nr. 1
KONINKLIJKE BOODSCHAP
Aan de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Wij bieden U hiernevens ter overweging aan een voorstel van wet houdende
wijziging van de Wet op de beroepen in de individuele gezondheidszorg.
De toelichtende memorie die het wetsvoorstel vergezelt, bevat de gronden
waarop het rust.
En hiermede bevelen Wij U in Godes heilige bescherming
's-Gravenhage
20 maart 1995
Beatrix
nr. 2
VOORSTEL VAN WET
Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van
Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben dat het, gelet op het zeer grote
aantal personen dat in aanmerking komt voor inschrijving in het krachtens
de Wet op de beroepen in de individuele gezondheidszorg in te stellen register
van verpleegkundigen, noodzakelijk is de inschrijving van de reeds gediplomeerde
verpleegkundigen regionaal te spreiden en dat het overigens wenselijk is een
aantal technische correcties in vorenbedoelde wet aan te brengen, een enkele
actualisering aan te brengen, alsmede een aantal artikelen die nimmer in werking
zullen treden, te schrappen;
Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der
Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en
verstaan bij deze:
ARTIKEL I
De Wet op de beroepen in de individuele gezondheidszorg wordt gewijzigd
als volgt:
A
Artikel 41 wordt gewijzigd als volgt:
1. In het derde lid wordt «zodanige verklaring» vervangen
door: een verklaring als bedoeld in het eerste lid, onder b,.
2. In het vierde lid wordt «vierde lid» vervangen door: derde
lid.
B
Artikel 42 wordt gewijzigd als volgt:
1. In het derde en het vijfde lid wordt «artikel 41, vierde lid»
vervangen door: artikel 41, derde lid.
2. In het vierde en het zesde lid wordt «vierde lid van dat artikel»
vervangen door: derde lid van dat artikel.
C
In artikel 44, tweede lid, wordt na «Europese Economische Gemeenschap»
en na «lid-staten» ingevoegd: of van een andere verdragsluitende
staat.
D
Artikel 45 wordt gewijzigd als volgt:
1. In het eerste lid wordt aan het slot van onderdeel b toegevoegd: of,.
2. In het derde lid wordt «derde, zesde en zevende lid» vervangen
door: vijfde en zesde lid.
E
Artikel 49 wordt gewijzigd als volgt:
1. In het derde lid vervallen de zinsnede «, in naam van de Koning,»
en de zinsnede «, dat meebrengt het recht om roerende en onroerende
goederen van de schuldenaar zonder vonnis aan te tasten».
2. In het vierde lid wordt de zinsnede «de artikelen 13, 14 en 18
van die wet» vervangen door: de artikelen 13 en 14 van die wet.
F
Artikel 58 vervalt.
G
Artikel 117, onderdeel D, komt te luiden:
D
In de aanhef van artikel 6, eerste lid, wordt de zinsnede «De tot
de uitoefening der geneeskundige praktijk bevoegde geneeskundige die zich
vestigt,» vervangen door: De arts die zich voor het uitoefenen van de
geneeskundige praktijk vestigt,.
H
Artikel 118 vervalt.
I
Na artikel 144 wordt een nieuw artikel ingevoegd, luidende:
Artikel 144a
In artikel 63 van de Invorderingswet 1990 wordt de term «geneeskundigen»
vervangen door: artsen.
J
Aan artikel 147 wordt, onder plaatsing van het cijfer 1 vóór
de bestaande tekst, een tweede lid toegevoegd, luidende:
2. Voorts kan het tijdstip van inwerkingtreding van de artikelen 3 tot
en met 7, 12, 100, 104, eerste lid, onder a, tweede en zesde lid, en 105,
eerste en derde lid, per bij koninklijk besluit aan te wijzen regio verschillend
worden gesteld ten aanzien van degenen die in Nederland woonachtig zijn en
vóór het in het eerste lid bedoelde tijdstip de bevoegdheid
tot het voeren van de titel van verpleegkundige hebben verkregen.
ARTIKEL II
Deze wet treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte
van het Staatsblad waarin zij wordt geplaatst.
Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat
alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren wie zulks aangaat,
aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.
Gegeven
De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,