24 095
Frequentiebeleid

nr. 198
VERSLAG VAN EEN ALGEMEEN OVERLEG

Vastgesteld 10 maart 2006

De vaste commissie voor Economische Zaken1 en de vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap2 hebben op 8 februari 2006 overleg gevoerd met vice-minister-president, minister Brinkhorst van Economische Zaken en staatssecretaris Van der Laan van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap over:

digitale radio (24 095, nr. 187);

Nota Frequentiebeleid 2005 (24 095, nr. 188);

masten en mastvoeten en digitalisering van de ether (24 095, nr. 193);

Nota Omschakelbeleid 2006–2015 (24 095, nr. 195).

Van dit overleg brengen de commissies bijgaand beknopt verslag uit.

Vragen en opmerkingen uit de commissies

De heer Aptroot (VVD) lijkt het zinvol voor de consumenten en voor de makers van radioprogramma’s om zoveel mogelijk op één vaste datum om te schakelen op digitale radio, met een zo kort mogelijke overgangsperiode. Hij vindt het ook zinnig om te onderzoeken of de vergunningen die in 2011 aflopen kunnen worden verlengd. Hij vindt het voorts verstandig dat een koppeling wordt gelegd met investeringen in digitale radio. Hij vraagt of dit al mogelijk is binnen de Europese regelgeving.

Wat de frequentieverdeling betreft, wil de heer Aptroot wachten op de conferentie van Genève daarover. Als die tot een akkoord komt, is duidelijk hoeveel ruimte er is. Hij wil ook de keuze van de distributietechniek daaraan koppelen. Het kabinet zet helemaal in op TDAB (Terrestrial Digital Audio Broadcasting), maar er zijn meer technieken. Hij vraagt of er straks onafhankelijk van de techniek geveild kan worden.

De heer Aptroot is het helemaal eens met het streven van het kabinet naar flexibel frequentiebeleid, meer vergunningenbeleid, minder administratieve lasten en minder beheerslasten voor de overheid, maar hij maakt zich zorgen over de GSM-frequenties, omdat er overal verschillende afloopdata zijn. Hij pleit voor een verlenging tegen redelijke voorwaarden tot een uniforme afloopdatum. Ook hier zouden de frequenties voor de toekomst technologieneutraal moeten worden toegewezen.

De DVB-T-frequenties (Digital Video Broadcasting Terrestrial), heel unieke frequenties, zijn nu in het bezit van Nozema/Digitenne. Ooit zijn zij zonder betaling aan dat bedrijf toegewezen. De heer Aptroot vindt dat die frequenties op een eerlijke manier in de markt moeten worden gezet.

Kamerbreed zijn er zorgen over de verkoop van Nozema. Voor een toekomstgericht systeem is echte concurrentie tussen infrastructuren nodig. De kabel, het vaste net, de ether, de mobiele telefonie en de satelliet moeten binnen het eigen systeem concurreren, maar er moet volledige concurrentie komen tussen degenen die de verschillende structuren in hun bezit hebben. De heer Aptroot juicht het toe dat bedrijven verschillende soorten infrastructuur aanbieden, maar ook tussen de vijf infrastructuren moet er concurrentie zijn. De NMa heeft gewaarschuwd. Hij vindt dat de politiek het niet moet laten aankomen op het afkeuren van een verkooptransactie door de NMa of het accepteren van een verkooptransactie waarbij maximale ruimte is gezocht. De minister van Economische Zaken moet loyaal zijn in het uitvoeren van mededingingswetgeving. De heer Aptroot vraagt om een korte notitie op hoofdlijnen over de wijze waarop de marktwerking tussen de vijf infrastructuren kan worden bevorderd. Als de marktwerking goed is, kan het specifieke, dure toezicht door de Opta worden afgebouwd. Zo’n notitie kan er snel zijn, maar tot die tijd moeten geen onomkeerbare besluiten, bijvoorbeeld over verkoop van Nozema, waarbij verschillende vormen van infrastructuur in dezelfde hand zouden komen, worden genomen. Hij verwacht steun van het CDA bij zijn verzoek om een brede visie op de concurrentie tussen infrastructuren.

De minister van Financiën zou de verkoop van Nozema moeten doen plaatsvinden, maar de voorwaarden waaronder dit gebeurt kunnen worden gesteld door de minister van Economische Zaken. De heer Aptroot zou het prima vinden als de minister-president met een oplossing zou komen. De NMa moet een advies geven en als het kabinet doorzet een definitieve uitspraak doen. Hij gaat niet op de stoel van de NMa zitten.

