A
TEKST VAN HET WETSVOORSTEL EN DE MEMORIE VAN TOELICHTING, ZOALS AANGEBODEN
AAN DE RAAD VAN STATE EN VOOR ZOVER DAARIN WIJZIGINGEN ZIJN AANGEBRACHT
WETSVOORSTEL
– In de considerans ontbrak de zinsnede «mede ter uitvoering
van artikel 117, vierde lid, van de Grondwet».
– Artikel 1, eerste lid, onderdeel b luidde: «b. rechterlijke
ambtenaren: de met rechtspraak belaste leden van de rechterlijke macht, de
rechterlijke ambtenaren die deel uitmaken van een arrondissementsparket of
van het openbaar ministerie bij een gerechtshof of de Hoge Raad, de bij de
kantongerechten, de arrondissementsrechtbanken, de hoven en de Hoge Raad aangestelde
gerechtsauditeurs en griffiers».
– In artikel 1, tweede lid, onderdelen a, b, c en d ontbrak de vermelding
«griffiers en substituut-griffiers».
– In artikel 1, tweede lid, onderdelen f en g, was in plaats van
«parket» vermeld: openbaar ministerie.
– In artikel 3, tweede lid, en in artikel 6, vijfde lid, was in
plaats van «beschikking» steeds vermeld: besluit.
– In artikel 44, tweede lid, luidde de tweede volzin als volgt:
«De kennisgeving geschiedt zo mogelijk zodra het voornemen bestaat tot
het gaan vervullen van de betrekking.».
– Artikel 47, eerste lid, luidde als volgt: «1. Een belanghebbende
kan tegen een besluit of een andere handeling van een bestuursorgaan ten aanzien
van een rechterlijk ambtenaar als zodanig of een rechterlijk ambtenaar in
opleiding als zodanig, hun nagelaten betrekkingen of hun rechtverkrijgenden
beroep instellen bij de Centrale Raad van Beroep.».
– In artikel 55 – dat in het aan de Raad van State voorgelegde
voorstel was aangeduid als Artikel II – ontbrak in onderdeel A de vermelding
van artikel 23 en ontbraken de onderdelen C en D.
– In artikel 58 – dat in het aan de Raad van State voorgelegde
voorstel was aangeduid als Artikel V – ontbrak in onderdeel B de vermelding
van de artikelen 5, 5a en 8.
– In artikel 61 – dat in het aan de Raad van State voorgelegde
voorstel was aangeduid als Artikel VIII – ontbraken de onderdelen B
en C.
– De artikelen 62 en 64 ontbraken.
– De bijlage bij het wetsvoorstel luidde als volgt:
BIJLAGE, BEDOELD IN ARTIKEL 7, TWEEDE LID, VAN DE WET
RECHTSPOSITIE RECHTERLIJKE AMBTENAREN
salariscategorie | salaris
in guldens per 1 april 1993 |
---|
1 | | 16 945 |
2 | | 15 888 |
3 | | 14 897 |
4 | | 13 969 |
5 | aanvang | 11 546 |
| na 1 jaar | 12 303 |
| na 2 jaar | 13 109 |
| na 3 jaar | 13 969 |
6 | | 12 700 |
7 | aanvang | 10 836 |
| na 1 jaar | 11 546 |
| na 2 jaar | 12 303 |
| na 3 jaar | 12 700 |
8 | aanvang | 10 836 |
| na 1 jaar | 11 185 |
| na 2 jaar | 11 546 |
| na 3 jaar | 11 918 |
8a | | 11 918 |
8b | | 11 185 |
8c | | 10 497 |
9 | aanvang | 8 318 |
| na
1 jaar | 8 795 |
| na 2 jaar | 9 037 |
| na
3 jaar | 9 287 |
| na 4 jaar | 9 543 |
| na
5 jaar | 9 851 |
| na 6 jaar | 10 169 |
| na
7 jaar | 10 497 |
10 | aanvang | 7 073 |
| na
1 jaar | 7 256 |
| na 2 jaar | 7 439 |
| na
3 jaar | 7 623 |
| na 4 jaar | 7 852 |
| na
5 jaar | 8 088 |
| na 6 jaar | 8 318 |
| na
7 jaar | 8 548 |
| na 8 jaar | 8 676 |
11 | aanvang | 6 156 |
| na 1 jaar | 6 339 |
| na 2 jaar | 6 521 |
| na 3 jaar | 6 704 |
| na 4 jaar | 6 887 |
| na 5 jaar | 7 073 |
| na 6 jaar | 7 256 |
