als volgt gewijzigd:
I
In onderdeel B wordt aan artikel 1b, onder vervanging van de punt aan
het slot door een puntkomma, een onderdeel toegevoegd, luidende:
6. indien de uitzetting niet ten uitvoer kan worden gebracht door omstandigheden
die geen verband houden met een verwijtbaar handelen of nalaten van de vreemdeling
en dit is vastgesteld bij beschikking ingevolge deze wet.
II
In onderdeel C wordt in artikel 8a, tweede lid, «5,» vervangen
door: 5 en 6,.
Toelichting
Technisch niet verwijderbare vreemdelingen behoren niet in het algemeen
en bij voorbaat gelijk gesteld te worden met niet rechtmatig verblijvende
vreemdelingen, indien hun onverwijderbaarheid niet aan een verwijtbaar handelen
of nalaten van hun zijde is te wijten.
Op blz. 14 van de nota naar aanleiding van het verslag (stuk nr. 6) wordt
vastgesteld dat deze vreemdelingen gebruik kunnen blijven maken van de voorzieningen
uit de centrale opvang tot het moment dat terugkeer mogelijk is. Deze categorie
wordt aldus niet behandeld als niet rechtmatig verblijf houdend en dit dient
dan ook tot uitdrukking te komen in artikel 1b van de Vreemdelingenwet.
Niet alleen asielzoekers kunnen technisch niet verwijderbaar blijken.
Ook reguliere vreemdelingen, die al dan niet toelating hebben genoten, kunnen
technisch niet verwijderbaar blijken. Het is ongewenst de mogelijke aanspraken
van deze vreemdelingen bij voorbaat afhankelijk te maken van regelingen en
voorzieningen die bestemd zijn voor asielzoekers.
Dit amendement geeft duidelijkheid hierover door de voorwaarde voor rechtmatig
verblijf in het wetsvoorstel op te nemen. Elke onduidelijkheid hierin zal
leiden tot een toename van het aantal procedures waarin de bestuursrechter
die onduidelijkheid zal moeten oplossen.
Sipkes