De heer Aptroot is het volstrekt eens met de lijn die het kabinet trekt voor het omschakelbeleid. Wel spreekt hij zijn zorgen uit over de situatie van de regionale en lokale omroepen.

De heer Van Dam (PvdA) is tot op heden gelijk opgetrokken met de heer Aptroot met de wens dat nog geen onomkeerbare stappen, zoals verkoop van Nozema, worden gezet. Hij meent echter dat minister Zalm op basis van de wetgeving die verkoop gewoon kan doorzetten. De Kamer heeft keer op keer haar bezwaren tegen de verkoop kenbaar gemaakt, maar het kabinet heeft die steeds terzijde gelegd. Zijns inziens kan de heer Zalm alleen gedwongen worden om van verkoop af te zien door te dreigen het vertrouwen in hem op te zeggen. Als het kabinet de bereidheid zou hebben om die verkoop af te blazen, was dat al veel eerder gebeurd. Ondanks een rechterlijke uitspraak dendert de trein door. Als de Kamer niet de bereidheid heeft daar echt voor te gaan liggen, moet aan twee heel belangrijke voorwaarden worden voldaan. De NMa of de Opta moet KPN altijd kunnen dwingen om Digitenne weer te verkopen als de positie van KPN op de tv-markt te sterk wordt. De minister zal zich na de deal tussen KPN en Endemol realiseren dat hij het niet bij het rechte eind had toen hij beweerde dat KPN nog lang geen tv kan uitzenden over zijn vaste net. Voorts zou KPN verplicht moeten worden het Digitennepakket als groothandelspakket aan te bieden aan andere partijen. Ook de kabelaars zouden hun tv-pakketten als groothandelspakketten moeten aanbieden. De heer Van Dam is van oordeel dat de markt op dit moment wordt verdeeld. Als men concurrentie wil, moeten nu stappen daartoe worden gezet. Anders huilt de minister straks bij zijn afscheid krokodillentranen, omdat KPN en de kabelaars hun machtspositie steeds weer misbruiken.

KPN heeft aangegeven bereid te zijn de masten en mastvoeten te verkopen als de NMa dat oplegt. De heer Van Dam ziet daarin niet het grootste probleem. Het grootste probleem is de marktordening die ontstaat, waarin sprake is van twee dominante partijen. Voor de individuele consument is er immers altijd maar één kabelaar. Hij verwacht dat de kabelmaatschappijen langzaam maar zeker zullen opgaan in één maatschappij.

De heer Van Dam hoort steeds dat bij de invoering van digitale radio de kwaliteit van het signaal zou verbeteren en veel innovatie mogelijk zou zijn, maar hij vindt dat onzinnige argumenten. De kwaliteit van het FM-signaal is prima en innovatie vindt ook wel plaats langs andere wegen. De enige reden die hij ziet om digitale radio in Nederland in te voeren is dat daarmee schaarste in de ether kan worden teruggedrongen, waardoor meer concurrentiemogelijkheden voor de commerciële stations en meer mogelijkheden voor de publieke omroep ontstaan. Voorlopig is de frequentieruimte echter veel te gering, dus in elk geval moet de internationale conferentie in Genève worden afgewacht. De knoop hoeft pas volgend jaar te worden doorgehakt, als duidelijk is hoe de verschillende technologieën zich ontwikkelen. Niet de politiek moet bepalen of moet worden overgeschakeld op TDAB, DRM (Digital Radio Mondial) of welke techniek dan ook. Als wordt overgegaan op digitale radio, moet dat zijns inziens gebeuren op het moment dat de huidige FM-licenties aflopen, in 2012. Gaat het niet zo, dan zullen zijns inziens de houders van een FM-licentie een concurrentievoordeel houden op houders van licenties voor andere frequenties. De minister gaat er te veel van uit dat de markt zichzelf moet ontwikkelen. Hoe langer mensen alleen FM hebben, hoe langer bedrijven een FM-frequentie moeten hebben. De ontvangst via de ether vindt voornamelijk plaats met autoradio’s en oude kleine transistorradio’s. Vooral de vervanging van de autoradio’s zal voor de consument kosten met zich brengen. Het maakt voor de consument niet zoveel uit of hij in 2012 of in 2015 een ander radiotoestel moet hebben. De omschakeling zou echter in één keer moeten plaatsvinden. De heer Van Dam durft die investering wel van de consument te vragen, omdat hij ervan overtuigd is dat dit beter is voor de marktwerking, maar op dit moment wil hij nog niet besluiten over het tijdstip.