| na 7 jaar | 7 439 |
| na 8 jaar | 7 623 |
| na 9 jaar | 7 852 |
| na 10 jaar | 7 973 |
11a | aanvang | 7 439 |
| na 1 jaar | 7 623 |
| na 2 jaar | 7 852 |
| na 3 jaar | 8 088 |
| na 4 jaar | 8 318 |
| na 5 jaar | 8 548 |
| na 6 jaar | 8 795 |
| na 7 jaar | 9 037 |
| na 8 jaar | 9 287 |
| na 9 jaar | 9 543 |
11b | aanvang | 7 073 |
| na 1 jaar | 7 256 |
| na 2 jaar | 7 439 |
| na 3 jaar | 7 623 |
| na 4 jaar | 7 852 |
| na 5 jaar | 8 088 |
| na 6 jaar | 8 318 |
| na 7 jaar | 8 548 |
| na 8 jaar | 8 676 |
11c | aanvang | 6 156 |
| na 1 jaar | 6 339 |
| na 2 jaar | 6 521 |
| na 3 jaar | 6 704 |
| na 4 jaar | 6 887 |
| na 5 jaar | 7 073 |
| na 6 jaar | 7 256 |
| na 7 jaar | 7 439 |
| na 8 jaar | 7 623 |
| na 9 jaar | 7 852 |
| na 10 jaar | 7 973 |
12 | aanvang | 3 630 |
| na 1 jaar | 3 806 |
| na 2 jaar | 3 997 |
| na 3 jaar | 4 945 |
| na 4 jaar | 5 152 |
| na 5 jaar | 5 356 |
| na 6 jaar | 5 564 |
| na 7 jaar | 5 762 |
| na 8 jaar | 5 959 |
MEMORIE VAN TOELICHTING
– In paragraaf 1 ontbrak de laatste alinea.
– In paragraaf 2, tweede alinea, ontbrak de passage, beginnend met
«Dat betekent niet» en eindigend met «overneming in de onderhavige
regeling.».
– In de toelichting op artikel 22 ontbrak in de tweede alinea de
passage, beginnend met «Voor de goede orde zij vermeld» en eindigend
met «zal dat ook gevolgen kunnen hebben voor het onderhavige artikel
22.».
– In de toelichting op artikel 44, eerste lid, was in plaats van
de huidige eerste twee alinea's één alinea opgenomen, luidende
als volgt: «In het eerste lid worden de algemeen geldende absolute onverenigbaarheden
geregeld. Van oudsher kunnen de voor het leven benoemde rechterlijke ambtenaren,
behalve de plaatsvervangers, niet tevens advocaat, procureur of notaris zijn.
Daaraan wordt thans toegevoegd het anderszins een beroep maken van het verlenen
van rechtskundige bijstand (bij voorbeeld als rechtsbijstandsverzekeraar of
vakbondsjurist), aangezien daarbij de onpartijdigheid van hen die betrokken
zijn bij het rechtsbedrijf evenzeer in het geding is. De limitatieve opsomming
van absolute onverenigbaarheden sluit overigens niet uit, dat een rechterlijk
college in het kader van een concrete benoemingsvoordracht een combinatie
met een bepaalde andere functie onwenselijk acht.».
– In de toelichting op artikel 44, tweede en derde lid, ontbrak
in de eerste alinea de volzin die begint met «Om deze reden» en
die eindigt met «ter bescherming van de relevante belangen. ».
– Aan het slot van de toelichting op artikel 44 was een passage
opgenomen die luidde als volgt:
«Tenslotte zij nog vermeld dat voor enkele specifieke categorieën
rechterlijke ambtenaren en andere met rechtspraak belaste personen nog bijzondere
bepalingen zijn te vinden in de Wet RO, de Tariefcommissiewet, de Pachtwet
en de Wet op de studiefinanciering. Deze regelingen zijn dermate toegespitst
op de desbetreffende categorieën dat overheveling naar de Wrra niet in
aanmerking komt.».
– In de toelichting op artikel 55 ontbraken in de toelichting op
de onderdelen A en D de twee laatste volzinnen en ontbrak de toelichting op
onderdeel C.
– In de toelichting op de artikelen 56 tot en met 63 ontbrak de
vermelding van de Wet militaire strafrechtspraak.