24 170 Gehandicaptenbeleid

Nr. 104 LIJST VAN VRAGEN EN ANTWOORDEN

Vastgesteld 7 april 2010

De vaste commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport1 heeft een aantal vragen voorgelegd aan de staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport over de brief van 22 januari 2010 inzake fraudepleging bij een instelling voor verstandelijk gehandicapten (2010D03679).

De minister heeft deze vragen beantwoord bij brief van 6 april 2010. Vragen en antwoorden zijn hierna afgedrukt.

Adjunct-griffier van de commissie,

Sjerp

De voorzitter van de commissie,

Smeets

1

Kan worden toegelicht hoeveel van dit soort klachten (van oud werknemers van instellingen) de Inspectie voor de Gezondheidszorg (IGZ) heeft ontvangen in 2007 en in 2008?

Een eerste analyse uit de binnengekomen meldingen geeft aan dat er 2 zaken bekend zijn bij de IGZ die zijn gemeld door oud werknemers van instellingen.

2

Hoeveel van dit soort klachten leiden tot een onderzoek door de IGZ?

In beide gevallen hebben de klachten geleid tot onderzoek van de IGZ.

3 en 4

Wat vindt u van de snelheid van het onderzoek door de IGZ aangezien de drie meldingen reeds in 2008 zijn binnengekomen?

Is dit een gebruikelijke doorlooptijd? Wat is de streeftermijn voor het afronden van onderzoeken en hoe vaak wordt deze wel/niet gehaald?

De Inspectie heeft op de meldingen volgens de daartoe gestelde termijnen gereageerd. Wanneer een melding bij de backoffice binnenkomt, beslist de IGZ binnen een termijn van 4 weken of de inspectie overgaat tot onderzoek. De doorlooptijd is vervolgens afhankelijk van hetgeen de inspectie bij haar onderzoek aantreft. Er zijn daarom geen vaste streeftermijnen voor het afronden van onderzoeken. Uiteraard wordt gestreefd naar een zo kort mogelijk doorlooptijd.

5

Hoe verliep en verloopt in zijn algemeenheid de samenwerking tussen NZa, IGZ, OM en/of FIOD-ECD?

Tussen genoemde partijen bestaan samenwerkingsafspraken. Signalen van mogelijke overtredingen worden door deze partijen met elkaar besproken.

6

Wat wordt bedoeld met «de volle aandacht hebben van de betreffende toezichthouders»? Welke acties ondernemen de toezichthouders?

Bedoeld wordt dat de door de heer R. van Z. gesignaleerde problemen bij de toezichthouders bekend zijn en dat zij waar nodig actie ondernemen. De NZa heeft de melding van de heer R. van Z. bij het betreffende zorgkantoor neergelegd met het verzoek daar nader onderzoek naar te doen. De IGZ heeft de meldingen die zijn binnengekomen in behandeling genomen. De resultaten van deze acties komen aan de orde in de volgende vragen.

7

Uit de brief blijkt dat het zorgkantoor een onderzoek instelt (een zogenoemde materiële controle). Zijn de resultaten van dit onderzoek al bekend?

Het zorgkantoor is op verzoek van de NZa nagegaan of er naar aanleiding van de melding van de heer R. van Z. sprake is van onrechtmatigheden bij de betreffende instelling. Die zijn niet geconstateerd, wel is vastgesteld dat er onvoldoende personeel is ingezet in de afdeling waar de heer R. van Z. heeft gewerkt omdat vier crisisbedden en een noodbed aldaar niet waren begroot. De zorgaanbieder heeft aangegeven de crisisunit regulier in de begroting van 2010 te verwerken. Het zorgkantoor zal dit controleren.

8

Wat is de status van dit onderzoek (in relatie tot onderzoeken door de NZa en IGZ) en in hoeverre kan dit leiden tot acties van het zorgkantoor richting de instelling en wat voor soort acties?

Een zorgkantoor is gehouden de AWBZ rechtmatig en doelmatig uit te voeren. Het zorgkantoor is als eerste aan zet om na te gaan of instellingen aan hun verplichtingen voldoen. Daartoe oefenen de zorgkantoren formele controles en materiële controles uit. Ook doen ze ad-hoc onderzoek, zoals is gebeurd naar aanleiding van de melding van de heer R. van Z. Als zorgkantoren vaststellen dat er onjuistheden zijn, dan kunnen ze verschillende acties ondernemen. Kortheidshalve verwijs ik u hiervoor naar mijn antwoord op vraag 11.

9

Waarom heeft de NZa geen overtreding van de Wet Marktordening Gezondheidszorg vastgesteld naar aanleiding van de informatie over ondoelmatige besteding van financiële middelen?