De heer Van Dam meent dat het analoge signaal voor de televisie voorlopig niet moet worden afgeschakeld, totdat dit op een degelijke manier kan. De daaruit voortkomende bezuiniging op de publieke omroep moet niet boven de markt blijven hangen.

FunX wil via de ether in een aantal grote steden ontvangen kunnen worden. De heer Van Dam verneemt graag of er mogelijkheden zijn om aan FunX een aantal restfrequenties toe te bedelen.

Mevrouw Gerkens (SP) wil terughoudend zijn met de verdeling van TDAB-frequenties. Hoe de ontwikkeling van digitale radio in Nederland zal zijn is nog puur koffiedik kijken. In Engeland is het een succes, maar in Duitsland een mislukking. Bovendien gaat het over slechts drie multiplexen en zijn er twijfels over de kwaliteit van de digitale radio. Zij is blij dat de minister nu niet wil gaan veilen. Zij voelt er wel voor om de FM-vergunning van de radiostations die de ontwikkeling op zich willen nemen vier jaar te verlengen, al kan daarmee ook nog worden gewacht tot na de conferentie van Genève.

Tot de criteria voor de vergelijkende toets hoort het aanbieden van nieuwe radioprogramma’s. Mevrouw Gerkens vindt dit een moeilijk te omschrijven begrip. Een eerdere vergelijkende toets is mislukt, waardoor er nu een eenzijdig radiolandschap is. Zij pleit juist voor meer kleuren en meer uniek aanbod. Zij vindt het schrijnend dat de commissie-Franken de zaak van RTL FM contra 100% NL gaat herbeoordelen, want de commissie heeft naar haar mening compleet gefaald. Een ander voorbeeld is de toewijzing van kavel A8 aan Arrow Smooth Jazz in Londen, terwijl ook een zender met Nederlandse experimentele jazz een bod had gedaan. Zij heeft de indruk dat de enveloppe hier al voor de toets open is gegaan.

Voor de lokale omroepen is nog erg onduidelijk hoe zij aan een digitale frequentie kunnen komen, vooral in verband met de rol van de publieke omroep. Bovendien zeggen zij dat zij nog steeds de compensatie voor de reparatie van zerobase moeten ontvangen. ROOS, de Stichting Regionale Omroep Overleg en Samenwerking stelt dat de frequentieruimte voor de kleinschalige omroep niet geschikt is voor de regionale omroepen. Mevrouw Gerkens acht het mogelijk hun frequentieruimte op band 3 toe te wijzen. Het Agentschap Telecom zou een resultaatsverplichting kunnen opleggen.

Mevrouw Gerkens vraagt om een reactie op de brief van Veron (Vereniging voor Experimenteel Radio Onderzoek in Nederland) over de vervanging van het vergunningenregime door een registratieplicht.

De SP is akkoord gegaan met de verkoop van Nozema aan KPN, op voorwaarde dat KPN haar masten en mastvoeten zou verkopen. De Kamer heeft in een motie de wens uitgesproken dat KPN die eigendommen zou vervreemden. Overdracht van het exclusieve beheer en regulering van de toegang tot de torens is wat mevrouw Gerkens betreft niet genoeg. Het verbaast haar dat het kabinet niets meldt over de kennelijke bereidheid van KPN om de zendmasten te verkopen aan Novec. Haar voorkeur gaat daar in elk geval naar uit. Zij heeft nog niets gehoord over het standpunt van het kabinet over de bereidheid van KPN om de programma’s van de publieke omroep gratis aan te bieden. Verder verneemt zij graag hoe het kabinet wil voorkomen dat KPN een te hoge, dus niet marktconforme, prijs zal vragen voor de zendmasten en mastvoeten.

De heer Vendrik (GroenLinks) heeft nogal wat klachten gehoord over de effectuering van zerobase in de stad Groningen. Luisteraars kunnen publieke zenders en de lokale zender daar slecht ontvangen. Hij verzoekt de minister, snel voor een oplossing te zorgen.

