Kamerstuk
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Dossier- en ondernummer | Datum brief |
---|---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 1994-1995 | 24135 nr. 4 |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Dossier- en ondernummer | Datum brief |
---|---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 1994-1995 | 24135 nr. 4 |
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
's-Gravenhage, 1 juni 1995
Mede namens de Minister voor Ontwikkelingssamenwerking heb ik de eer u te informeren over de ontwikkelingen in Burundi sinds het algemeen overleg van 6 april jl.
Het proces van nationale verzoening
In driekwart van Burundi lijkt de situatie op dit moment relatief rustig. Onderling wordt er door de bevolking niet meer gedood. Wel bestaan er bendes en milities die (soms openlijk) worden gesteund door politici die weigeren deel te nemen aan de dialoog over vrede. Deze groepen, die zich met name in Noord-Burundi bevinden, vormen een groot probleem. Hun gewelddadige acties beangstigen ook de bevolking in rustige gebieden.
Naar aanleiding van gewelddadigheden eind maart zijn in de maand april alle leden van de regering en het parlement – zowel FRODEBU als UPRONA – het land ingetrokken voor een vredescampagne. Zij hebben de bevolking gevraagd om niet langer de confrontatie te zoeken. Deze campagne heeft geleid tot een daling van de onrust onder de bevolking en een afname van de gewelddadigheden in het land.
De Burundese regering bereidt een nationaal debat voor, waarvan het doel is de discussie die tot verzoening moet leiden door alle lagen van de bevolking te doen voeren. Hiertoe is een commissie ingesteld die dit debat voorbereidt. Verwacht wordt dat deze commissie haar werkzaamheden over twee of drie maanden zal afronden, waarna het debat van start kan gaan.
Op 22 mei hebben militante (Tutsi) jeugdgroepen geprobeerd een situatie van «villemorte» te creëren in Bujumbura. Geen enkele partij heeft de oproep hiertoe gesteund. De voltallige regering is de stad ingegaan om met de bevolking te praten over hun problemen. Hierdoor is de poging tot «villemorte» mislukt. De vertegenwoordigers van de Europese Unie te Bujumbura hebben op 23 mei in een spoed demarche bij premier Nduwayo steun uitgesproken voor de actie van de regering en toegezegd dat de EU bereid is projecten te ondersteunen met een hoge werkgelegenheidsfactor, met name voor momenteel werkloze jongeren, opdat deze uit de handen van extremistische groeperingen gehouden kunnen worden.
Momenteel wordt gewerkt aan de implementatie van het Gemeenschappelijk Standpunt over Burundi van 24 maart jl., dat is voortgekomen uit het Gymnich-overleg te Carcassonne op 19 maart jl. De Europese Unie heeft in dit verband een aantal maatregelen getroffen. Sinds oktober 1993 heeft Burundi 250 MECU aan humanitaire hulp ontvangen. Om de voedselvoorziening te verbeteren is 19 MECU ter ondersteuning van de landbouwsector toegekend. De economische wederopbouw wordt ondersteund met 4,8 MECU voor urgente behoeften, zoals o.a. farmaceutische en onderwijs benodigdheden, herstel van wegen en schuldverlichting; voorts is 5,5 MECU beschikbaar gesteld voor de basale gezondheidszorg. Andere mogelijke maatregelen in het kader van preventieve diplomatie worden nog onderzocht. Het is van belang de opbouw van instituties te steunen. De Europese Commissie onderzoekt in samenwerking met België de beste wijze om de justitiële sector te ondersteunen. Zij heeft reeds 2,6 MECU aan Burundi toegekend ter versterking van de economische administratie. De Europese Commissie is voorts bereid het initiatief van de Hoge commissaris voor de Rechten van de Mens tot het zenden van mensenrechtendeskundigen naar Burundi te ondersteunen. Over de invulling en financiering van deze missie is nog overleg gaande. Tevens staat de Commissie positief tegenover ondersteuning van de Organisatie voor Afrikaanse Eenheid (OAE) bij haar Observer Mission in Burundi.
