24 170 Gehandicaptenbeleid

Nr. 325 BRIEF VAN DE MINISTER VAN VOLKSGEZONDHEID, WELZIJN EN SPORT

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 23 april 2024

Uw Kamer heeft mij verzocht een reactie te geven op een brief over «behandeling van verstandelijk gehandicapte mensen» (kenmerk 2024z03140). Hierbij doe ik uw Kamer mijn reactie toekomen. Allereerst wil ik graag ingaan op de praktijk van personen met een handicap die in een instelling verblijven en een curator, bewindvoerder of mentor toegewezen krijgen. Daarna ga ik in op de regels rondom de bijzondere bijstand in relatie tot de kosten voor bewind.

Curatele, bewind of mentorschap wanneer verblijvend in een instelling

In de brief wordt gesteld dat zorgorganisaties cliënten gedwongen hebben om over te stappen naar een professionele bewindvoerder of mentor. Dit is een beslissing die niet door een zorgorganisatie wordt gemaakt. Het is de rechter die de curatele, het bewind of mentorschap instelt en de curator, bewindvoerder of mentor benoemt.1 De instelling waar de betrokkene wordt verzorgd of die aan de betrokkene begeleiding biedt dient dus de curatele, bewind of mentorschap aan te vragen bij de rechter.2

De rechter volgt bij de benoeming van een curator, bewindvoerder of mentor de uitdrukkelijke voorkeur van de betrokkene, tenzij er gegronde redenen zijn om zich tegen een dergelijke benoeming te verzetten.3 Gedurende de zitting vraagt de rechter aan de betrokkene, de verzoekende partij, de belanghebbenden en de beoogde mentor(en), dan wel bewindvoerders of zij zich kunnen vinden in het verzoek, en toetst de rechter of de voorgestelde vorm van wettelijke vertegenwoordiging inderdaad noodzakelijk is. Op basis daarvan velt de rechter zijn oordeel. Als de verzoeker, betrokkene of de belanghebbende het niet eens is met dit besluit, kan hoger beroep worden aangetekend binnen drie maanden. Het gerechtshof buigt zich dan over de zaak.

Bijzondere bijstand in relatie tot de kosten voor curatele, bewind of mentorschap

De kosten voor de bewindvoerder zijn wettelijk vastgelegd in de Regeling beloning curatoren, bewindvoerders en mentoren. In principe betaalt de persoon die onder curatele, bewind of mentorschap staat de kosten hiervoor zelf. Zijn er onvoldoende middelen om deze kosten te dragen, dan kan er een verzoek worden gedaan bij de gemeente waar iemand woonachtig is om de kosten voor curatele, bewind of mentorschap te vergoeden via de bijzondere bijstand.4 Bijzondere bijstand is een onderdeel van de Participatiewet en is bedoeld voor mensen met een minima om te voorzien in de uit bijzondere omstandigheden voortvloeiende noodzakelijke kosten van het bestaan, wanneer deze kosten niet kunnen worden voldaan uit de bijstand. Voor mensen die hun curator, bewindvoerder of mentor niet uit eigen middelen kunnen betalen, kan de bijzondere bijstand daarom een uitkomst bieden, indien ze voldoen aan de kaders van de bijzondere bijstand. De bijzondere bijstand is niet voorbehouden aan mensen met een bijstandsuitkering, maar biedt de gemeente ook de mogelijkheid om bijvoorbeeld werkende mensen met een laag inkomen te ondersteunen als zij specifieke kosten niet kunnen betalen.

Tot slot

Het kabinet streeft naar goed werkend stelsel van curatele, bewind en mentorschap. Zo is mijn collega voor Rechtsbescherming op dit moment bezig met het uitwerken van mogelijke scenario’s rondom wijzigingen in het stelsel ter verbetering van de kwaliteit, het toezicht en de financiering. Tijdens het commissiedebat armoede en schulden van 1 februari jl. heeft hij aangegeven voor de zomer met een eerste aanzet richting de Kamer te komen. Tevens zal er onderzoek worden gedaan naar de voormelde componenten. Momenteel is mijn collega voor Armoedebeleid, Participatie en Pensioenen in samenspraak met mijn collega voor Rechtsbescherming bezig om een kabinetsreactie op te stellen op de binnengekomen initiatiefnota bewind.5 Daarnaast heb ik recentelijk de nationale strategie gepresenteerd. Eén van de uitgangspunten is eigen regie kunnen voeren.

In de werkagenda, wat de uitwerking van de nationale strategie VN Verdrag Handicap behelst, zal ik bezien welke aanvullende maatregelen eventueel kunnen worden genomen om de positie van mensen met een handicap op dit terrein te verbeteren.

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, C. Helder


X Noot
1

Vgl. voor de curatele, de artikelen 1:378–379 en 383 BW, het bewind, de artikelen 1:431–432 BW en voor het mentorschap: de artikelen 1:450–452 BW.

X Noot
2

Curatele: artikel 1:379 lid 2 BW, bewind: artikel 1:342 lid 2 BW en mentorschap: artikel 1:451 lid 2 BW.

X Noot
3

Curatele: artikel 1:383 lid 2 BW, bewind: artikel 1:435 lid 3 BW en mentorschap: artikel 1:452 lid 3 BW.

X Noot
4

Vgl. de toelichting bij de Regeling beloning curatoren, bewindvoerders en mentoren, Staatscourant 2014, 32 149 (10 november 2014), p. 6.

X Noot
5

Kamerstuk II 2023–24, 36 464, nr 2.

Naar boven