24 213
Luchtverontreiniging en Luchtvaart

nr. 1
BRIEF VAN DE MINISTER VAN VOLKSHUISVESTING RUIMTELIJKE ORDENING EN MILIEUBEHEER

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

's-Gravenhage, 7 juni 1995

Mede namens de Minister van Verkeer en Waterstaat en de Staatssecretaris van Defensie bied ik u hierbij de beleidsnota Luchtverontreiniging en Luchtvaart aan. De nota is onder meer aangekondigd in het Plan van Aanpak Schiphol en Omgeving (1991) en het Nationaal Milieubeleidsplan 2 (1993) en gaat in op de mondiale en grensoverschrijdende aspecten van de luchtverontreiniging door de luchtvaart.

De internationale luchtvaartsector heeft de laatste jaren actief meegewerkt aan het reduceren van luchtverontreinigende emissies. Zo zijn belangrijke resultaten bereikt op het gebied van de emissieregulering, hetgeen een positieve invloed heeft gehad op de ontwikkeling van zuiniger en schonere vliegtuigmotoren. De bereikte emissiereductie per passagierskilometer is echter onvoldoende om de emissiegroei als gevolg van de toename van het verkeersvolume te compenseren.

Het Kabinet acht de groei van de emissies van de internationale luchtvaart zorgwekkend omdat deze het draagvermogen van het milieu ten behoeve van een duurzame ontwikkeling aantast. Het Kabinet wil deze groei daarom zoveel mogelijk tegengaan en zal daartoe het in deze nota beschreven beleid voeren. Omdat het internationale karakter van de luchtvaartsector nauwelijks ruimte biedt voor eenzijdige nationale maatregelen en deze bovendien een uiterst beperkt rendement hebben, vormt een internationale aanpak uitgangspunt van dit beleid.

Het draagvlak voor milieubeleid in de luchtvaartsector neemt in internationaal verband toe. Niettemin is nog veel geduld en gevoel voor (milieu)diplomatie vereist alvorens sprake zal zijn van een effectief milieubeleid in de internationale luchtvaart.

De Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer,

M. de Boer

Naar boven