Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 8 juli 2021
In het Verlengd Algemeen Overleg Telecommunicatie op 29 oktober 2020 heeft uw Kamer
een motie van het lid Weverling1 aangenomen om in overleg met de VNG meer en betere landelijke ondersteuning voor
gemeenten te bieden bij de uitrol van 5G. Door middel van deze brief informeer ik
de Kamer over de uitvoering van deze motie.
Recentelijk heb ik bijgevoegde brief en onderzoeksoplegger gestuurd aan de colleges
van burgemeester en wethouders van alle gemeenten om hen te informeren over nieuwe
wetgeving voor gemeenten volgend uit de implementatie van de Europese Telecomcode2. In de brief wordt ook gereflecteerd op de belangrijkste bevindingen uit twee onderzoeken
die in het licht van voorgenoemde wetgeving zijn uitgevoerd. Ook wordt in de brief
aangegeven welke ondersteuning gemeenten komend jaar mogen verwachten bij de implementatie
van de nieuwe wetgeving. Deze nieuwe wetgeving, die op 21 juni 2021 als onderdeel
van de uitgebreide wijziging van de Telecomwet bij de Tweede Kamer is ingediend3, brengt met zich mee dat gemeenten moeten instemmen met redelijke verzoeken van telecomaanbieders
tot medegebruik van hun publieke infrastructuur voor de plaatsing van kleine antennes
(small cells). Deze kleine antennes worden vaak geassocieerd met (een volgende fase
in) de uitrol van 5G. Hoewel deze kleine antennes naast 5G ook gebruikt kunnen worden
voor andere mobiele technologieën en 5G ook via andere typen antennes kan worden aangeboden
– zoals nu al in Nederland het geval is.
Om gemeenten te ondersteunen bij het treffen van voorbereidende werkzaamheden aangaande
deze nieuwe wettelijke verplichting, heeft mijn ministerie recentelijk twee onderzoeken
gepubliceerd, 45 en wordt momenteel landelijk voorbeeldbeleid ontwikkeld in de vorm van een leidraad.
De onderzoeken laten zien dat (1) gemeenten voor het afhandelen van verzoeken en het
ter beschikking stellen van hun publieke infrastructuur respectievelijk kostendekkende
leges en een marktconforme gebruiksvergoeding kunnen vragen, (2) het gebruik van small
cells t/m 2026 op beperkte schaal wordt verwacht, waarmee ook het aantal verzoeken
tot medegebruik waarschijnlijk beperkt zal zijn. Als er verzoeken tot medegebruik
worden ingediend, zal dat vermoedelijk vooral op drukke «hot-spots» (zoals drukke
pleinen) in de grote (rand)steden aan de orde zijn. De leidraad met voorbeeldbeleid
moet gemeenten heel concrete en praktische handvatten (inclusief processtappen en
voorbeelddocumenten) bieden om (tijdig) aan alle verplichtingen uit de nieuwe wetgeving
te kunnen voldoen. Hierdoor hoeven individuele gemeenten niet zelf het wiel uit te
vinden, wat hen tijd en inzet scheelt, en ontstaat er tevens landelijke consistentie
in beleid.
De leidraad wordt onder aanvoering van het Agentschap Telecom in nauwe samenwerking
met de VNG, vertegenwoordigers van grote en kleine gemeenten, het Ministerie van Economische
Zaken en Klimaat (EZK) en mobiele operators tot stand gebracht. Verwacht wordt dat
alle componenten uit de leidraad, al dan niet gefaseerd per component, uiterlijk begin
2022 gereed zijn. Dat is ruim voordat operators verwachten verzoeken tot medegebruik
van publieke infrastructuur bij het overgrote deel van de gemeenten te zullen indienen.
Met de onderzoeken en de leidraad wordt tegemoet gekomen aan de motie Weverling, naast
overige reeds lopende en afgeronde acties, zoals de vernieuwing van het Antenneconvenant6, de hernieuwde voorbeeldnota gemeentelijk antennebeleid7, het intensiveren van kennisdeling met gemeenten via websites (overalsnelinternet.nl),
nieuwsbrieven, werkgroepen (o.a. taskforce digitale connectiviteit) en kennissessies
(o.a. online Kenniscafés voor gemeenteraadsleden en -medewerkers8) van EZK en het Antennebureau.
De Staatssecretaris van Economische Zaken en Klimaat, M.C.G. Keijzer