Halverwege april bezocht een delegatie van de OAE, bestaande uit de Secretaris-Generaal Salim Salim en de ministers van Buitenlandse Zaken van Zuid-Afrika en Mauritius, Burundi. De delegatie heeft o.a. uitgebreid gesprekken gevoerd met de Burundese president en premier. Zij sprak steun uit aan de Burundese regering en benadrukte het belang van preventieve diplomatie. Deze gesprekken hebben geleid tot een overeenkomst de OAE Observer Mission in Burudi (OMIB) uit te breiden van 47 naar 67 monitors. Voorts besloot de delegatie om begin juni naar Burundi terug te keren voor verdere gesprekken met de verschillende politieke groeperingen en hun leiders.
Recentelijk is door de Minister voor Ontwikkelingssamenwerking een aantal nieuwe bijdragen goedgekeurd ten behoeve van Burundi. Gezien de precaire situatie waarin de vele ontheemden in Burundi zich bevinden, is besloten het Internationale Comité voor het Rode Kruis (ICRC), dat zich met name richt op deze groep, een bijdrage te geven van 1 miljoen gulden. Het ICRC biedt daarenboven hulp aan slachtoffers van beide bevolkingsgroepen die zijn getroffen door het geweld in Burundi, en voert een voorlichtingscampagne voor het naleven van elementaire mensenrechten en humanitaire normen en waarden. Ook is een bijdrage goedgekeurd van 500.000 gulden aan het VN-Trust Fund dat wordt beheerd door de Speciale Vertegenwoordiger van de Secretaris Generaal, Ould Abdallah. Hierdoor is de Speciale Vertegenwoordiger in staat het Nationale Debat, dat op grond van de regeringsconventie van 10 september 1994 wordt voorbereid, te faciliteren. Op verzoek van de Verenigde Naties is bovendien een Nederlandse deskundige toegevoegd aan het kantoor van de Speciale Vertegenwoordiger. Hij is belast met de coördinatie van hulp op het gebied van veiligheidskwesties en wetshandhaving, waaronder het opzetten van mensenrechtentraining voor politie en leger. In 1994 werd een bedrag van 450.000 gulden beschikbaar gesteld aan het mensenrechtencentrum in Burundi voor een technisch assistentie-programma van drie jaar. Dit mensenrechtencentrum is bezig met het ontwikkelen van een programma voor het uitsturen van mensenrechtenwaarnemers naar Burundi, conform de mede door Burundi ingediende resolutie in de Mensenrechtencommissie.
Mogelijk vindt eind juni een conferentie plaats, waaraan de Burundese regering, de VN-instellingen en de donorgemeenschap zullen deelnemen. Tijdens deze vergadering zullen de korte-termijn-ontwikkelingsplannen van de regering worden besproken.
Recentelijk heeft Nederland 10 miljoen gulden bijgedragen ten behoeve van de humanitaire hulp aan vluchtelingen in de regio via de VN-Vluchtelingenorganisatie (UNHCR); tevens werd aan het Wereldvoedselprogramma (WFP) een bijdrage gegeven van ruim 10 miljoen gulden ten behoeve van voedselhulp in de regio. De Stichting Vluchteling en het Nederlandse Rode Kruis ontvingen een bijdrage voor de distributie van voedsel aan vluchtelingen in de regio en voor het aanleggen van een noodvoedselvoorraad.
Er is nog geen verzoek om inzet van het noodhulp-verkenningsteam ontvangen. Een dergelijk verzoek wordt op korte termijn niet verwacht. Het team is inmiddels op een langere waarschuwingstijd geplaatst.
Eventuele evacuatie van EU-onderdanen
België, Frankrijk en Duitsland, die een ambassade hebben in Burundi, hebben een gezamenlijk evacuatieplan opgesteld en zullen samen zorg dragen voor de eventuele evacuatie van alle EU-onderdanen. Aangezien Nederland geen vertegenwoordiging heeft in Burundi, zijn de daar verblijvende Nederlanders opgenomen in het Belgisch evacuatieplan. Alle voorbereidingen voor een eventuele evacuatie van de momenteel ongeveer 25 aanwezige Nederlanders zijn genomen. België heeft hiervoor de nodige bilaterale afspraken met andere landen gemaakt. Indien het tot een gecombineerde actie zou komen, dan zou dit voor wat België betreft onder WEU-vlag kunnen geschieden.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-24135-4.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.