nr. 1
KONINKLIJKE BOODSCHAP
Aan de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Wij bieden U hiernevens ter overweging aan een voorstel van wet houdende
wijziging van de Wet Fonds economische structuurversterking.
De toelichtende memorie die het wetsvoorstel vergezelt, bevat de gronden
waarop het rust.
En hiermede bevelen Wij U in Godes heilige bescherming.
's-Gravenhage
14 april 1995
Beatrix
nr. 2
VOORSTEL VAN WET
Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van
Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is de bepalingen
met betrekking tot de voeding van het Fonds economische structuurversterking
met ontvangsten uit het vervreemden van vermogensbestanddelen aan te passen
en die met betrekking tot projecten waarvan uit het fonds kan worden bijgedragen
te verruimen;
Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der
Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en
verstaan bij deze:
ARTIKEL I
Indien het bij koninklijke boodschap van 29 januari 1993 ingediende voorstel
van wet houdende de instelling van een Fonds economische structuurversterking,
Kamerstukken 23 002, tot wet wordt verheven, wordt deze als volgt gewijzigd:
A
Artikel 2 wordt als volgt gewijzigd:
1. Voor de bestaande tekst wordt het cijfer 1 geplaatst.
2. Onderdeel d komt te luiden:
d. voor het fonds te bestemmen opbrengsten uit het vervreemden van vermogensbestanddelen
van het Rijk.
3. Onderdeel e vervalt.
4. Toegevoegd wordt een tweede lid dat luidt:
2. Indien opbrengsten als bedoeld in het eerste lid, onder d, als tijdelijke
voorziening in het fonds zijn gestort in verband met vertraging in de in het
eerste lid, onder b, genoemde ontvangsten, kunnen deze bedragen op de in het
eerste lid, onder b, genoemde ontvangsten in mindering worden gebracht.
B
Artikel 3 wordt als volgt gewijzigd:
1. Het eerste lid, onderdeel a, 3°, komt te luiden:
3°. bodemsanering, voor zover verband houdend met de projecten genoemd
onder 1° of met bouwprojecten in de binnensteden.
2. In het eerste lid wordt aan het slot van onderdeel a toegevoegd:
5°. de ecologische hoofdstructuur, voor zover een functionele relatie
bestaat met projecten genoemd onder 1°;
6°. de aanleg van groene overgangsgebieden in het kader van de uitbreiding
van de luchthaven Schiphol;
ARTIKEL II
Deze wet treedt in werking met ingang van de dag waarop de Wet Fonds economische
structuurversterking in werking treedt.
Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat
alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren wie zulks aangaat,
aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.
Gegeven
De Minister van Economische Zaken,
De Minister van Financiën,