Bij het aantreden van beide bewindspersonen is indringend gesproken over de uitkomsten van de commissie-Franken. Vitaal in het plan van het kabinet was dat voor de verdeling van frequenties eerst een programmatische toets zou plaatsvinden. Als die niet beslissend was, zou pas het financieel bod aan de orde komen. Dat lijkt bij kavel A9 helemaal fout te zijn gegaan. RTL FM betaalde meer en kreeg vervolgens de vergunning, en 100% NL niet. Het kabinet deelde mee dat het keurig volgens de regels van de kunst was gegaan, maar de heer Vendrik heeft nu het idee dat de controlerende taak van de Kamer in het geding is, want de rechter heeft vastgesteld dat het niet goed is gegaan. De Staat erkent dat, want er wordt geen hoger beroep ingesteld. Zijn fractie heeft er keer op keer voor gepleit eerst een kleur aan de kavel te geven en vervolgens het financieel bod bepalend te laten zijn. Door de ingewikkelde vergelijking is er een hybride uitkomst, waarbij de Staat erg kwetsbaar is. Dat moet toch een belangrijk leermoment zijn voor de Nota Frequentiebeleid. Hij kan een vraagteken zetten bij de informatie die de Kamer indertijd heeft gekregen. Zijn conclusie is dat geen robuuste verdeling heeft plaatsgevonden, maar dat het een voorbeeld is van «eens, maar nooit weer». Voor de diversiteit in de ether is de uitspraak van de rechter zijns inziens winst.

De heer Vendrik sluit zich aan bij het verzoek van zijn collega’s om met de verdeling van de frequentieruimte voor TDAB te wachten tot de conferentie van Genève. Hij vraagt zich prinicipieel af of wel met TDAB moet worden doorgegaan. Binnenshuis zou door de bank genomen niet meer naar de radio geluisterd kunnen worden. Hij verwacht nog niet dat de TDAB-radio’s, die nu heel duur zijn, sterk in prijs zullen dalen. Uit Engeland heeft hij gehoord dat regelmatig wordt geklaagd over de kwaliteit van digitale uitzendingen, die minder zou zijn dan die van FM. Voor een landelijk dekkend bereik van TDAB zouden nu al 450 masten nodig zijn, maar dat kunnen er nog meer worden. Dat zal duur uitvallen. Masten en radio’s voor TDAB kosten veel meer energie dan de alternatieven. Hij vraag welke voordelen eigenlijk van de invoering van digitale radio te verwachten zijn. Er komt meer frequentieruimte, maar er is een aantal interessante technologische alternatieven, dat misschien nog veel meer frequentieruimte mogelijk maakt.

Het verheugt spreker dat het kabinet schrijft dat insiders, ook commerciële partijen, in principe geen recht hebben op verlenging van hun vergunning tegen nader te bepalen voorwaarden. Door de jaren heen zijn door allerlei partijen in de FM-sector op slinkse wijze en buitengewoon creatief deals uitonderhandeld met de overheid, waardoor grote ongelijkheid ontstond. Het lijkt er echter op dat het kabinet toch weer wat ruimte biedt, misschien omdat het TDAB-project gered moet worden. Als commerciële partijen zonder concessies door de overheid niet willen investeren in de TDAB-infrastructuur, is daar kennelijk geen markt voor. In zerobase zijn, op een ongelukkige manier, frequenties toebedeeld op basis van heel heldere voorwaarden, ook wat betreft de termijn van de vergunning. De overheid moet daar achteraf niet meer mee marchanderen. In de aanloop naar zerobase was voor de Kamer al een steen des aanstoots dat nieuwkomers bij schaarste nooit de kans kregen om op gelijke voorwaarden mee te dingen.

De heer Vendrik sluit zich wat Nozema betreft aan bij de voorgaande sprekers.

De heer Atsma (CDA) is er voorstander van om de omschakeling van analoge radio op digitale radio geleidelijk te doen plaatsvinden. De consument kan dan zelf bepalen wanneer hij zijn oude radio vervangt. Hij hoopt dat het kabinet met een allesomvattende visie voor de middellange termijn komt. Het speelveld is vele malen breder dan het smalle veld waartoe het kabinet zich lijkt te beperken.

Ook de heer Atsma meent dat de lessen van de verdeling van de analoge FM-frequenties, die de Staat vanwege allerlei procedures vele miljoenen heeft gekost, goed onthouden moeten worden. Zijn fractie heeft altijd gepleit voor een vergelijkende toets en niet voor een opbrengstmaximalisatie. Hij is blij dat het kabinet voor wat betreft de digitale radio afstapt van opbrengstmaximalisatie.

De heer Atsma stelt de vraag aan de orde of de mediawetgeving op orde is voor het veel grotere speelveld dat ontstaat. Er wordt nog volop gediscussieerd wie wat waar mag doen.

De heer Atsma waarschuwt tegen het snel afschaffen van de analoge ether, zonder goed alternatief. Hij weet niet of het verstandig is dat al in 2015 te doen, laat staan in 2012. Hij hecht zeer aan het consumentenbelang. De huishoudens zullen moeten investeren, vaak in meer dan een nieuwe autoradio en een nieuwe wekkerradio. Zij moeten daarvoor voldoende tijd hebben. Bovendien is het absurd om in Nederland al volledig om te schakelen als dat in de omringende landen nog niet gebeurt. In sommige landen is er nog geen enkel zicht op in welk tempo men de digitale ether wil introduceren. Het best zou het zijn om in Europees verband hierover afspraken te maken, ook over de frequentieverdeling voor de grensgebieden.

