24 170 Gehandicaptenbeleid

Nr. 346 MOTIE VAN HET LID JOSEPH C.S.

Voorgesteld 10 december 2024

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat de Raad van State in 2022 aangaf dat de wetgever kan expliciteren welke bepalingen uit de basisverdragen, waaronder het VN-verdrag Handicap, naar zijn mening rechtstreekse werking hebben;

overwegende dat:

  • een bepaling alleen rechtstreekse werking kan hebben als die onvoorwaardelijk en voldoende nauwkeurig is om in de nationale rechtsorde zonder meer als objectief recht te worden toegepast, terwijl voor de uitvoering of werking daarvan geen verdere handeling is vereist;

  • Nederlandse rechters tweemaal hebben geoordeeld dat een bepaling van het VN-verdrag Handicap geen rechtstreekse werking heeft;

  • personen met een handicap of beperking behoefte hebben aan duidelijkheid over hun individuele rechten;

verzoekt de regering binnen zes maanden te expliciteren welke bepalingen uit het VN-verdrag Handicap naar haar mening op dit moment rechtstreekse werking hebben,

en gaat over tot de orde van de dag.

Joseph

Diederik van Dijk

Krul

Naar boven