24 233
Wijziging van de Vreemdelingenwet en enige andere wetten teneinde de aanspraak van vreemdelingen jegens bestuursorganen op verstrekkingen, voorzieningen, uitkeringen, ontheffingen en vergunningen te koppelen aan rechtmatig verblijf van de vreemdeling in Nederland

nr. 10
AMENDEMENT VAN HET LID SCHUTTE

Ontvangen 26 september 1996

De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:

In artikel I, onderdeel C, wordt artikel 8c vervangen door:

Artikel 8c

1. In de aanspraken van de vreemdelingen bedoeld in artikel 1b, aanhef en onder 2 tot en met 5, kan worden gedifferentieerd, mits de noodzaak tot differentiatie voortvloeit uit de aard van het verblijf.

2. Onder aanspraken als bedoeld in het eerste lid wordt verstaan de toekenning van verstrekkingen, voorzieningen, uitkeringen, ontheffingen en vergunningen bij wege van een beschikking van een bestuursorgaan.

Toelichting

Het is wenselijk het uitgangspunt in de Vreemdelingenwet vast te leggen, dat in de aanspraken van andere rechtmatig verblijvenden (artikel 1b, onder 2 tot en met 5) dan de onvoorwaardelijk toegelaten vreemdelingen (artikel 1b, onder 1) kan worden gedifferentieerd, mits de noodzaak tot differentiatie voortvloeit uit de aard van het verblijf. De precieze vormgeving van die differentiatie kan in de verschillende materiewetten worden vastgelegd. Aldus wordt het onnodig gecompliceerde en gedetailleerde artikel 8c Vw vervangen door een artikel dat een helder uitgangspunt formuleert voor differentiatie in aanspraken voor vreemdelingen en beter aansluit bij IVESCR en andere VN- en UNESCO-verdragen, die uitgaan van een gelijke behandeling voor allen die in een land verblijven, maar de mogelijkheid open laten de rechten van bepaalde niet-onderdanen op collectieve voorzieningen te beperken, wanneer daar redelijke en objectieve gronden aan ten grondslag liggen.

Schutte

Naar boven