Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 18 november 2022
Hierbij wil ik uw Kamer, mede namens de Minister van Justitie en Veiligheid, informeren
over het feit dat de drie grote aanbieders van mobiele telecommunicatie (KPN, Vodafone-Ziggo
en T-Mobile) het convenant Regional Roaming hebben beëindigd. Deze aanbieders hebben
dit convenant in 2013 met elkaar gesloten (Kamerstuk 34 095, nr. 342). Aanleiding hiervoor was de uitval van de mobiele communicatie van Vodafone in april
2012 in de regio Rotterdam als gevolg van een brand. Vodafoneabonnees in deze regio
hadden toen enkele dagen geen toegang tot het mobiele netwerk van Vodafone.
Naar aanleiding van deze storing zijn telecomaanbieders in samenspraak met de overheid
overeengekomen om abonnees in geval van een grote regionale storing op beperkte schaal
toegang te bieden tot elkaars 2G- en 3G-radionetwerken. De uitwerking is destijds
vastgelegd in een convenant Regional Roaming. Daarmee zou spraakverkeer en sms onder
voorwaarden mogelijk blijven voor die groep abonnees die geraakt werden door een uitval.
Sindsdien is het niet nodig geweest om gebruik te maken van de afspraken zoals overeengekomen
in het convenant. Bijna 10 jaar na de inwerkingtreding van het convenant zijn de 2G
en 3G netwerken bovendien grotendeels vervangen door een nieuwe generatie netwerken
(4G en 5G). De aanbieders geven aan dat vergelijkbare oplossingen via 4G en 5G onnodig
kostbaar en te complex zullen zijn. Dit maakt dat volgens de aanbieders de huidige
afspraken niet langer houdbaar zijn.
Er is hierover overleg geweest tussen mijn ministerie en de aanbieders via vereniging
COIN, de vereniging van op de Nederlandse markt actieve telecomaanbieders. Er is door
COIN een document (toegevoegd als bijlage) opgesteld waarin zij een onderbouwing geven
voor de beëindiging van het convenant. Naast de afbouw van 2G en 3G netwerken geven
zij aan dat de huidige netwerken robuuster zijn geworden en dat de gebruikers ervan
inmiddels meer alternatieven voorhanden hebben. De wijze van communiceren is sinds
2012 drastisch veranderd. Burgers communiceren nu veelal via «over the top» diensten
zoals whatsapp en kunnen daarvoor ook WIFI-netwerken gebruiken. Bedrijven en individuele
gebruikers hebben verder de mogelijkheid tot het kiezen van dual-simoplossingen om
uitval van een mobiel netwerk op te vangen. De beëindiging van het convenant heeft
tenslotte geen gevolgen voor de bereikbaarheid van 112. Als een mobiel netwerk niet
beschikbaar is door bijvoorbeeld een storing dan maken klanten van dat netwerk automatisch
gebruik van andere beschikbare mobiele netwerken om 112 te bereiken. Deze vorm van
roaming blijft in stand, ook zonder het convenant.
Mijn ministerie heeft het document van COIN laten beoordelen door TNO. TNO concludeert
dat de huidige regional roaming-afspraken zoals beschreven in het convenant inderdaad
niet meer relevant zijn (toegevoegd als bijlage).
TNO stelt vast dat de mobiele netwerken inmiddels veel robuuster zijn geworden en
dat regionale uitval daarmee onwaarschijnlijk wordt. Bovendien hebben de aanbieders
de storingen die in de afgelopen jaren zijn opgetreden altijd binnen enkele uren kunnen
oplossen.
Verder bevestigt TNO dat door de afbouw van de 2G- en 3G-netwerken het convenant niet
langer houdbaar is, terwijl een vergelijkbaar convenant over 4G of 5G complex en kostbaar
is. Dit met name als gevolg van het feit dat tegenwoordig nog maar circa 1% van het
mobiele verkeer voor telefonie wordt gebruikt en de rest veelal dataverkeer is (bv
streaming). Overname hiervan door een andere aanbieder zou dan direct tot allerlei
capaciteitsproblemen bij die aanbieder leiden. Tenslotte concludeert ook TNO dat voor
de bereikbaarheid van 112 en NL-Alert regional roaming niet nodig is.
De drie aanbieders hebben inmiddels aan mijn ministerie laten weten dat zij, nadat
TNO haar bevindingen had gedeeld, het convenant hebben beëindigd. Dat neemt niet weg
dat continuïteit van mobiele communicatie van groot belang is en blijft voor de samenleving.
TNO adviseert tot slot om nader onderzoek te doen naar toekomstige continuïteitsvraagstukken
en hierover in gesprek te gaan met de aanbieders. Dit zal worden geagendeerd in het
Nationaal Continuïteitsoverleg -Telecom (NCO-T).1
De Minister van Economische Zaken en Klimaat,
M.A.M. Adriaansens