24 095
Frequentiebeleid

nr. 254
BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN ECONOMISCHE ZAKEN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 21 januari 2010

Inleiding

Met de brief «Beleid etherradio na 2011» van 23 juni 20091 heb ik uw kamer geïnformeerd over het voorgenomen beleid ten aanzien van analoge en digitale etherradio in Nederland. Tijdens het AO en VAO van 1 juli 2009 deelde uw Kamer de opvatting dat een verlenging van de huidige vergunningen de meeste zekerheid biedt voor de transitie naar digitale etherradio. Zowel de landelijke als niet-landelijke FM-vergunningen voor commerciële radio-omroepen zullen daarbij gekoppeld worden aan frequentieruimte voor digitale etherradio (de zogeheten TDAB-multiplexen).

De afgelopen periode heb ik samen met de sector een aantal belangrijke stappen gezet in de uitwerking van dit digitaliseringsbeleid. In deze brief zal ik u over het verloop van deze stappen informeren en zal ik ingaan op een tweetal op 1 juli ingediende moties2. Tot slot zal ik u informeren over het vervolg op een door mij, tijdens het genoemde AO, gedane toezegging.

Voortgang uitwerking van het digitaliseringsbeleid

Ik heb in de brief van 23 juni 2009 aangegeven dat de ontvangstklachten van Omroep Gelderland in de Bommelerwaard worden opgelost met een frequentie uit het kavel dat in gebruik is bij de landelijke commerciële radio-omroep BNR Nieuwsradio. Ook geef ik invulling aan de toezegging aan BNR Nieuwsradio om mij in te spannen om het verlies aan bereik zoveel mogelijk te compenseren met andere frequentieruimte.

Hiervoor is een passende oplossing voorhanden. De gesprekken hierover bevinden zich in een finaal stadium.

Voor wat betreft de ontvangstproblemen van de landelijke publieke omroep (NPO) in de steden Zwolle, Utrecht, Rotterdam en Groningen worden de oplossingen verder uitgewerkt in overleg met betrokken (publieke) omroepen en zenderoperators. Voor het oplossen van de ontvangstproblemen in Alkmaar vindt overleg plaats met de NPO. De oplossingen zullen, onder het voorbehoud van internationale coördinatie, uiterlijk worden doorgevoerd op het moment dat de nieuwe vergunningstermijn voor commerciële radio omroepen in 2011 ingaat.

Zoals met uw Kamer besproken, worden de FM- en middengolfvergunningen van de commerciële vergunninghouders verlengd onder de voorwaarde dat er door deze partijen geïnvesteerd wordt in de digitalisering van etherradio. Voor deze verlenging voor de periode van 2011 tot 2017 betalen de vergunninghouders een vergoeding die betrekking heeft op de waarde van hun vergunning inclusief de digitaliseringsplicht. De hoogte van de afdracht wordt, conform de brief van 23 juni 2009, vastgesteld op basis van een waardebepalingsonderzoek. Dit onderzoek wordt uitgevoerd door een consortium bestaande uit SEO Economisch Onderzoek, TNO-ICT en het Instituut voor Informatierecht (IVIR). De hoogleraren S. van Wijnbergen, J. Bardoel en B. Hessel begeleiden op mijn verzoek dit onderzoek. Voor de twee op dit moment niet gebruikte kavels A7 en A8 zal een verdeelprocedure worden gestart nadat in het eerste kwartaal van 2010 de gebruikelijke consultatie plaats heeft gevonden.

Ten aanzien van de verlenging van de niet-landelijke FM-vergunningen en van de AM-vergunningen geldt dat deze ook worden verlengd onder de voorwaarde dat de houders van deze vergunningen inzetten op digitalisering van de etherradio. De invulling van deze voorwaarde wordt momenteel in nauw overleg met alle relevante partijen besproken. Dit betreft zowel de niet-landelijke commerciële vergunninghouders, de AM-vergunninghouders als de regionale publieke omroepen, opdat ook deze, in lijn met eerdere toezeggingen1, kunnen digitaliseren via frequentieruimte voor digitale etherradio.

De huidige vergunninghouders zullen begin dit jaar over de uitkomsten van het waardebepalingsonderzoek worden geïnformeerd. Op dat moment weten de bestaande vergunninghouders wat voor hen de financiële consequenties zijn van het digitaliseringsbeleid. Met de niet-landelijke commerciële- en AM-vergunninghouders is afgesproken dat zij vervolgens hun plannen om te digitaliseren kenbaar kunnen maken. Daarna kan de verlenging van de commerciële vergunningen worden afgerond.

Motie van het lid Atsma

In de brief aan uw Kamer van 23 juni 2009 heb ik, mede namens de minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, gemeld dat er in maximaal dertig gemeenten frequentieruimte2 is gevonden die inzetbaar kan zijn voor de programma’s van de op allochtone jongeren gerichte radiozender FunX. Zoals ook in deze brief aangegeven betreft het frequenties met een beperkt bereik en is de daadwerkelijke beschikbaarheid van deze frequenties mede afhankelijk van coördinatie met onze buurlanden en de beschikbaarheid van geschikte opstelpunten. Uitbreiding van het FM-bereik van FunX is niet eenvoudig, omdat binnen de FM-band reeds een zeer groot aantal zenders actief is. De Nederlandse FM-band is op dit moment één van de meest dichtgeplande ter wereld. Het steeds verder dichtplannen van de FM-band heeft tot gevolg dat de mogelijkheden afnemen om veranderingen in de zenderplanning (bijvoorbeeld vanwege veranderingen in het buitenland) op te vangen. De gevonden frequenties ten behoeve van dekkingsuitbreiding van FunX zullen in verband met de benodigde internationale coördinatie met ingang van de nieuwe exploitatieperiode in 2011 beschikbaar komen.

