Kamerstuk
| Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Dossier- en ondernummer | Datum brief |
|---|---|---|---|---|
| Tweede Kamer der Staten-Generaal | 1997-1998 | 24170 nr. 34 |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
| Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Dossier- en ondernummer | Datum brief |
|---|---|---|---|---|
| Tweede Kamer der Staten-Generaal | 1997-1998 | 24170 nr. 34 |
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Zoetermeer, 23 februari 1998
De Raad voor Cultuur heeft mij zijn advies over de Nederlandse gebarentaal en het subsidieverzoek van de stichting Vi-taal aangeboden. In het onderstaande zal ik in eerste instantie de aanloop schetsen van mijn adviesaanvraag die zowel de erkenning van de gebarentaal als het subsidieverzoek van de stichting Vi-taal betreft.
Na een korte samenvatting van het advies van de Raad zal ik op beide onderdelen afzonderlijk reageren.
In eerste instantie heb ik advies gevraagd in het het kader van de Cultuurnota 1997–2000. De directe aanleiding daarvoor was het verzoek dat de stichting Vi-taal had ingediend om voor een structurele subsidie in aanmerking te komen in de Cultuurnota-periode 1997–2000. De Raad heeft zijn advies over beide onderwerpen even aangehouden in afwachting van het rapport van de Commissie Nederlandse gebarentaal, die op 5 februari 1996 was ingesteld door de Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, mevrouw Terpstra en de Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen, mevrouw Netelenbos. Deze Commissie heeft zijn rapport Méér dan een gebaar op 10 juni 1997 aangeboden aan de beide Staatsecretarissen. Kort daarna heb ik de Raad opnieuw advies gevraagd. Hij heeft dat op 17 september 1997 uitgebracht.
Op 29 september 1997 heeft mevrouw Terpstra u de reactie van het kabinet op het rapport Méér dan een gebaar aangeboden in het kader van de actualisatie van het meerjarenprogramma gehandicaptenbeleid (II, 1997/98, 24 170, nr. 28).
De Raad heeft in het voorliggende advies een aantal naar hij noemt principiële vragen uit mijn adviesaanvrage beantwoord. Hij zal nader adviseren over een aantal vragen op het terrein van specifieke disciplines, zoals media, cultuureducatie, theater en musea.
Voorts heeft de Raad geadviseerd over het subsidieverzoek van de stichting Vi-taal.
De Raad geeft te kennen dat hij de erkenning van de gebarentaal en de beoordeling van het subsidieverzoek van de stichting Vi-taal als gescheiden kwesties ziet.
Korte samenvatting van de adviezen
De Raad voor Cultuur meent dat in het rapport Méér dan een gebaar het belang van de Nederlandse gebarentaal overtuigend wordt aangetoond en volgt het pleidooi voor erkenning van de gebarentaal. Hij meent dat erkenning een politieke verantwoordelijkheid met zich brengt. Hij acht het boven twijfel verheven dat de Nederlandse gebarentaal een uiting van cultuur is en zelf cultuurproducten genereert. De beoordeling van de kwaliteit van interessante cultuurproducten ziet de Raad nog als een «praktisch» probleem. Hij is het eens met het rapport van de Commissie Nederlandse gebarentaal dat de overheid een stimulerend beleid dient te voeren gericht op kunstproducties in de Nederlandse gebarentaal. Hij meent dat voorkomen moet worden dat dit beleid van bovenaf ontwikkeld wordt en geeft er de voorkeur aan dat voorstellen voor invulling van een dergelijk beleid vanuit het veld zelf komen. De Raad ziet het subsidieverzoek van de stichting Vi-taal als zo'n voorstel.
In zijn advies over het subsidieverzoek van de stichting Vi-taal geeft de Raad te kennen dat haar activiteiten onder Onderwijs en Cultuur vallen en niet onder Welzijn. Hij meent dat de activiteiten duidelijk gericht zijn op media- en cultuureducatie en op het terrein van het cultuurbeleid liggen, in het bijzonder onder de disciplines Letteren, Theater en Amateurkunst. De Raad acht deze activiteiten van zodanig landelijk belang dat hij de vraag of de stichting Vi-taal structurele ondersteuning verdient bevestigend beantwoordt. Voorts is de Raad van mening dat de stichting naast het instandhoudingssubsidie behoefte heeft aan aanvullende middelen voor de projecten die zij uitvoert. De stichting is daarvoor, alsdus de Raad, afhankelijk van de fondsen, zoals het Fonds voor de Podiumkunsten, het Fonds voor de Amateurkunst en het Nederlands Literair productie- en vertalingenfonds.
Ad 1 De Nederlandse gebarentaal
Het is verheugend dat de Raad zich schaart achter de erkenning van de Nederlandse gebarentaal als taal. Ik onderschrijf de mening van de Raad dat de Nederlandse gebarentaal ook kwalitatief interessante cultuuruitingen voort kan brengen en de aanbeveling om de ontwikkeling daarvan te stimuleren. Ik ben het ook eens met het standpunt van de Raad dat voorkomen moet worden dat dit beleid van bovenaf ontwikkeld wordt en dat daarom voorstellen uit het veld zelf moeten komen.
Ik ben voornemens om in navolging van het advies van de Raad het tot stand komen van interessante cultuurproducties in de gebarentaal te stimuleren en zal hiervoor een bedrag van f 300 000 beschikbaar stellen.
Ad 2 Subsidie stichting Vi-taal
Zoals gezegd onderschrijf ik het advies van de Raad om kwalitatief interessante cultuurproducties in de gebarentaal te stimuleren en dat het beleid vanuit het veld ontwikkeld moet worden.
Er zijn verschillende organisaties en personen, onder wie kunstenaars, dichters en verhalenvertellers, die actief zijn in dit veld en die in samenwerking met de stichting Vi-taal dergelijke producties hebben ontwikkeld en uitgebracht. Ik meen dat deze eveneens een bijdrage kunnen leveren aan een stimuleringsbeleid van onderop.
Voorts ben ik van mening dat het verstandig is om stimuleringsbeleid, zoals gebruikelijk, te beginnen met een zo breed mogelijk projectenbeleid en niet meteen door middel van structurele subsidiëring van een bepaalde instelling.
Ik zal de stichting Vi-taal overeenkomstig het bovenstaande berichten en haar verzoeken in samenwerking met andere organisaties en personen voorstellen voor cultuurproducties in gebarentaal bij mij in te dienen voor het door mij beschikbaar te stellen bedrag van f 300 000. Ik zal eveneens het Handtheater hiervan op de hoogte stellen.
Aangezien de Raad voor Cultuur reeds heeft geoordeeld dat de producties van de stichting Vi-taal op het terrein van het cultuurbeleid liggen en andere organisaties en personen hieraan hebben meegewerkt, meen ik dat een nadere beoordeling, die de Raad nog als een praktisch probleem ziet, in het merendeel van de projectaanvragen niet nodig is. Mocht zich in een individueel geval een probleem voordoen dan zal ik het advies vragen van het fonds dat in dat specifieke geval deskundig is.
Ik zal het Handtheater eveneens van het bovenstaande op de hoogte stellen.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-24170-34.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.