24 170 Gehandicaptenbeleid

Nr. 269 BRIEF VAN DE MINISTER VOOR LANGDURIGE ZORG EN SPORT

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 12 december 2022

In het commissiedebat van 21 april jl. (Kamerstuk 34 104, nr. 356), heb ik aangegeven een transparante procedure te starten voor de werving van een bestuurlijk aanjager Onbeperkt Meedoen die zich samen met mij hard zal maken voor een toegankelijke samenleving. Met veel enthousiasme kan ik uw Kamer informeren dat per 15 december 2022 Guusje ter Horst deze functie de komende twee jaar zal gaan vervullen. Zij zal zich richten op de beweging naar meer inclusie en betere toegankelijkheid voor mensen met een beperking. Hierbij zal zij een gezicht en aanspreekpunt zijn richting bedrijven, overheden en maatschappelijke organisaties ten aanzien van inclusie voor mensen met een beperking.

Zij zal onder andere partijen bij elkaar brengen die inclusiepacten willen afsluiten. Deze pacten, over de volle breedte van het VN-verdrag, zijn concrete afspraken die direct impact maken in het leven van mensen met een beperking. In deze rol kan ze belemmerende wet- en regelgeving en uitvoeringspraktijk voor mensen met een beperking aankaarten bij het betreffende departement of uitvoeringsorganisatie. Haar ruime bestuurlijke ervaring is hierbij van groot belang. Ook door haar bekendheid met de opgave van de lokale overheid kan Guusje ter Horst een belangrijke verbindende rol vervullen richting gemeenten. Gemeenten vervullen een grote rol in het dagelijks leven van mensen met een beperking en kunnen daar met hun lokale inclusie agenda veel in betekenen. Samen kunnen we de noodzakelijke beweging naar een toegankelijke samenleving verder vormgeven. In overleg met haar zullen we een gezamenlijke werkagenda opstellen voor de periode van haar functie als bestuurlijk aanjager.

Guusje ter Horst heeft in haar persoonlijke omgeving, door de zorg voor haar naaste, kunnen zien hoe het «meedoen» kan worden bemoeilijkt of juist kan worden verlicht.

Haar drive voor deze functie komt voort uit haar overtuiging dat iedereen met een beperking dat laatste verdient.

De Minister voor Langdurige Zorg en Sport, C. Helder