24 233
Wijziging van de Vreemdelingenwet en enige andere wetten teneinde de aanspraak van vreemdelingen jegens bestuursorganen op verstrekkingen, voorzieningen, uitkeringen, ontheffingen en vergunningen te koppelen aan rechtmatig verblijf van de vreemdeling in Nederland

nr. 17
DERDE NOTA VAN WIJZIGING

Ontvangen 10 oktober 1996

A

In artikel I, onderdeel C, wordt artikel 8c vervangen door:

Artikel 8c

1. De aanspraken van vreemdelingen die rechtmatig verblijf houden in de zin van artikel 1b zijn in overeenstemming met de aard van het verblijf. Tenzij bij of krachtens het wettelijk voorschrift waarop de aanspraak is gegrond anders is bepaald, geldt daarbij het bepaalde bedoeld in het tweede lid.

2. De vreemdelingen, bedoeld in het eerste lid, kunnen aanspraken maken op voorzieningen, verstrekkingen en uitkeringen, indien:

a. zij rechtmatig verblijf genieten, als bedoeld in artikel 1b, aanhef en onder 1;

b. zij rechtmatig verblijf genieten, als bedoeld in artikel 1b, aanhef en onder 2 en 3, en een aanspraak wordt toegekend in de Wet gemeentelijke zorg voor houders van een voorwaardelijke vergunning tot verblijf, de Wet centraal orgaan opvang asielzoekers, dan wel een andere regeling, waarin aanspraken van deze vreemdelingen zijn neergelegd;

c. zij rechtmatig verblijf genieten, als bedoeld in artikel 1b, aanhef en onder 4 en 5, voor de aanspraken die uitdrukkelijk aan deze vreemdelingen zijn toegekend.

2. Het eerste en tweede lid zijn van overeenkomstige toepassing op de bij wet of algemene maatregel van bestuur aangewezen ontheffingen of vergunningen.

B

In artikel VI wordt de zinsnede «b. de beslissing afwacht op een aanvraag om toelating in aansluiting op een zodanig verblijf, mits hij die aanvraag tijdig heeft ingediend, en» vervangen door:

b. na rechtmatig verblijf te hebben gehouden, in de zin van artikel 1b, aanhef en onder 1, van de Vreemdelingenwet, tijdig toelating in aansluiting op dat verblijf heeft aangevraagd, dan wel bezwaar heeft gemaakt of beroep heeft ingesteld tegen de intrekking van het besluit tot toelating, totdat op die aanvraag, dat bezwaar of dat beroep is beslist, en mits.

C

In de artikelen VIII, IX, X, XI, XII, XIII, XIV, XIX, XX en XXI wordt de zinsnede «tijdig toelating in aansluiting op dat verblijf hebben aangevraagd, totdat op die aanvraag is beschikt» vervangen door: tijdig toelating in aansluiting op dat verblijf hebben aangevraagd, dan wel bezwaar hebben gemaakt of beroep hebben ingesteld tegen de intrekking van het besluit tot toelating, totdat op die aanvraag, dat bezwaar of dat beroep is beslist.

D

1. In de artikelen XVI en XVII wordt de zinsnede «tijdig toelating in aansluiting op dat verblijf heeft aangevraagd, totdat op die aanvraag is beschikt» vervangen door: tijdig toelating in aansluiting op dat verblijf heeft aangevraagd, dan wel bezwaar heeft gemaakt of beroep heeft ingesteld tegen de intrekking van het besluit tot toelating, totdat op die aanvraag, dat bezwaar of dat beroep is beslist.

2. In artikel XVIII wordt de zinsnede «tijdig voortgezette toelating in aansluiting op dat verblijf heeft aangevraagd, totdat op die aanvraag is beschikt» vervangen door: tijdig voortgezette toelating in aansluiting op dat verblijf heeft aangevraagd, dan wel bezwaar heeft gemaakt of beroep heeft ingesteld tegen de intrekking van het besluit tot toelating, totdat op die aanvraag, dat bezwaar of dat beroep is beslist.

E

Na artikel XXIbis wordt een nieuw artikel XXIter ingevoegd, luidende:

ARTIKEL XXITER

In hoofdstuk IX van de Wet op de rechtsbijstand wordt een nieuw artikel 48 ingevoegd, luidende:

Artikel 48

Artikel 8b, eerste lid, van de Vreemdelingenwet is niet van toepassing op de aanspraken op rechtsbijstand overeenkomstig deze wet.

Toelichting

De wijzigingen onder A en E zijn toegelicht in de brief met schriftelijke antwoorden op vragen uit de eerste termijn.

Met de wijzigingen opgenomen in B, C, en D wordt een voorziening getroffen voor specifieke groepen vreemdelingen die hier rechtmatig verblijven (artikel 1b, onder 5). Het betreft vreemdelingen van wie de verblijfsvergunning of vestigingsvergunning is ingetrokken en die daartegen een beroep of bezwaarschrift hebben ingediend. Hangende hetverzoek om een voorlopige voorziening kunnen deze vreemdelingen niet worden uitgezet. Gedurende die periode moeten bestaande voorzieningen gehandhaafd blijven.

De Staatssecretaris van Justitie,

E. M. A. Schmitz

De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,

A. P. W. Melkert

De Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,

F. H. G. de Grave

Naar boven