24 150
Wijziging van de bepalingen betreffende huur en verhuur van bedrijfsruimte en intrekking van de Huurwet

nr. 9
TWEEDE NOTA VAN WIJZIGING

Ontvangen 28 april 1997

Het voorstel van wet wordt als volgt gewijzigd:

I. In artikel I, onderdeel A, worden de volgende wijzigingen aangebracht:

1. In artikel 1624 lid 2 worden de woorden «die verhuurd is ten behoeve van de uitoefening van een kampeerbedrijf» vervangen door: indien deze verhuurd is ten behoeve van de uitoefening van een kampeerbedrijf, of indien de huurovereenkomst ertoe strekt dat daarop door de huurder of zijn onderhuurder te gebruiken bedrijfsruimte als bedoeld in de eerste volzin zal worden gebouwd.

2. In artikel 1624a worden de volgende wijzigingen aangebracht:

a. De leden 2 en 3 vervallen.

b. Lid 4 wordt vernummerd tot lid 2 en komt te luiden:

2. Bedingen die ten nadele van de huurder afwijken van de bepalingen van deze afdeling, kunnen evenwel, behoudens wanneer het betreft een afwijking van artikel 1635, niet op die grond worden vernietigd, indien zij zijn goedgekeurd door de kantonrechter.

c. Lid 5 wordt vernummerd tot lid 3 en komt te luiden:

3. Ieder van de partijen kan een zodanige goedkeuring aan de rechter verzoeken. De goedkeuring wordt door de rechter alleen gegeven indien

a. het beding de rechten die de huurder aan deze afdeling ontleent, niet wezenlijk aantast of diens maatschappelijke positie in vergelijking met die van de verhuurder zodanig is dat hij bescherming van de onderhavige afdeling in redelijkheid niet behoeft; of

b. de huurovereenkomst tevens voldoet aan de omschrijving van huurkoop van een onroerende zaak als bedoeld in artikel 7.1.12.1; of

c. de huurovereenkomst tevens inhoudt dat de huurder gerechtigd is de verhuurde bedrijfsruimte te kopen voor een bij het aangaan van de overeenkomst schriftelijk bepaalde prijs die niet hoger is dan 50% van de waarde van de ruimte ten tijde van het ingaan van de huur, en die overeenkomst is gesloten voor een bepaalde tijd die niet langer is dan de tijd nodig voor afschrijving naar goed koopmansgebruik van de bedrijfsruimte tot op 50% van die waarde of van een lager percentage naar gelang ook de prijs op een lager percentage dan 50% van die waarde wordt gesteld.

d. Lid 6 wordt vernummerd tot lid 4.

e. Toegevoegd wordt een nieuw lid 5, luidende:

5. Bij algemene maatregel van bestuur kunnen voor bepaalde bedrijfsruimten bepalingen van deze afdeling buiten toepassing worden verklaard. Deze maatregel treedt niet eerder in werking dan acht weken na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin hij is geplaatst. Van de plaatsing wordt onverwijld mededeling gedaan aan de beide kamers der Staten-Generaal.

3. In artikel 1628 vervallen de leden 5 en 6.

4. In artikel 1631c worden de volgende wijzigingen aan gebracht.

a. Lid 1 onderdeel b wordt vervangen door:

b. in alle andere gevallen, telkens wanneer tenminste vijf jaar zijn verstreken sinds de dag waarop de laatste door partijen vastgestelde huurprijs is ingegaan of waarop de laatste door de rechter vastgestelde huurprijs is gevorderd dan wel waarop de benoeming van een deskundige aan de rechter is verzocht.

b. In lid 2 vervalt de zinsnede «, indien in de geldende huurovereenkomst de huurprijs geheel of gedeeltelijk aan deze omzet over een bepaalde periode is gekoppeld».

c. Lid 3 komt te luiden:

3. Een vordering tot nadere huurprijsvaststelling is slechts ontvankelijk, indien deze vergezeld gaat van een advies omtrent de nadere huurprijs opgesteld door een of meer door partijen gezamenlijk benoemde ter zake deskundigen. Indien partijen geen overeenstemming bereiken over de benoeming van een deskundige, benoemt de rechter deze op verzoek van de meest gerede partij. Bij het opstellen van het advies houdt de deskundige rekening met de omstandigheden van het geval zoals genoemd in lid 4. De kosten van het advies zijn proceskosten in de zin van artikel 57 Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering. De artikelen 57c, 223 en 225 van dat wetboek zijn van overeenkomstige toepassing.

II. Artikel XIII wordt als volgt gewijzigd:

a. In lid 1 wordt na de woorden «1625 tot en met 1628,» ingevoegd: met uitzondering van artikel 1626 lid 3,.

b. In lid 2 wordt na de woorden «de verplichting van de gewezen huurder om tot ontruiming over te gaan, geschorst was,» ingevoegd: of de huurovereenkomst rechtsgeldig krachtens de artikelen 1606–1610 van Boek 7A was opgezegd,.

c. Lid 3 vervalt en lid 4 wordt vernummerd tot lid 3.

d. In lid 3 wordt «van bedrijfsruimte» vervangen door: waarop deze wet betrekking heeft,.

III. Na artikel XIII wordt een nieuw artikel ingevoegd, luidende:

ARTIKEL XIIIA

Onze Minister van Justitie zendt in overeenstemming met onze Minister van Economische Zaken en Onze Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer binnen vijf jaar na inwerkingtreding van deze wet aan de Staten-Generaal een verslag over de doeltreffendheid en de effecten van artikel 1624a lid 3 onder b. en c. van deze wet in de praktijk.

IV. Aan artikel XIV wordt aan het slot de volgende volzin toegevoegd: Bij koninklijk besluit kan een ander tijdstip worden vastgesteld waarop artikel 1624 lid 3 onderdeel b. in werking treedt.

Naar boven