nr. 11
AMENDEMENT VAN HET LID O. P. G. VOS C.S.
Ontvangen 15 januari 1998
De ondergetekenden stellen het volgende amendement voor:
I
De considerans wordt vervangen door:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het in het kader van de bestrijding
van ernstige delicten in het verkeer wenselijk is de maximumstraffen voor
ernstige vormen van roekeloos rijgedrag te verhogen, alsmede dat het wenselijk
is de regeling inzake de bijkomende straf van ontzegging van de bevoegdheid
tot het besturen van motorrijtuigen te verbeteren;.
II
Artikel I wordt als volgt gewijzigd:
A. Onderdeel Aa vervalt.
B. Onderdeel A vervalt.
C. Onderdeel B vervalt.
D. Onderdeel C vervalt.
E. Onderdeel D vervalt.
F. Onderdeel Ea vervalt.
G. Onderdeel Fa vervalt.
H. Onderdeel G wordt vervangen door:
G
Artikel 179, zesde lid, komt te luiden:
6. Bij het opleggen van de bijkomende straf, bedoeld in het eerste tot
en met het vijfde lid, wordt de tijd gedurende welke het rijbewijs van de
veroordeelde ingevolge artikel 164 vóór het tijdstip waarop
de bijkomende straf ingaat, ingevorderd of ingehouden is geweest, op de duur
van die straf geheel in mindering gebracht.
III
Artikel III vervalt.
IV
Artikel IV vervalt.
Toelichting
Aan de administratieve sanctie van inhouding van het rijbewijs kleven
een groot aantal bezwaren. Dat stelsel dient te worden afgewezen.
Indien dit amendement wordt aangenomen wordt het opschrift vervangen door:
Wijziging van de Wegenverkeerswet 1994 (verhoging van de maximumstraffen voor
ernstige vormen van roekeloos rijgedrag en wijziging van de bijkomende straf
van ontzegging van de bevoegdheid tot het besturen van motorrijtuigen).
O. P. G. Vos
Van Oven
Biesheuvel