Als er wordt gedigitaliseerd, moeten commerciële en publieke omroep investeren. De landelijke en de regionale publieke omroep kunnen alleen investeren als zij daartoe de mogelijkheden krijgt. De directeur van de OLON, de Organisatie van Lokale Omroepen in Nederland, heeft daar al vele malen op gewezen. Als de publieke omroep een voortrekkersrol krijgt toebedeeld, moet de overheid boter bij de vis leveren.

De heer Atsma heeft gehoord dat frequenties waarvan de minister het vorig jaar zei dat zij beschikbaar zouden zijn helemaal niet beschikbaar zullen zijn. Hij vraagt zich af of Nederland op dit moment zover moet gaan om een volgende stap te zetten. Hij verwijst naar de opmerkingen van collega’s over de beschikbaarheid van alternatieve technieken.

Het CDA heeft de motie van de SP over de verkoop van Nozema gesteund. Er is geen blokkade voor KPN. Bij afschaffing van de analoge ether moet er een haalbaar en betaalbaar alternatief zijn. Als dat alternatief alleen uit de digitale ether kan komen, moet alles op alles worden gezet om tot een zorgvuldige regeling te komen.

De heer Atsma is het eens met de heer Aptroot dat de rijksoverheid onduidelijk is jegens de telecombedrijven over de concurrentie tussen de infrastructuren. Zij hebben duidelijkheid op lange termijn nodig. Hij heeft er geen enkel bezwaar tegen om FunX frequentieruimte te bieden als die er is, maar hij herinnert eraan dat zijn fractie er in de voorbije jaren meermalen voor heeft gepleit vrije ruimte onder condities aan vrije zenders toe te kennen, maar daar wordt tot zijn spijt stelselmatig aan voorbijgegaan. Er moet gedacht worden over de haalbaarheid van een combinatie tussen bestaande lokale publieke omroep en initiatieven uit de markt. Als een van de voordelen van digitalisering meer ruimte voor dat soort initiatieven is, kan dat een argument zijn om ermee door te gaan. Op dit moment is dat aspect voor zijn fractie nog ondergeschikt.

De heer Bakker (D66) voelt veel voor uitstel van de beslissing over TDAB. Behalve technologische vragen zijn er ook juridische vragen. Bij een koppeling tussen de huidige frequentieverdeling op de FM en die op TDAB, vanwege de investeringen, moet dat Europaproof gebeuren. Dat kan pas eind 2006 of in 2007. Onvoldoende helder is welk model voor digitale radio het kabinet voor ogen staat. Op zichzelf zijn de commerciële belangen op dit moment wat minder groot, omdat de overheid eigenlijk de vragende en niet de biedende partij is. De overheid vraagt de markt, te investeren in de frequenties waarover zij straks beschikt. Voor de publieke omroep is dat, gelet op haar financiële positie, hachelijk. Voor de regionale en lokale omroep is nog helemaal geen regeling in zicht. Hij vindt het dan niet raar dat die een koppeling zoeken met de huidige commerciële partijen. Gedurende een bepaalde periode zou er dan een overlap tussen FM en TDAB moeten zijn. De NMa stelt dat TDAB alleen een succes kan worden wanneer zich bij de invoering een groot volume aan programma’s aanbiedt. Hij vindt het onjuist om bij het aflopen van de huidige FM-vergunningen voor verlengingen in aanmerking te nemen wie heeft geïnvesteerd in TDAB.

De heer Bakker wenst concurrentie op en tussen infrastructuren. Om dat mogelijk te maken is Digitenne, dat nu alleen nog maar in de Randstad beschikbaar is, nodig. Om in de rest van het land Digitenne te krijgen, moet de overheid of een andere partij investeren. Het lijkt erop dat zich maar één andere partij aandient. Verkoop aan die partij is dan bijna onontkoombaar, omdat de overheid dan met Nozema blijft zitten en zelf moet investeren. Weliswaar was eerder sprake van meer geïnteresseerde partijen, maar hij weet niet of ze allemaal even gelijkwaardig zijn. Bij KPN lijkt in elk geval geïnvesteerd te worden in ontwikkeling van Digitenne buiten de Randstad en het gratis aanbieden van de publieke omroep. Hij heeft geen voorkeur voor KPN. Een eventuele verkoop aan KPN kan alleen onder voorwaarden plaatsvinden. Hij zou liever een cleane procedure voeren, met een aantal aanbieders. Gelet op de ontwikkeling van de kabel, de digitalisering en andere mogelijkheden kan de heer Bakker zich voorstellen dat moet worden opgehouden met de analoge ether, maar hij vindt dat dan minstens het alternatief Digitenne beschikbaar moet zijn. Behalve de beschikbaarheid van Digitenne is een oplossing voor regionale en lokale omroep ook een belangrijke voorwaarde voor de afschakeling van de analoge ether.

