24 170 Gehandicaptenbeleid

Nr. 125 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN VOLKSGEZONDHEID, WELZIJN EN SPORT

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 11 november 2011

Als kwetsbare mensen, in een afhankelijkheidsrelatie, het slachtoffer zijn van seksueel geweld is sprake van dubbele mishandeling: mishandeling van de persoon en mishandeling van diens kwetsbaarheid. Het rapport «Beperkt weerbaar» dat ik heden heb ontvangen gaat hierover.

Ik doe u hierbij dit rapport toekomen1. Het rapport betreft een uitgebreid en gedegen onderzoek naar seksueel geweld in Nederland bij mensen met een lichamelijke, zintuiglijke of verstandelijke beperking. Het onderzoek is in opdracht van mijn departement uitgevoerd door Rutgers WPF en MOVISIE.

Het doel van het onderzoek was tweeledig:

  • a) inzicht te krijgen in de omvang en kenmerken van seksueel geweld tegen mensen met een beperking en

  • b) inzicht te krijgen in de bevorderende en belemmerende factoren om seksueel geweld adequaat te signaleren en aan te pakken.

Voor uw informatie vat ik in deze brief eerst de belangrijkste bevindingen samen. Daarna zal ik een eerste reactie hierop geven.

Belangrijkste conclusies en aanbevelingen

Uit het onderzoek komt naar voren dat in Nederland mensen met een verstandelijke beperking veel vaker seksueel geweld hebben meegemaakt dan mensen zonder deze beperking.

Seksueel geweld komt ook bij mannen met een lichamelijke of visuele beperking (iets) vaker voor dan bij mannen zonder deze beperking, met name in de jeugd. Vrouwen met een lichamelijke of zintuiglijke beperking maken niet vaker seksueel geweld mee dan vrouwen zonder beperking. Wel is de aard van het seksueel geweld bij hen ernstiger.

De belangrijkste aanbevelingen betreffen de preventie, signalering, aanpak en nazorg. De onderzoekers bevelen aan preventie te verbeteren door het geven van voorlichting (op jonge leeftijd). Dat vergroot de weerbaarheid van de cliënten. Daarnaast is het belangrijk signalen serieus te nemen en er open over te praten. Verder vraagt een succesvolle aanpak om alertheid van zorgprofessionals en verwanten, alsmede de vaardigheid om signalen te herkennen.

Ook wordt gewezen op de lange termijneffecten voor slachtoffer en pleger en dus op het belang van nazorg. In de aanbevelingen worden diverse betrokken partijen gevraagd aandacht aan deze aspecten te besteden.

Eerste reactie

Uit het onderzoek komt naar voren dat vooral veel mensen met een verstandelijke beperking in hun leven ooit te maken krijgen met een vorm van seksueel geweld. Het kan gaan om ongewenste aanrakingen, grensoverschrijdend gedrag, maar ook om ernstiger vormen, zoals verkrachting.

Hoewel je niet kan voorstellen en zelfs misschien niet wilt geloven dat iemand een ander zoiets aandoet, toont dit rapport ons feiten die zeer pijnlijk zijn.

Het geweld komt zowel voor in de huiselijke kring als in de professionele omgeving. Dit betekent dat (een deel van) de oplossing bij diverse partijen ligt: zorgprofessionals, zorginstellingen, de rijksoverheid, scholen en gemeenten.

Als staatssecretaris ben ik verantwoordelijk voor de zorg aan kwetsbare mensen. Ik vind het dan ook essentieel de samenleving ervan te doordringen dat wij gezamenlijk tegen (seksueel) geweld en mishandeling van kwetsbare mensen moeten optreden. In dat kader heb ik de afgelopen periode diverse brieven naar uw Kamer gezonden over geweld jegens kwetsbare mensen. Als voorbeeld noem ik het actieplan «Ouderen in veilige handen» en de passage over geweld in afhankelijkheidsrelaties in de brief «Vertrouwen in de zorg». De uitkomsten van het onderhavige onderzoek onderstrepen de noodzaak van het in deze brieven beschreven beleid. Preventie, signaleren, aanpak en nazorg zijn bij dit alles essentieel.

Professionals hebben een belangrijke rol bij het signaleren van geweld in huiselijke kring. Om hen daarbij te ondersteunen, wil ik een verplichte meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling invoeren. Seksueel misbruik valt daar nadrukkelijk ook onder. Op 28 oktober jl. heb ik hiertoe een wetsvoorstel naar uw Kamer gezonden.

Mijn Inspectie voor de Gezondheidszorg zal, in anticipatie op de invoering van de wet, in 2012 bekijken hoe organisaties binnen de gehandicaptenzorg de meldcode invoeren. Voorts zal ik het meldpunt bij de IGZ voor ouderenmishandeling ook openstellen voor meldingen over seksueel misbruik bij mensen met een beperking.

Veel seksueel geweld vindt plaats tussen cliënten onderling. Daarom stelt de Inspectie dit onderwerp altijd aan de orde in gesprekken met medewerkers tijdens (tweede fase) bezoeken aan organisaties.

Aanbieders pakken hun rol serieus op. Zo start de Vereniging Gehandicaptenzorg Nederland (VGN) binnenkort een programma voor zorgorganisaties met praktische handvatten over hoe om te gaan met seksualiteit en hoe seksueel misbruik te voorkomen. Als het gaat om signaleren, acht ik het essentieel dat aanbieders transparant zijn over seksueel geweld binnen hun organisaties en er een open meld-cultuur heerst.

In het kader van mijn brede aanpak van geweld in afhankelijkheidsrelaties, wil ik seksueel geweld tegen mensen met een beperking verder tegengaan. Kern daarvan is dat het taboe doorbroken wordt, mensen instrumenten in handen worden gegeven om te handelen en partijen aan te spreken op hun verantwoordelijkheid. De uitkomsten van het onderzoek zal ik dan ook direct onder de aandacht brengen van alle partijen die in de bestrijding van seksueel geweld tegen mensen met een beperking een rol moeten spelen. Ik zal u dit najaar nader informeren over die bredere aanpak.

De staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,

M. L. L. E. Veldhuijzen van Zanten-Hyllner


X Noot
1

Ter inzage gelegd bij het Centraal Informatiepunt Tweede Kamer.

Naar boven