24 095
Frequentiebeleid

nr. 206
BRIEF VAN DE MINISTER VAN ONDERWIJS, CULTUUR EN WETENSCHAP

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 10 januari 2007

Op 13 december 2006 hebben de leden van de vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap vragen gesteld over de omschakeling van analoge naar digitale ethertelevisie die in de nacht van 10 op 11 december 2006 heeft plaatsgevonden (06-OCW-B-055). De leden van de vaste commissie hebben mij verzocht de Kamer te informeren of er plaatsen in Nederland zijn waar geen bereik is en indien dit het geval zou zijn, welke maatregelen ik in overleg met KPN neem om ervoor te zorgen dat er wel overal bereik is. Bijgaand zend ik u, mede namens de minister van Economische Zaken, het antwoord op de vragen.

De omschakeling is conform de verwachtingen verlopen. De doelstellingen die zijn vastgelegd in het convenant dat is afgesloten tussen het Ministerie van Economische Zaken, de NOS en mijn departement zijn gerealiseerd. Dit geldt ook voor de afspraken met KPN over het te realiseren bereik1.

Na de omschakeling zijn er bij de callcenters van KPN, via Postbus 51 en via een website van een derde partij (www.geenbeeld.nl) vragen en/of klachten binnengekomen. Het betrof vooral huishoudens die probeerden het digitale ethersignaal te ontvangen met alleen een binnenantenne. Ondanks het feit dat er uitgebreide voorlichting heeft plaatsgevonden, bleken zij niet op de hoogte te zijn van het feit dat ze via een dakantenne (of buitenantenne) wel ontvangst hadden.

Op basis van een eerste analyse na de omschakeling, bleek dat maximaal enkele honderden huishoudens geen of slechte ontvangst hadden. Deze huishoudens wonen verspreid over het gehele land en niet op één of meerdere specifieke plaatsen in Nederland.

De afgelopen weken heeft KPN contact opgenomen met deze huishoudens om de ontstane problemen op te lossen. Het merendeel van de ontvangstproblemen was te wijten aan een onjuiste installatie van de ontvangstapparatuur of het gebruik in huis van bekabeling van beperkte kwaliteit.

KPN heeft tevens een centraal punt ingericht waar alle klachten worden geïnventariseerd. De ontvangstklachten worden vergeleken met de meetresultaten van meetwagens die in het gehele land rondrijden om signalen op te vangen. Hierbij worden ook de klachten betrokken die bij de website www.geenbeeld.nl of andere loketten binnen zijn gekomen.

De komende maanden vindt fine tuning van het netwerk plaats en wordt de verdere uitrol van het aantal zender-opstelpunten gerealiseerd. Hoewel de vergunning van de publieke omroep gebaseerd is op ontvangst op basis van een buitenantenne zal hierdoor de dekking binnenshuis in Nederland ook verder toenemen. Naast het nu reeds beschikbare pakket aan publieke omroepen komt dan ook het commerciële pakket landelijk beschikbaar via digitale ethertelevisie.

De minister van Economische Zaken en ik realiseren ons dat de omschakeling niet in ieder huishouden gelijk tot een goede ontvangst van digitale ethertelevisie heeft geleid. Ik vertrouw er echter op dat met de acties die KPN neemt om de huishoudens op weg te helpen en met de aanstaande fine tuning van het netwerk, dit een tijdelijk probleem is. Op basis van het hierboven geschetste beeld zie ik daarom geen aanleiding om aanvullende maatregelen te treffen.

De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,

M. J. A. van der Hoeven


XNoot
1

Verwezen wordt naar de brief van KPN van 15 augustus 2006 met kenmerk 2006-U-00.183-RvB. Deze brief is als bijlage meegezonden met de brief van 25 augustus 2006 aan de Tweede Kamer der Staten-Generaal (Tweede Kamer, 2005–2006, 30 402 en 24 095, nr. 19).

Naar boven