FunX doet het naar de smaak van de heer Bakker erg goed. Een aantal jaren geleden is ervoor gekozen de ruimte voor de commerciële radio op de FM te vergroten, ten koste van de publieke omroep. Dat gevecht gaat door. Hij vindt dat moet worden opgepast, omdat het publieke domein voortdurend zal proberen zijn aandeel weer te vergroten, ten koste van commercieel. Dit dreigt wel een beetje bij FunX.

Het antwoord van de bewindslieden

De minister van Economische Zaken beklemtoont dat digitale radio ruimte biedt voor meer programma’s, een betere kwaliteit oplevert en tal van nieuwe diensten mogelijk maakt. Hij beschouwt digitale radio als een innovatie in het belang van de consument. TDAB is in Europees verband aangewezen als de standaard voor de digitale radio. Er is op dit moment geen volwaardig alternatief. De alternatieve technologie die het eerst operationeel zou zijn is DRM, in 2010. TDAB is in grote delen van de Europese Unie al operationeel. In Nederland trekt de publieke omroep deze innovatie al meer dan twee jaar. Er zijn commerciële partijen die er ook graag mee beginnen. Zijns inziens zal alleen een combinatie van publieke omroep en commerciële uitzendingen de digitale radio tot een succes maken. Om de mensen zover te krijgen dat zij digitale radio gaan gebruiken, is het nodig dat ook nieuwe diensten en programma’s te ontvangen zijn.

In juni worden in Genève afspraken gemaakt over nieuwe frequenties. De minister is bereid de resultaten van die conferentie af te wachten, maar daarna start hij graag de uitgifteprocedure voor vergunningen. De voorbereidingstijd voor de invoering is dan ruimer. De markt zal uiteindelijk bepalen welke technieken worden gebruikt, maar voorlopig is TDAB de enige. Afgewacht kan worden hoever de ontwikkeling eind 2006/2007 is. In 2009 kan worden beslist of de FM-frequenties gebruikt blijven worden tot 2011. Uiteindelijk zou dan in 2015 geheel moeten worden overgegaan op digitale radio.

De minister zal schriftelijk antwoorden op de vragen van mevrouw Gerkens over lokale en regionale omroepen. Rond de zomer zal hij de Kamer een notitie doen toekomen over de concurrentie tussen en op de telecominfrastructuren.

De minister wil het onderzoek van de NMa over de overname van Nozema door KPN afwachten. Minister Zalm doet dat ook. De verkoop van de masten en mastvoeten zal daarna worden geregeld. De minister probeert al twee jaar Digitenne meer kansen te geven. Er waren meer belangstellenden voor de overname van Digitenne, maar KPN deed het beste bod. Op grond van art. 3, par. 7 van de Telecomwet kan hij de vergunning van Digitenne intrekken als de mededinging dat vereist. Hij zal onderzoeken of Opta de bevoegdheid kan worden gegeven een wederverkoopverplichting op te leggen aan partijen met een aanmerkelijke marktmacht.

Op het ogenblik vindt een consultatie plaats over het gelijktrekken van de aflooptermijnen van de vergunningen voor GSM en UMTS. De minister zal de Kamer schriftelijk over de beleidsvoornemens op dit punt informeren.

Het is niet zonder meer mogelijk FunX een restfrequentie toe te wijzen. In het aanvraagdocument bij de herverdeling radiofrequenties 2003 zijn de FM-restfrequenties toegewezen aan de niet landelijke commerciële omroepen. Als de minister die afspraak niet nakomt, heeft dat juridische consequenties.

In Groningen wordt getracht door verplaatsing van een storende commerciële zender de ontvangst van publieke zenders en de lokale zender te verbeteren. Lukt dat niet, dan moeten andere oplossingen worden gezocht.

De staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap vindt dat nogal forse woorden zijn gebruikt over het werk van de commissie-Franken. Uit evaluatie is naar haar oordeel gebleken dat de commissie prima heeft gefunctioneerd. Van alle rechtszaken over de vergelijkende toets is er één verloren, die over de kavel A9. Zij zegt toe dat zij samen met de minister een brief aan de Kamer zal sturen over de uitgifte van deze kavel. Daarin zullen ook de consequenties van de rechterlijke uitspraak aan de orde komen. Er is destijds niet gesteld dat Nederlandse jazz in de ether zou voorgaan op buitenlandse jazz. In het geval van de kavel A8 zijn twee bieders ongeveer gelijk geëindigd.

Door de overname van Nozema door KPN is de voorgenomen switch naar digitale televisie uitgesteld. Op dit moment wordt gesproken over de operationele consequenties. Zij verwacht de Kamer eind februari/begin maart over die consequenties te kunnen berichten.

Alles bijeen zouden bij omschakeling van analoge naar digitale radio veertig miljoen radio’s in Nederland vervangen moeten worden. Het kabinet wil tijdig met de uitrol van TDAB-frequenties te beginnen. Daarvoor zou een periode van acht jaar nodig zijn, zodat consument en markt acht jaar de tijd hebben voor een aanpassing.

Het kabinet kiest er nadrukkelijk voor om het criterium nieuwe programma’s in de vergelijkende toets niet te zwaar te maken. De markt is nog zozeer in ontwikkeling dat te veel eisen stellen de innovatiekracht te zeer zou beperken.

Nadere gedachtewisseling

De heer Vendrik (GroenLinks) heeft gehoord dat in Frankrijk geen belangstelling bestaat voor TDAB, dat Zweden en Finland hebben besloten er niet in te investeren, dat TDAB in de Duitse deelstaten Thüringen en Berlijn is uitgeschakeld, dat Duitsland de afschakeling van FM uitstelt tot 2020 en dat in Engeland na tien jaar nog geen 5% van de consumenten een digitale radio heeft. Als TDAB overal in Nederland te ontvangen moet zijn, zijn misschien wel 2000 zendmasten nodig. Het lijkt dus een peperdure operatie te worden.

Bij de huidige beleidsvoornemens hebben de commerciële omroepen geen andere keus dan met TDAB meedoen, maar het is de vraag of zij TDAB zien als de ideale technologie.

Wat met kavel A9 is gebeurd wordt door de heer Vendrik gezien als teken dat door een ernstige weeffout in het systeem het gemakkelijk fout kan gaan. De combinatie van programmatische en financiële toets is zijns inziens hoogst ongelukkig. Hij pleit voorts voor ruimte voor vrije zenders en piraten.

De heer Atsma (CDA) hoort graag van het kabinet om welke reden in Finland, Zweden en Duitsland TDAB-licenties zijn teruggegeven. Hij vindt de verwachting van de minister dat de conferentie van Genève voldoende oplossingen zal bieden om de frequenties te gaan verdelen wel erg gemakkelijk. Hij herinnert aan de ellende waarmee staatssecretaris mevrouw De Vries destijds te maken heeft gehad.

De heer Atsma vraagt zich af of te zijner tijd een goede ontvangst van digitale televisie in de grensgebieden kan worden gegarandeerd. Vervolgens verzoekt hij, nu er toch een uitgebreide schriftelijke reactie van het kabinet moet komen, om een visie op het antennebeleid.

De heer Bakker (D66) ziet wel degelijk redenen om de verdeling van TDAB-frequenties langer uit te stellen dan tot na de conferentie van Genève. Hij ziet vooral juridische problemen in een eventuele koppeling van FM-frequenties aan de uitgifte van TDAB. Als die frequenties worden uitgegeven, moeten de consumenten een goede reden hebben om hun veertig miljoen radio’s te vervangen.

De heer Bakker is benieuwd hoe de minister gaat zorgen voor meer concurrentie op de infrastructuren, bijvoorbeeld op de kabel.

De minister van Economische Zaken voert aan dat in het Verenigd Koninkrijk alleen al in 2005 anderhalf miljoen TDAB-radio’s zijn verkocht. Eind 2005 was 11,1% van de radio’s daar geschikt voor TDAB. In Denemarken wordt verwacht dat eind 2007 de totale dekking 70% tot 90% zal zijn. In Noorwegen is de bedoeling dat de FM-frequenties in 2014 worden afgesloten. Hij zal de Kamer een zo zorgvuldig mogelijk overzicht geven. Het gaat hem er vooral om dat Nederland niet achterblijft bij de Europese ontwikkeling en de innovatie.

De minister beaamt dat de verdeling van frequenties in het verleden problemen met zich heeft gebracht. Hij meent daarom dat een overgangsperiode van acht à negen jaar heel verstandig is. Het spreekt voor hem vanzelf dat er een visie moet zijn op het totale antennebeleid.