De NZa heeft geen overtreding van de Wet marktordening gezondheidszorg kunnen vaststellen op basis van de informatie van de heer R. van Z. omdat eventuele ondoelmatige besteding van financiële middelen geen overtreding is in de zin van de Wmg.

10

Op welke wijze wordt een materiële controle uitgevoerd? Wie houdt toezicht op de uitvoering van de materiële controle?

De zorgkantoren moeten jaarlijks een controleplan opstellen voor het uitvoeren van materiële controles, waarbij de uit te voeren controles moeten worden gebaseerd op een risicoanalyse. De materiële controle wordt uitgevoerd op basis van de Regeling Controle en Administratie AWBZ verzekeraars van de NZa. De NZa ziet toe op de uitvoering van de materiële controles door de zorgkantoren en rapporteert hierover jaarlijks aan VWS in het rapport over de uitvoering van de AWBZ.

11

Welke vervolgacties zullen het betreffende zorgkantoor dan wel de NZa nemen indien er sprake is van onrechtmatigheden?

Als het zorgkantoor onrechtmatigheden vaststelt, kan dit leiden tot financiële correcties door het zorgkantoor. Als er sprake is van een vermoeden van fraude, moet het zorgkantoor daarvan melding doen bij het Fraudeloket van het Verbond van Verzekeraars. Ook kan een zorgkantoor dit melden bij het meldpunt van de NZa dat op grond van artikel 74 Wmg is ingesteld.

De NZa kan indien sprake is van een vermoeden van overtreding van de Wmg een bestuursrechtelijk onderzoek instellen. Dit is in deze casus niet aan de orde. Afhankelijk van de aard van de onrechtmatigheden kan in plaats van een bestuursrechtelijk onderzoek door het Openbaar Ministerie worden beslist een strafrechtelijk onderzoek in te stellen. Ook dit is in de onderhavige casus niet aan de orde.

12

In welke situatie wordt het OM en/of FIOD-ECD ingeschakeld?

Het OM en/of de FIOD-ECD worden ingeschakeld als er sprake is van strafrechtelijke overtredingen en in situaties van samenloop van overtreding van de Wmg en de Wet op de economische delicten (Wed).

13 en 14

Wat is de reden voor de uitspraak dat er geen overtreding is geconstateerd, terwijl er wel extra onderzoek wordt gedaan door het zorgkantoor? Is deze uitspraak voorbarig geweest?

Wanneer het zorgkantoor in het accountantsrapport onrechtmatigheden constateert, is de toets van de NZa onzorgvuldig geweest?

De NZa heeft op basis van de informatie uit de melding van de heer R. van Z. geen overtreding van de Wmg kunnen vaststellen. Ook het zorgkantoor heeft in het onderzoek naar aanleiding van de melding van de heer R. van Z. geen onrechtmatigheden geconstateerd. Door dit onderzoek is wel aan het licht gekomen dat de afdeling van de heer R. van Z. met te weinig personeel werkte. Het zorgkantoor vindt dat de heer R. van Z. hierover terecht zijn beklag heeft ingediend bij zijn toenmalige Raad van Bestuur. Echter er is geen sprake van een overtreding van de Wmg of enige andere wet. De uitspraak, noch de toets van de NZa is voorbarig dan wel onzorgvuldig geweest.

15

Is bij de toets van de NZa ook het rapport betrokken dat R.v.Z. heeft laten maken over de extra middelen voor extreme zorgzwaarte? Zo nee, waarom niet?

Zowel de NZa als het zorgkantoor heeft mij laten weten niet op de hoogte te zijn van het bestaan van een dergelijk rapport.

16

Hoe verhoudt een accountantsverklaring, waarbij wordt gekeken naar de rechtmatigheid van uitgaven, zich met de doelmatigheid van besteding? Is uw oordeel dat een doelmatigheidstoets ook nodig is voor zorginstellingen?

Een externe accountant geeft, conform de bepalingen uit de Regeling Administratieve Organisatie en Interne Controle AWBZ Zorgaanbieders, een verklaring over de juistheid van de gedeclareerde productie en over de getrouwheid van de jaarrekening.

Een doelmatigheidstoets is voorbehouden aan het zorgkantoor omdat het hierbij gaat om een oordeel over en inzicht in de totale zorgproductie en zorguitgaven in een bepaalde regio.

17

Wie heeft de controle over doelmatige besteding, buiten de Raad van Bestuur en de Raad van Toezicht?

Het zorgkantoor heeft de controle over doelmatige besteding, zie ook het antwoord op vraag 16.

18

Is het overhevelen van extra gelden, vanwege de zwaarte van een bewoner, zodat het ingezet wordt voor andere doeleinden rechtmatig? Zo ja, wat zegt dit over de regeling voor extreme zorgzwaarte middelen?

