24 219
Wijziging van het Wetboek van Strafvordering in verband met de verlengingsprocedure voorlopige hechtenis en de termijn van de uitspraak van het schriftelijk vonnis van de alleenrechtsprekende rechter

nr. 17
MOTIE VAN HET LID DITTRICH C.S.

Voorgesteld 27 november 1997

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende, dat er achterstanden zijn op de strafgriffies in het uitwerken van het proces-verbaal van de strafzitting en het gewezen vonnis;

constaterende, dat de inzendtermijn van deze stukken voor gedetineerden- en niet-gedetineerdenzaken ruimschoots de afgesproken termijn van drie respectievelijk zes maanden overschrijdt;

spreekt als haar mening uit dat het voor een vlotte afhandeling van strafzaken gewenst is dat de inzendtermijn op zo kort mogelijke termijn aanmerkelijk wordt teruggebracht,

en gaat over tot de orde van de dag,

Dittrich

Kalsbeek-Jasperse

Soutendijk

Rabbae

Naar boven