Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 17 juli 2017
Mensen met een beperking moeten zoveel als mogelijk het leven kunnen leiden dat zij
wensen. Dit betekent dat zij zelf regie moeten kunnen voeren over hun leven.
De Inspectie voor de Gezondheidszorg (IGZ) heeft bij 38 zorgorganisaties die zorg
bieden aan mensen met een beperking getoetst of de cliënten hun leven kunnen leven
zoals zij dat willen, en of ze hierbij goed worden ondersteund door de zorgorganisaties.
Cliëntgerichtheid en de dialoog tussen de zorgaanbieder, de cliënt en zijn netwerk
staan hierin centraal. Hierbij is getoetst of er rekening wordt gehouden met de wensen
van de cliënten en hoe de medewerkers hier invulling aan geven.
Voor de resultaten van dit onderzoek verwijs ik naar de factsheet «Kun jij leven zoals
jij dat wilt»?1
De meeste cliënten bij de getoetste zorgorganisaties zeggen inderdaad te kunnen leven
zoals zij dat willen. Zij worden daarbij op zich goed ondersteund door de zorgorganisaties.
Wel roept de inspectie zorgorganisaties op om ervoor te zorgen dat er genoeg tijd
is voor begeleiders om tussendoor gesprekken te voeren met cliënten, om ondersteuningsplannen
begrijpelijker te maken, om (nog) meer aandacht te besteden aan zelfstandigheid van
cliënten en om steeds te blijven kijken of dingen die een cliënt niet kan of mag op
een andere manier opgelost kunnen worden.
Het versterken van de eigen regie van de cliënt en zijn netwerk krijgt structureel
aandacht in het risico toezicht onder meer doordat persoonsgerichte zorg is opgenomen
in het dit voorjaar gepubliceerde toetsingskader.
Het is een goede zaak dat ook in het toezicht aandacht is voor dit thema. Dit sluit
aan bij de inspanningen die vanuit VWS en de veldpartijen worden gedaan voor cliënten
met een beperking en bijzondere zorg- en ondersteuningsvragen. Zoals de kwaliteitsagenda
«samen werken aan een betere gehandicaptenzorg» (bijlage bij Kamerstuk 24 170, nr. 152), het nationale onderzoeksprogramma «Gewoon Bijzonder» van ZonMW (bijlage bij Kamerstuk
24 170, nr. 150) en het kwaliteitskader in de gehandicaptenzorg en de implementatie van het VN-verdrag
van de rechten van de mens.
Ik vertrouw erop u hiermee voldoende te hebben geïnformeerd.
De Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,
M.J. van Rijn