In de beleidsregel toeslag extreme zorgzwaarte staan de voorwaarden genoemd die gelden voor het verkrijgen, gebruiken en verantwoorden van een dergelijke toeslag. De instelling moet de toeslag gebruiken voor de uitvoering van het zorgplan van de betreffende cliënt. De controle hiervan ligt bij het zorgkantoor en de NZa ziet daarop toe.

19

Wanneer de FIOD-ECD fraude/onrechtmatigheden constateert, schiet de toets in de Wet Marktordening Gezondheidszorg dan te kort?

Nee. De toets in de Wet marktordening gezondheidszorg gaat over een rechtmatige en doelmatige uitvoering van de AWBZ door zorgkantoren en over de vraag of de Wmg naar behoren wordt nageleefd. Als er sprake is van overtredingen van de Wmg is de NZa aan zet. Er kan echter ook sprake zijn van overtredingen van andere wet- en regelgeving, zoals het strafrecht. Dan komen de FIOD-ECD en het OM in beeld.

20

Wanneer is het onderzoek van PricewaterhouseCoopers klaar naar de besteding van zorgmiddelen?

Dit onderzoek naar de besteding van zorgmiddelen in de sector Verpleging & Verzorging is voorjaar 2010 gereed. Het zal als bijlage bij de eerstvolgende voortgangsrapportage over de zorgzwaartebekostiging naar de Kamer worden gestuurd.

21

Welke risico's zijn op de zorgboerderij gesignaleerd door de IGZ?

Op zorgboerderij De Vlist betroffen de risico’s zelfbepaling, met name de inspraak bij het opstellen van het plan, het ondersteuningsplan wat betreft evaluatie van de gestelde doelen, en de veiligheid vanwege de geïsoleerde ligging van de boerderij in relatie tot de doelgroep.

22 en 23

Wat zijn de uitkomsten van de voortgangsrapportage van de betreffende zorgboerderij?

Wanneer brengt de IGZ een vervolgbezoek aan de zorgboerderij?

De conclusie van het follow up bezoek in november 2009 is dat er geen actuele riscio's meer zijn. De cliëntpopulatie is aangepast waardoor de geïsoleerde ligging geen risico meer vormt, de communicatie met cliënten en cliëntvertegenwoordigers is verbeterd en ten aanzien van de ondersteuningsplannen is de evaluatie nu geborgd.

Er is derhalve geen vervolgbezoek meer nodig aan zorgboerderij De Vlist.

24

Wanneer zijn de uitkomsten van het nog lopende onderzoek bekend?

De rapportage van het onderzoek naar locatie Orbis van Abrona verschijnt voor 1 april 2010. 

De rapportages betreffende zorgboerderij De Vlist zijn afgerond.


XNoot
1

Samenstelling:

Leden: Vlies, B.J. van der (SGP), Kant, A.C. (SP), Ferrier, K.G. (CDA), Ondervoorzitter, Joldersma, F. (CDA), Vries, J.M. de (CDA), Smeets, P.E. (PvdA), Voorzitter, Miltenburg, A. van (VVD), Schippers, E.I. (VVD), Smilde, M.C.A. (CDA), Timmer, A.J. (PvdA), Koşer Kaya, F. (D66), Willemse-van der Ploeg, A.A.M. (CDA), Veen, E. Van der (PvdA), Schermers, J.P. (CDA), Gerven, H.P.J. Van (SP), Wolbert, A.G. (PvdA), Zijlstra, H. (VVD), Ouwehand, E. (PvdD), Agema, M. (PVV), Leijten, R.M. (SP), Bouwmeester, L.T. (PvdA), Wiegman-van Meppelen Scheppink, E.E. (CU), Sap, J.C.M. (GL), Roos-Consemulder, B. De (SP) en Harbers, M.G.J. (VVD).

Plv. leden: Staaij, C.G. van der (SGP), Velzen, K. van (SP), Atsma, J.J. (CDA), Aasted Madsen-van Stiphout, J.D.M.P. (CDA), Ormel, H.J. (CDA), Dijken, M.J. van (PvdA), Verdonk, M.C.F. (Verdonk), Dezentjé Hamming-Bluemink, I. (VVD), Vietsch, C.A. (CDA), Arib, K. (PvdA), Ham, B. van der (D66), Uitslag, A.S. (CDA), Yücel, K (PvdA), Omtzigt, P.H. (CDA), Langkamp, M.C. (SP), Vermeij, R. (PvdA), Krom, P. de (VVD), Thieme, M.L. (PvdD), Mos, R. De (PVV), Luijben, A.P.M. (SP), Heerts, A.J.M. (PvdA), Ortega-Martijn, C.A. (CU), Halsema, F. (GL), Wit, J.M.A.M. de (SP) en Neppérus, H. (VVD).

Naar boven