De minister geeft de heer Bakker volkomen gelijk dat bij de uitgifte van de TDAB-frequenties de juridische vormgeving essentieel is. Hij zegt niet dat hij meteen na de conferentie van Genève tot die uitgifte overgaat. Hij wil werken aan goede criteria. Hij meent echter dat het verstandig is om niet te lang te wachten.

De voorzitter stelt vast dat alle nog niet beantwoorde vragen uit het algemeen overleg nog schriftelijk zullen worden beantwoord. Hij heeft de volgende toezeggingen genoteerd:

– In de zomer komt er een notitie over de concurrentie op en tussen telecominfrastructuren.

– De verkoop van Nozema wordt opgeschort tot de NMa een standpunt heeft bepaald. De Kamer krijgt een brief over de operationele consequenties van de verkoop van Nozema.

– De Kamer wordt na de consultatie voor de zomer schriftelijk geïnformeerd over het gelijktrekken van de concessietermijnen voor GSM en UMTS.

– De Kamer ontvangt een brief over de gang van zaken bij de uitgifte van kavel A9 van de FM-frequenties.

– De Kamer krijgt een overzicht van de ontwikkeling van TDAB in Europa.

De voorzitter van de vaste commissie voor Economische Zaken,

Hofstra

De voorzitter van de vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,

Aptroot

De adjunct-griffier van de vaste commissie voor Economische Zaken,

De Veth


XNoot
1

Samenstelling:

Leden: Crone (PvdA), Bakker (D66), Hofstra (VVD), voorzitter, Schreijer-Pierik (CDA), ondervoorzitter, Atsma (CDA), Timmermans (PvdA), Vendrik (GroenLinks), Ten Hoopen (CDA), Weekers (VVD), Slob (ChristenUnie), Van As (LPF), Van den Brink (LPF), Kortenhorst (CDA), Hessels (CDA), Van Velzen (SP), Algra (CDA), Aptroot (VVD), Blom (PvdA), Smeets (PvdA), Douma (PvdA), De Krom (VVD), Heemskerk (PvdA), Van Dam (PvdA), Dezentjé Hamming (VVD), Jonker (CDA), Jungbluth (GroenLinks) en Irrgang (SP).

Plv. leden: Tichelaar (PvdA), Dittrich (D66), Örgü (VVD), De Nerée tot Babberich (CDA), Van Hijum (CDA), Koenders (PvdA), Duyvendak (GroenLinks), Joldersma (CDA), Van Egerschot (VVD), Van der Vlies (SGP), Varela (LPF), Hermans (LPF), Verburg (CDA), Van Vroonhoven-Kok (CDA), De Haan (CDA), Blok (VVD), Samsom (PvdA), Van Dijken (PvdA), Van Heteren (PvdA), Snijder-Hazelhoff (VVD), Tjon-A-Ten (PvdA), Waalkens (PvdA), Szabó (VVD), Van Dijk (CDA), Van Gent (GroenLinks) en Gerkens (SP).

XNoot
2

Samenstelling:

Leden: Van de Camp (CDA), Lambrechts (D66), Hamer (PvdA), Van Bommel (SP), Mosterd (CDA), Blok (VVD), Balemans (VVD), Slob (ChristenUnie), Vergeer (SP), Tichelaar (PvdA), Joldersma (CDA), Jan de Vries (CDA), Van Vroonhoven-Kok (CDA), Aasted Madsen-van Stiphout (CDA), Eski (CDA), Aptroot (VVD), voorzitter, Smeets (PvdA), ondervoorzitter, Eijsink (PvdA), Leerdam (PvdA), Van Miltenburg (VVD), Kraneveldt (LPF), Hermans (LPF), Van Dam (PvdA), Visser (VVD), Azough (GroenLinks), Roefs (PvdA) en Jungbluth (GroenLinks).

Plv. leden: Ferrier (CDA), Bakker (D66), Bussemaker (PvdA), Brinkel (CDA), Hirsi Ali (VVD), Örgü (VVD), Van der Vlies (SGP), Kant (SP), Dijksma (PvdA), Hessels (CDA), Sterk (CDA), Atsma (CDA), Van Bochove (CDA), Van Hijum (CDA), Van der Sande (VVD), Verbeet (PvdA), Arib (PvdA), Stuurman (PvdA), De Krom (VVD), Varela (LPF), Herben (LPF), Meijer (PvdA), Nijs (VVD), Halsema (GroenLinks), Kalsbeek (PvdA) en Vendrik (GroenLinks).

Naar boven