Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 17 december 2021
Op dinsdag 14 december 2021 is de motie van de leden Grinwis en Inge van Dijk aangenomen
(Handelingen II 2021/22, nr. 34, stemmingen).1 Hierin wordt de regering verzocht om, in samenspraak met de radiosector en op basis
van een onafhankelijke juridische analyse van de mogelijkheden die de telecommunicatiewet
en de staatssteunregels bieden, te komen tot proportionele en bij het doel van de
noodverlenging passende verlengingsprijzen, overeenkomstig de motie van het lid Grinwis
c.s.2
Tijdens het tweeminutendebat (Handelingen II 2021/22, nr. 32, Tweeminutendebat commerciële
radio: rapport SEO en toelichting (Kamerstuk 24 095, nr. 551) heb ik de motie ontraden. Zoals ik ook heb aangegeven in dat debat zie ik grote
bezwaren om in samenspraak met de sector en op basis van een nieuwe analyse te komen
tot andere verlengingsprijzen.
De onderhavige verlengingsprijzen zijn gebaseerd op een reeds vastgesteld rapport
van het onafhankelijke onderzoeksbureau SEO, waarin op zorgvuldige wijze – en in overeenstemming
met de daartoe geldende eisen uit de Telecommunicatiewet – de verlengingsprijzen zijn
berekend. De meest direct betrokken partijen zijn in de gelegenheid gesteld om te
reageren op het conceptrapport van SEO middels een zgn. pre-consultatie. Vervolgens
heeft een algemene internetconsultatie plaatsgevonden van de ontwerp-ministeriële
regeling met de verlengingsprijzen. In de (pre)consultatie zijn de verschillende (tegenstelde)
belangen gewogen. Het vaststellen van een andere (willekeurige) verlengingsprijs die
afwijkt van hetgeen nu is berekend, kan leiden tot een juridisch afbreukrisico, zeker
als dan geen sprake is van een marktconforme vergoeding.
Daarnaast ontbreekt ook in praktische zin de tijd om de berekening van de verlengingsprijzen
opnieuw uit te laten voeren door een andere (onafhankelijke) adviseur. Met het opnieuw
laten berekenen van de verlengingsprijzen, het eventueel herschrijven van de ministeriële
regeling (incl. consultatie) zullen minimaal zes maanden gemoeid zijn. Ook de aanvraag-
en beoordelingsprocedure zelf (incl. vergunningverlening) kent een doorlooptijd van
meerdere maanden. Al met al is het dan niet mogelijk om de vergunningen vóór 1 september
2022 te verlengen. Het kabinet kan deze motie derhalve niet uitvoeren.
Dit betekent dat ik zeer binnenkort zal overgaan tot het publiceren in de Staatscourant
van de definitieve aanvraagregeling voor de verlenging van de landelijke commerciële
radiovergunningen, alsmede de (bijbehorende) ministeriële regeling waarin de verlengingsprijzen
definitief worden vastgesteld. Daarna zal de aanvraagprocedure van start gaan en kunnen
de landelijke commerciële radiopartijen de driejarige verlenging van hun vergunningen
– zoals gevraagd in de motie van het lid Van den Berg c.s3. – aanvragen tegen de vastgestelde verlengingsprijzen.
De Minister van Economische Zaken en Klimaat, S.A. Blok