nr. 10
BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN BINNENLANDSE ZAKEN
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
's-Gravenhage, 20 december 1995
Bij de mondelinge behandeling op 29 november van wetsvoorstel 24 158,
houdende wijziging van de Gemeentewet en de Waterschapswet in verband met
een verruiming van de beleidsvrijheid van gemeenten en waterschappen tot het
kwijtschelden van belastingschulden, heb ik toegezegd de Tweede Kamer op een
tweetal punten nader te berichten. Deze brief voorziet daarin.
Het eerste punt betrof de informatie-overdracht van het Rijk aan gemeenten,
in dit geval over het buiten de berekening van de betalingscapaciteit laten
van de zogenaamde kindertoeslag in de huursubsidie-tabellen. De Staatssecretaris
van Financiën heeft mij daarover het volgende bericht.
In verband met de invoering per 1 juli 1995 van een kindertoeslag in enkele
huursubsidie-tabellen is de Leidraad Invordering 1990 per die datum, in afwachting
van aanpassing van de Uitvoeringsregeling Invorderingswet 1990 per 1 januari
a.s., gewijzigd in die zin dat dat de kindertoeslag niet wordt betrokken in
de berekening van de betalingscapaciteit bij een verzoek om kwijtschelding.
De wijziging van de Leidraad is gepubliceerd in de Staatscourant van 29 juni
1995, nr. 123. Daarnaast hebben de Unie van Waterschappen en de Vereniging
van Nederlandse Gemeenten hun leden eind juni/begin juli 1995 van deze wijziging
in het beleid op de hoogte gebracht door middel van een nieuwsbrief.
Het tweede punt betrof het opleggen van aanslagen in de ingezetenomslag
aan bewoners van verzorgingstehuizen. De Minister van Verkeer en Waterstaat
heeft toegezegd dit punt, meer in het bijzonder de reikwijdte van het begrip
woonruimte in de Waterschapswet, te betrekken bij de evaluatie van die wet.
Ik hoop u hiermee voldoende te hebben geïnformeerd.
De Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken,
A. G. M. van de Vondervoort