Kamerstuk
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Dossier- en ondernummer |
---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2021-2022 | 24095 nr. 566 |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Dossier- en ondernummer |
---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2021-2022 | 24095 nr. 566 |
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 9 augustus 2022
Bij brief van 1 augustus 20221 heb ik de Tweede Kamer in kennis gesteld van de uitspraak van de rechtbank Rotterdam van 20 juli jl. in de beroepsprocedure die Kink FM, een potentiële nieuwe toetreder op de FM-radiomarkt, heeft ingesteld tegen het landelijke verlengbaarheidsbesluit. Met deze brief informeer ik de Tweede Kamer over de gevolgen van de uitspraak van de rechtbank Rotterdam en over de stappen die ik naar aanleiding van deze uitspraak heb gezet en voornemens ben te zetten.
De uitspraak van de rechtbank Rotterdam
De rechtbank Rotterdam heeft het beroep van Kink gegrond verklaard, en het landelijke verlengbaarheidsbesluit en het daarmee samenhangende NFP- wijzigingsbesluit vernietigd. De rechtbank heeft mij tevens opgedragen om uiterlijk binnen een jaar na het verstrijken van de huidige vergunningen (1 september 2022) de landelijke analoge en digitale commerciële radiovergunningen opnieuw uit te geven, zodat deze per 1 september 2023 in gebruik genomen kunnen worden.
De rechtbank is tot de conclusie gekomen dat het onderzoek naar en de motivering van de voorgenomen verlenging tekortschieten. In haar oordeel laat de rechtbank zwaar meewegen dat de commerciële radiovergunningen al meerdere keren zijn verlengd (in 2011 en 2017). Daardoor komt, zo oordeelt de rechtbank, extra gewicht toe aan de op mij rustende plicht om een nieuwe afwijking van de wettelijke hoofdregel (niet verlengen, tenzij) zorgvuldig te onderzoeken en te motiveren. Deze hoofdregel strekt er mede toe om ook nieuwe potentiële marktpartijen na afloop van de vergunningstermijn in de gelegenheid te stellen om schaarse frequentieruimte te kunnen verwerven.
In het kader van dat onderzoek en die motivering wijst de rechtbank met name op de onafhankelijke, zogenoemde Quick-scan van SEO Economisch Onderzoek uit augustus 2020. Deze Quick-scan heeft de voormalig Staatssecretaris van Economische Zaken en Klimaat (hierna: de Staatssecretaris) op verzoek van de Tweede Kamer2 laten uitvoeren naar de impact van de coronacrisis op de financiële positie van de commerciële radiostations. Uit deze Quick-scan bleek – kort gezegd – dat er voor de sector als geheel een bescheiden financieringsbehoefte was en dat «een marktbrede verlenging van de FM-vergunningen met drie jaar niet doeltreffend [is] ten aanzien van de specifieke problemen waar een deel van de sector mee kampt.»
De Staatssecretaris heeft dit advies aanvankelijk overgenomen en uw Kamer geïnformeerd dat zij onvoldoende aanknopingspunten zag om – in afwijking van de hiervoor genoemde wettelijke hoofdregel – te besluiten tot verlengbaarheid.3 Uiteindelijk is toch, naar aanleiding van een met een grote meerderheid aangenomen motie4, de procedure gestart om te komen tot een verlengbaarheidsbesluit.5 Er waren echter geen feiten, omstandigheden of onderzoeken waaruit bleek dat de conclusies van de Quick-scan van SEO onjuist of niet meer actueel waren. De rechtbank oordeelt dat er op het moment van nemen van het verlengbaarheidsbesluit juist tekenen van herstel van de financiële situatie van de radiostations waren, die hadden moeten worden onderzocht.
De rechtbank heeft daarnaast als extra overweging meegegeven, dat indien ik op dit moment een nieuw besluit zou willen nemen met dezelfde strekking (verlenging van 3 jaar), ik uit zou moeten gaan van de huidige relevante feiten en gegevens, waaronder de huidige reclame-inkomsten. In maart 2022 zijn de radioreclamebestedingen over 2021 gepubliceerd door de marketingorganisatie Audify. Uit die cijfers komt naar voren dat de netto-investeringen in radioreclame zich hebben hersteld van de teruggang in 2020.6 Ook in 2022 lijkt deze ontwikkeling zich door te zetten.7 Dit alles betekent dat er op dit moment geen feiten of omstandigheden zijn die nopen tot het nemen van een nieuw verlengbaarheidsbesluit voor 3 jaar. Het Audify jaarrapport over 2021 doe ik u hierbij toekomen.
Alles overwegende zie ik geen reden om tegen de uitspraak van de rechtbank in hoger beroep te gaan. Een hoger beroep heeft naar mijn inschatting een geringe kans van slagen. De uitspraak is naar mijn mening duidelijk, begrijpelijk en goed gemotiveerd.
Vervolgstappen
Het voorgaande betekent dat ik – in lijn met de uitspraak van de rechtbank – een nieuwe verdeling van de vergunningen zal gaan organiseren die moet leiden tot ingebruikname met ingang van 1 september 2023. Ik ben voornemens om in het najaar een ontwerpveilingregeling te consulteren, en beide Kamers der Staten-Generaal in kennis te stellen van een ontwerp van een besluit als bedoeld in artikel 3.10, vierde lid, van de Telecommunicatiewet (een zogenoemd Bekendmakingsbesluit, waarmee de wijze van verdelen en de conceptvergunningen worden bekendgemaakt).
Om de tijd tussen 1 september 2022 (het aflopen van de huidige vergunningen) en 1 september 2023 (de geplande ingebruikname van de nieuwe vergunningen) te overbruggen, zal ik wel overgaan tot een verlenging van de huidige vergunningen met 1 jaar. Hiermee voorkom ik dat er in deze periode radiostilte ontstaat doordat partijen niet over een vergunning beschikken om uit te zenden. Voor deze verlenging met 1 jaar zal ik tevens een ministeriële regeling vaststellen als bedoeld in artikel 3.15, eerste lid, van de Telecommunicatiewet, waarin de bedragen zijn opgenomen die deze vergunninghouders verschuldigd zijn voor de verlenging met één jaar.
De Minister van Economische Zaken en Klimaat, M.A.M. Adriaansens
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-24095-566.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.