24 139
Regels met betrekking tot naar buitenlands recht opgerichte, rechtspersoonlijkheid bezittende kapitaalvennootschappen die hun werkzaamheid geheel of nagenoeg geheel in Nederland verrichten en geen werkelijke band hebben met de staat naar welks recht zij zijn opgericht (Wet op de formeel buitenlandse vennootschappen)

nr. 7
NOTA VAN WIJZIGING

Ontvangen 20 september 1996

Het wetsvoorstel wordt als volgt gewijzigd:

1. Artikel 1 komt te luiden:

Artikel 1

In deze wet wordt onder formeel buitenlandse vennootschap verstaan een naar een ander dan Nederlands recht opgerichte, rechtspersoonlijkheid bezittende kapitaalvennootschap die haar werkzaamheid geheel of nagenoeg geheel in Nederland verricht en voorts geen werkelijke band heeft met de staat waarbinnen het recht geldt waarnaar zij is opgericht. In dit artikel worden de landen van het Koninkrijk der Nederlanden als staat aangemerkt.

2. Artikel 2, eerste lid, komt te luiden:

1. De bestuurders van een formeel buitenlandse vennootschap zijn verplicht ter inschrijving in het handelsregister opgave te doen dat de vennootschap aan de omschrijving van artikel 1 voldoet en ten kantore van het handelsregister neer te leggen een in het Nederlands, Frans, Duits of Engels gesteld authentiek afschrift of een door een bestuurder gewaarmerkt afschrift van de akte van oprichting en van de statuten, indien deze in een afzonderlijke akte zijn opgenomen. Tevens zijn zij verplicht opgave ter inschrijving te doen van het register waarin en het nummer waaronder die vennootschap is ingeschreven en de datum van de eerste registratie. Voorts zijn zij verplicht opgave ter inschrijving te doen van de naam, voornamen, indien het een natuurlijk persoon betreft, en de woonplaats van de houder van alle aandelen in het kapitaal van de vennootschap of van een deelgenoot in een huwelijksgemeenschap waartoe alle aandelen in het kapitaal van de vennootschap behoren, de aandelen gehouden door de vennootschap of haar dochtermaatschappijen niet meegeteld.

3. In artikel 2, tweede lid, komt het jaartal achter Handelsregisterwet te luiden: 1996.

4. Artikel 3, eerste lid, komt te luiden:

1. Alle geschriften, gedrukte stukken en aankondigingen, waarin een formeel buitenlandse vennootschap partij is of die van haar uitgaan, met uitzondering van telegrammen en reclames, moeten de volledige naam van de vennootschap, haar rechtsvorm, haar statutaire zetel en de plaats van vestiging van de aan haar toebehorende onderneming vermelden, alsmede, indien zij krachtens het op haar toepasselijke recht moet zijn ingeschreven in een register, het register waarin en het nummer waaronder de vennootschap is ingeschreven en de datum van de eerste registratie. Tevens moet zij vermelden onder welk nummer de vennootschap in het handelsregister is ingeschreven en dat de vennootschap een formeel buitenlandse vennootschap is. Het is verboden in de geschriften, stukken of aankondigingen een aanduiding te gebruiken die in strijd met de waarheid inhoudt dat de onderneming toebehoort aan een Nederlandse rechtspersoon.

5. Aan het slot van artikel 4, vierde lid, wordt het volgende zinsdeel toegevoegd: of het eigen vermogen door uitkeringen aan aandeelhouders of inkoop van aandelen daalt onder het bedrag, bedoeld in het eerste lid.

6. In artikel 4, vijfde lid, en in artikel 5, derde lid, wordt na «Europese Unie» telkens ingevoegd: of van een staat die partij is bij de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte van 2 mei 1992.

7. In artikel 5, tweede lid, eerste zin, komt «zes maanden» te luiden: vijf maanden en komt «vijf maanden» te luiden: zes maanden.

8. In artikel 5, tweede lid, tweede zin, komt «de jaarrekening en het jaarverslag» te luiden: de jaarrekening, het jaarverslag en de overige gegevens.

9. Aan artikel 5 wordt een nieuw lid toegevoegd, luidende:

4. De bestuurders zijn verplicht ieder kalenderjaar vóór 1 april van dat jaar ten kantore van het handelsregister neer te leggen een bewijs van inschrijving in het register waar de vennootschap krachtens het op haar toepasselijke recht moet zijn ingeschreven. Het bewijs mag niet eerder dan vier weken voor de datum van nederlegging zijn afgegeven.

