De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat er een kilometergrens van maximaal 600 kilometer geldt voor het
standaard Valysvervoer, het zogeheten persoonlijk kilometerbudget (pkb);
constaterende dat de Valysgebruiker ongeveer € 0,20 per kilometer betaalt als hij
of zij bovenregionaal reist (en daarmee hetzelfde betaalt als iemand zonder een beperking
zou betalen voor een treinreis) en dat dit ineens € 1,22 per kilometer wordt als de
kilometergrens wordt overschreden;
van mening dat gelijkwaardigheid betekent dat mensen met of zonder beperking hetzelfde
bedrag betalen voor het openbaar vervoer;
constaterende dat de rolstoeltoegankelijkheid van onze stations nog zeer te wensen
overlaat, daar op slechts 107 van de 400 stations assistentie geboden wordt bij in
en uit de trein gaan en dat dus veel betrokkenen voorlopig nog afhankelijk blijven
van bovenregionaal vervoer;
van mening dat het individueel registreren van de gebruikte kilometers onnodig tot
administratieve lasten leidt en bovendien ongewenst is in het kader van de privacy
van de gebruiker, temeer omdat een treinreiziger ook niet op last van de overheid
hoeft te administreren waar hij of zij naartoe gaat;
constaterende dat het macrobudget voor Valys zo'n 60 miljoen euro bedraagt en dat
elk jaar ongeveer 1 miljoen euro gebruikt wordt voor de beoordeling of mensen een
hoger pkb krijgen;
constaterende dat slechts 1,5% van de Valysgebruikers meer kilometers wenst te gebruiken
en dat 1,5% van 60 miljoen euro minder dan 1 miljoen euro betreft en het pkb in principe
budgetneutraal afgeschaft zou moeten kunnen worden;
constaterende dat er een meevaller van 2,9 miljoen euro in het jaarverslag 2016 wordt
gemeld;
erzoekt de regering de kilometergrens en de administratieve lasten en registratie
van kilometers voor het Valysvervoer met persoonlijk kilometerbudget op te heffen,
en gaat over tot de orde van de dag.
Agema