Gelet op de door uw Kamer aanvaarde motie van het lid Atsma1, heb ik ook onderzocht wat de frequentiebehoefte is van de lokale en regionale publieke omroepen. Daarbij ben ik uitgegaan van de ontvangstklachten van lokale publieke omroepen die in het kader van het optimalisatieonderzoek «Lokaal (B)ether» gemeld zijn. Daarnaast heb ik gebruik gemaakt van het recent door de koepelorganisatie van de regionale publieke omroepen (ROOS) aangeleverde overzicht.2 Agentschap Telecom heeft op basis van bovengenoemde overzichten onderzocht3 of met behulp van de voor FunX gevonden frequenties een deel van de eerdergenoemde ontvangstklachten kan worden opgelost in de corresponderende gemeenten. Hieruit blijkt dat de ontvangst van de lokale of regionale omroepen kan worden verbeterd met frequenties die voor FunX zijn gevonden. Naast de al bestaande ruimte in vier grote steden, betekent dit dat een uitbreiding naar ten minste dertien gemeenten mogelijk wordt. In deze gemeenten zijn geen ontvangstklachten van lokale of regionale omroepen bekend. Met de koepelorganisatie voor lokale publieke omroepen (OLON) vindt momenteel nog overleg plaats over nadere optimalisatie van de frequentienetwerken van lokale publieke omroepen4.

Op dit moment is FunX samen met de landelijke publieke omroep (NPO) en OLON in diverse gemeenten op bestuurlijk niveau in gesprek over dekkingsuitbreiding. De bestuurlijke inbedding van FunX en het oplossen van bestaande ontvangstklachten worden daarbij betrokken.

Motie van de leden Atsma en Van Dam en wijze van monitoring van de digitalisering

Om als luisteraar het digitale TDAB signaal te kunnen ontvangen is een geschikte ontvanger nodig. Tijdens het VAO van 1 juli 2009 heb ik toegezegd te laten onderzoeken wat de impact van de transitie van analoge naar digitale etherradio voor de luisteraar is. Hierbij staan de additionele kosten, de kosten die een consument maakt om per huishouden één (huis, tuin en keuken-) TDAB radiotoestel aan te schaffen, centraal. Uit onderzoek van Dialogic5 blijkt dat, voor een huishouden dat wordt geconfronteerd met een verplichte omschakeling (hiervan is pas sprake indien de analoge radio wordt afgeschakeld), er per toestel een bedrag van ongeveer veertig tot zevenenveertig euro aan omschakelkosten verwacht kan worden.

De grootte van de groep luisteraars die door een eventuele afschakeling wordt gedwongen te investeren in een digitale radio is afhankelijk van het succes van de digitalisering van de analoge etherradio en het jaartal waarin wordt afgeschakeld. Daarom heb ik besloten zowel de «uitrol van TDAB» als ook het «gebruik van TDAB door huishoudens» en de «kostprijs van een TDAB-ontvanger» jaarlijks te laten onderzoeken. Daarmee geef ik invulling aan de motie Atsma/van Dam.6

Voor een gedegen inzicht in het «bezit» en de «kostprijs» van TDAB ontvangers in de Nederlandse huishoudens maak ik gebruik van de expertise van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) en het TNO-ICT. Zij zullen ten behoeve van de jaarlijkse publicatie «De Digitale Economie» ook vragen opnemen over TDAB. De resultaten hiervan zullen samen met de gegevens over de uitrol van TDAB7 worden opgenomen in de eerstvolgende publicatie die jaarlijks door het CBS aan uw Kamer wordt verzonden. Concreet betekent dit dat het eerste onderzoek onder huishoudens dit voorjaar wordt uitgevoerd. De eerste resultaten worden vervolgens eind dit jaar gepubliceerd.

Zoals u uit het voorgaande kunt opmaken, geef ik de komende periode belangrijke invulling aan de verdere digitalisering van etherradio.

De staatssecretaris van Economische Zaken,

F. Heemskerk


XNoot
1

Kamerstukken II, 2008–2009, 24 095, nr. 241.

XNoot
2

Motie van het lid Atsma, 24 095, nr. 246. Motie van de leden Atsma en Van Dam, 24 095, nr. 248.

XNoot
1

Kamerstukken II, 2007–2008, 24 095, nr. 225.

XNoot
2

De gevonden ruimte betreft frequentieruimte met een beperkt verzorgingsgebied, waarmee in de meeste gevallen slechts in delen van gemeenten ontvangst mogelijk is.

XNoot
1

Motie van het lid Atsma, 24 095, nr. 246.

XNoot
2

Er is voor het onderzoek onder meer gebruik gemaakt van de gegevens zoals bekend uit het «Optimalisatieplan Lokaal (b)ether» (2006) en de brief van ROOS aan de staatssecretaris van Economische Zaken d.d. 14 oktober 2009.

XNoot
3

Het onderzoek door Agentschap Telecom heeft plaatsgevonden op basis van desk-research.

XNoot
4

Brief OLON aan de staatssecretaris van Economische Zaken d.d. 6 november 2009.

XNoot
5

Dialogic (2009): De impact van digitalisering van etherradio voor de luisteraar (rapport is opgenomen als bijlage), is ter inzage gelegd bij het Centraal Informatiepunt van de Tweede Kamer der Staten-Generaal.

XNoot
6

Motie van de leden Atsma en Van Dam, 24 095, nr. 248.

XNoot
7

Voor de uitrol van de TDAB-infrastructuur en het aantal radiostations dat via deze infrastructuur te ontvangen is, wordt jaarlijks gebruik gemaakt van de gegevens die bij Agentschap Telecom bekend zijn.

Naar boven