10. Artikel 8 komt te luiden:

Artikel 8

Tot het tijdstip van inwerkingtreding van de Handelsregisterwet 1996 (Stb. 1996, 181) luidt artikel 2, tweede lid, van deze wet:

2. Het handelsregister, bedoeld in het eerste lid, is het handelsregister van de plaats waar de aan de vennootschap toebehorende onderneming of nevenvestiging gevestigd is.

11. In artikel 10, onderdeel b, komt «artikel 3» te luiden: artikelen 2, 3 en 5, vierde lid.

Toelichting

De wijzigingen in de artikelen 1 tot en met 4 zijn toegelicht in de nota naar aanleiding van het verslag waar op die artikelen is ingegaan. In de eerste zin van artikel 2, eerste lid, (dat voor de leesbaarheid volledig is uitgeschreven) is verder de formulering van de neer te leggen stukken in overeenstemming gebracht met de Handelsregisterwet en het nieuw vast te stellen handelsregisterbesluit. Op ieder der bestuurders rust die verplichting. Het is, anders dan in de Handelsregisterwet, niet mogelijk aan deze verplichting te voldoen via een gevolmachtigde. Volledigheidshalve zij opgemerkt dat als de hier geëiste stukken al zijn neergelegd toen de vennootschap nog niet formeel buitenlandse vennootschap was, dezelfde stukken niet alsnog bij het handelsregister behoeven te worden gedeponeerd als de vennootschap wel die kwaliteit krijgt.

In het nieuwe eerste lid van artikel 3 wordt verder alsnog rekening gehouden met de mogelijkheid dat een formeel buitenlandse vennootschap een statutaire naam voert met «n.v.» of «b.v.» erin. Dat is weliswaar in strijd met de Handelsnaamwet, maar de verplichting de volledige statutaire naam op het briefpapier te voeren met geen voedsel geven aan de gedachte dat men in zo'n geval die aanduiding op het briefpapier moet gebruiken.

In de artikelen 4, vijfde lid, en 5, derde lid, is rekening gehouden met het feit dat de EER-overeenkomst zich uitstrekt tot de vennootschapsrichtlijnen.

Aan artikel 5 is een nieuw lid toegevoegd waarin de verplichting wordt opgenomen om een bewijs van inschrijving in het buitenlandse register aan het handelsregister te overleggen. Uit de praktijk van de Kamers van Koophandel blijkt dat een buitenlandse vennootschap met een onderneming in Nederland soms in het buitenland wordt ontbonden (in Engeland b.v. door de zgn. striking-off procedure) en de onderneming in Nederland blijft voortbestaan en als vennootschap ingeschreven blijft in het handelsregister. Dit laatste zou voorkomen kunnen worden door van de vennootschap te verlangen dat deze jaarlijks een inschrijvingsbewijs in het buitenlandse register overlegt.

In artikel 8 is rekening gehouden met de nieuwe Handelsregisterwet. Onderdeel b kan vervallen omdat de voorgestelde bepaling overbodig bleek naast de artikelen 8 en 12 van de (oude) Handelsregisterwet.

De bedoeling is dat jaarrekeningregels die op de b.v. van toepassing zijn, ook van toepassing worden op formeel buitenlandse vennootschappen. Op enige onderdelen sporen de bepalingen niet goed. Het bestuur van de b.v. dient jaarlijks binnen vijf maanden na afloop van het boekjaar een jaarrekening op te maken, terwijl uitstel kan worden verleend voor maximaal zes maanden (zie de artikelen 2:101/210 BW). Lid 2 van artikel 5 is aldus aangepast. Verder is het nodig te bepalen dat titel 9 van boek 2 ook geldt voor de «overige gegevens». Ook de accountantsverklaring van het openbaar gemaakte financiële verslag zal dus openbaar moeten worden gemaakt en de jaarrekeningprocedure kan dus ook de overige gegevens betreffen.

In artikel 10 is onderdeel b aangevuld met een verwijzing naar artikel 2 om te bewerkstelligen dat de opgaveplicht op grond van dat artikel strafrechtelijk gesanctioneerd wordt. Ook overtreding van de verplichting jaarlijks een bewijs van inschrijving in het buitenlandse register te overleggen, wordt een economisch delict.

De Minister van Justitie,

W. Sorgdrager

Naar boven